ECLI:NL:HR:2023:57
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake aansprakelijkstelling voor omzetbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 januari 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 15 december 2020. De zaak betreft een beroep in cassatie van belanghebbende, vertegenwoordigd door J.E. van Rossem, tegen de beslissing van het Hof over de aansprakelijkstelling voor de nageheven omzetbelasting van [A] B.V. over de jaren 2006, 2007, 2009, 2010, 2011 en 2012. De Staatssecretaris van Financiën, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld, maar deze konden niet leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de klachten niet relevant waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard.