ECLI:NL:HR:2023:44
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep inzake Participatiewet
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 januari 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] te [Z], vertegenwoordigd door K.M. van der Boor. Het beroep was gericht tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 8 maart 2022, waarin de Centrale Raad oordeelde over het hoger beroep van belanghebbende tegen eerdere uitspraken van de Rechtbank Rotterdam. Deze uitspraken betroffen besluiten van het college van de burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis, die voortvloeiden uit de Participatiewet.
De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep niet kunnen slagen. Gezien de omstandigheden heeft de Hoge Raad besloten om het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren, zonder verdere motivering, op basis van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Dit betekent dat de Hoge Raad geen inhoudelijke beoordeling van de zaak heeft gedaan.
Daarnaast heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De uitspraak is gedaan door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren P.A.G.M. Cools en A.E.H. van der Voort Maarschalk, en is openbaar uitgesproken op 20 januari 2023.