Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
28 maart 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 maart 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte had voorafgaand aan de terechtzitting in hoger beroep op 18 november 2021 aan het hof medegedeeld dat hij wegens ziekte niet in staat was om te verschijnen. Het hof heeft echter verondersteld dat de verdachte vrijwillig afstand had gedaan van zijn aanwezigheidsrecht, zonder blijk te geven van kennisname van de e-mail waarin de ziekte werd gemeld. De Hoge Raad oordeelt dat het hof ten onrechte heeft aangenomen dat de verdachte vrijwillig afstand had gedaan van zijn recht om in zijn tegenwoordigheid te worden berecht. De Hoge Raad stelt vast dat de verdachte tijdig had gemeld dat hij wegens ziekte niet kon verschijnen, en dat het hof had moeten beoordelen of aanhouding van het onderzoek ter terechtzitting aangewezen was. De beslissing van het hof om verstek te verlenen en het onderzoek voort te zetten, wordt als onjuist beoordeeld. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en wijst de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor een nieuwe behandeling.