Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
16 mei 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 mei 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 26 juli 2022. Het beroep in cassatie is ingesteld door de klager, die werd bijgestaan door advocaat J.C. Reisinger. De zaak betreft een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, dat betrekking heeft op een beslag op een personenauto. De klager werd verdacht van het rijden met een auto die was voorzien van valse kentekenplaten. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven voor zijn oordeel, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De beslissing van de Hoge Raad was om het beroep te verwerpen.