Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
Op de terechtzitting van 29 oktober 2021 heeft het hof geconstateerd dat niet ook een afschrift van de dagvaarding was gezonden naar het Nederlandse adres dat is vermeld in de akte instellen hoger beroep. Het hof heeft daarop bepaald dat de volgende zitting op 26 november 2021 plaatsvindt en bevolen dat de verdachte opnieuw wordt opgeroepen, waaronder ook op het in de akte instellen hoger beroep vermelde adres.
Vervolgens is de verdachte opnieuw opgeroepen op het laatstgenoemde adres, terwijl tevens de oproeping om te verschijnen ter terechtzitting in hoger beroep van 26 november 2021 samen met een vertaling daarvan in de [taal] op 15 november 2021 rechtstreeks over de post is verzonden naar het adres van de verdachte in [land] waarop hij in de basisregistratie personen is ingeschreven. Ook is aan de raadsman een afschrift gezonden van de oproepingen van de verdachte om te verschijnen op die nadere terechtzitting. Op de terechtzitting van 26 november 2021 is de verdachte niet verschenen; zijn raadsman is wel verschenen maar hij gaf aan niet te zijn gemachtigd om namens de verdachte de verdediging te voeren. Het proces-verbaal van die terechtzitting houdt niet in dat de raadsman een verzoek tot aanhouding van de zaak heeft gedaan met het oog op het kunnen uitoefenen van het aanwezigheidsrecht door de verdachte, of het verkrijgen van een machtiging als bedoeld in artikel 279 lid 1 Sv.
3.Beslissing
23 mei 2023.