Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
11 april 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 april 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 30 juni 2021. De verdachte, geboren in 1965, was aangeklaagd voor mensenhandel, gepleegd door hem gedurende een periode van ruim zes jaar, waarbij hij anderen dwong zich dagelijks beschikbaar te stellen voor arbeid in een café. Daarnaast was er sprake van beïnvloeding van een getuige. De verdediging voerde verweren aan die strekten tot strafvermindering en bewijsuitsluiting wegens vermeende vormverzuimen in het voorbereidend onderzoek, maar deze werden door de Hoge Raad als ontoereikend beoordeeld. De Hoge Raad ging ook in op de betrouwbaarheid van de verklaringen van de aangever met betrekking tot de mensenhandel en de vraag of deze verklaringen voldoende steun vonden in ander bewijsmateriaal, met name in het kader van de beïnvloeding van de getuige. De Hoge Raad concludeerde dat de klachten over de uitspraak van het hof niet konden leiden tot vernietiging van die uitspraak. De beslissing werd genomen zonder dat de Hoge Raad verdere motivering diende te geven, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk werd het beroep verworpen.