ECLI:NL:HR:2023:448
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake naheffingsaanslagen accijns en voorraadheffing
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 maart 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 19 februari 2021. De zaak betreft een beroep in cassatie van belanghebbende, vertegenwoordigd door C. Goeman, tegen de Staatssecretaris van Financiën. De belanghebbende had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, die betrekking had op opgelegde naheffingsaanslagen in de accijns en in de voorraadheffing. De Hoge Raad heeft de klachten van de belanghebbende over de uitspraak van het Hof beoordeeld, maar deze klachten konden niet leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk verklaarde de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond.