Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
6 juni 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 juni 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 oktober 2021. De verdachte, geboren in 1987, was beschuldigd van meermalen gepleegde oplichting via een internetdatingsite, waarbij hij een bedrag van € 8.450 had afhandig gemaakt. De verdediging voerde bewijsklachten aan en deed een beroep op psychische overmacht. De advocaat-generaal D.J.C. Aben concludeerde tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de cassatiemiddelen beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het hof niet konden leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de uitspraak van het gerechtshof in stand bleef.