Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beslissing
18 april 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 april 2023 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 12 mei 2022. De verdachte, geboren in 1949, had een smaadschrift gepubliceerd in een interview met een weekblad, waarin hij meldde dat zijn ex-vrouw een verzoek had ingediend om hun zoon op te nemen in een gesloten instelling, wat valt onder artikel 261.2 van het Wetboek van Strafrecht. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte zelf, waarbij zijn advocaat C.J.P. Liefting een schriftuur heeft ingediend. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en de procureur-generaal heeft de gelegenheid gekregen om advies uit te brengen. De Hoge Raad heeft geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het hof niet kunnen slagen en heeft daarom besloten het cassatieberoep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals voorzien in artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De beslissing van de Hoge Raad is dat het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard.