Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Beslissing
9 mei 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 mei 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De zaak betreft een verdachte die beschuldigd werd van moord en poging tot doodslag. De feiten vonden plaats in een snack in Curaçao, waar de verdachte na een ruzie zijn vriendin naar huis bracht, om vervolgens terug te keren naar de snack en op korte afstand kogels af te vuren op een ander, wat leidde tot de dood van deze persoon en verwondingen aan een willekeurige omstander.
De Hoge Raad heeft de bewijsklacht van de verdachte beoordeeld, waarbij de vraag centraal stond of de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld. De advocaat-generaal concludeerde tot verwerping van het cassatieberoep, en de Hoge Raad oordeelde dat het Hof voldoende gemotiveerd had vastgesteld dat de verdachte niet louter in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling had gehandeld. De tijdspanne van ongeveer 10 minuten tussen het besluit om te schieten en de uitvoering daarvan werd als cruciaal beschouwd, wat de conclusie van voorbedachte raad ondersteunt.
De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, waarbij het oordeel van het Hof als toereikend en niet in strijd met de rechtsopvatting werd beschouwd. De uitspraak benadrukt het belang van de tijd en gelegenheid tot beraad in de beoordeling van voorbedachte raad in strafzaken.