ECLI:NL:HR:2023:842
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens gebrek aan gronden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 juni 2023 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X] B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 11 januari 2022. Het beroep in cassatie was ingediend, maar het beroepschrift voldeed niet aan de vereisten van artikel 6:5, lid 1, letter d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het geen gronden van het beroep bevatte. De griffier van de Hoge Raad heeft op 8 april 2022 een bericht geplaatst in het digitale dossier van belanghebbende, waarin belanghebbende de gelegenheid kreeg om het verzuim binnen zes weken te herstellen. Deze termijn eindigde op 20 mei 2022. De Hoge Raad ging ervan uit dat belanghebbende het bericht op 8 april 2022 had ontvangen, conform artikel 8:36c, lid 2, Awb. Aangezien belanghebbende het verzuim niet heeft hersteld, heeft de Hoge Raad besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren, op basis van artikel 6:6 Awb. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken.