ECLI:NL:HR:2023:51
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep inzake Ziektewet en Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 januari 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende, vertegenwoordigd door C.F.M. van den Ekart, tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 27 januari 2022. De Centrale Raad had eerder een uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende tegen een beslissing van de Rechtbank Rotterdam, die betrekking had op besluiten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op grond van de Ziektewet en de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld, maar deze konden niet leiden tot vernietiging van de uitspraak van de Centrale Raad. De Hoge Raad heeft in zijn oordeel geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken en is een bevestiging van de eerdere uitspraken van de lagere rechters.