ECLI:NL:HR:2023:832
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over douanerechten en tariefindeling van tandheelkundige producten
In deze zaak heeft [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 mei 2021, nr. 19/00709. Dit beroep betreft de uitnodigingen tot betaling van douanerechten die aan belanghebbende zijn uitgereikt. De Staatssecretaris van Financiën, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal C.M. Ettema heeft op 30 september 2022 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie. Belanghebbende heeft schriftelijk op deze conclusie gereageerd.
De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. Het Hof heeft op goede gronden een juiste beslissing gegeven, die redelijkerwijs niet voor twijfel vatbaar is. De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
Uiteindelijk verklaart de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond. Dit arrest is gewezen door de vice-president M.E. van Hilten als voorzitter, en de raadsheren E.N. Punt en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en is in het openbaar uitgesproken op 2 juni 2023.