ECLI:NL:GHARL:2022:3761
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis smaadschrift en tenuitvoerlegging voorwaardelijke taakstraf
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld voor smaadschrift en kreeg een deels voorwaardelijke geldboete opgelegd, evenals de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke taakstraf. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 15 oktober 2021, waarin hij werd veroordeeld tot een geldboete van € 1.000, waarvan € 500 voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Het hof heeft het hoger beroep behandeld op de zitting van 28 april 2022, waarbij de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte hun standpunten naar voren hebben gebracht.
De raadsman voerde aan dat de rechtbank onbevoegd was, omdat de verdachte ten tijde van het feit in België woonde. Het hof verwierp dit standpunt en stelde dat Nederland rechtsmacht heeft over ieder die zich in Nederland schuldig maakt aan een strafbaar feit. Het hof oordeelde dat de rechtbank bevoegd was, omdat het tijdschrift waarin de uitlatingen van de verdachte waren gepubliceerd, ook in Nederland beschikbaar was. Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank en voegde gronden toe aan de beslissing. De verdachte had in een interview met een tijdschrift een beschuldiging geuit tegen de aangeefster, die dit ontkende en aangifte deed van smaad. Het hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de aangeefster de beschuldiging had gedaan, en bevestigde het vonnis van de rechtbank met aanvulling van de gronden.