Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beslissing
28 maart 2023.
Hoge Raad
Op 28 maart 2023 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in de zaak met nummer 21/01895. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 16 april 2021. De verdachte, geboren in 1976, heeft geen cassatiemiddelen ingediend, waardoor de Hoge Raad niet in staat was het beroep te behandelen. De advocaat-generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De wet vereist dat een advocaat binnen een bepaalde termijn een schriftuur met cassatiemiddelen indient, en deze verplichting is niet nageleefd. Hierdoor heeft de Hoge Raad besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. Dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting.