Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
3.Beoordeling van het derde cassatiemiddel
4.Beoordeling van het vijfde cassatiemiddel
5.Beslissing
21 maart 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 maart 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De verdachte, geboren in 1992, werd beschuldigd van beroepsmatig opzettelijk inbreuk maken op het auteursrecht van het CBR en IBKI door met een spy-bril tijdens theorie-examens vragen op te nemen. Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van witwassen van een geldbedrag van € 95.786,35. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat het hof de grondslag van de tenlastelegging heeft verlaten met betrekking tot het witwassen. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het hof voor wat betreft de verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen voorwerpen, maar verwerpt het beroep voor het overige. De zaak is terugverwezen naar het gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling van de verbeurdverklaring. De Hoge Raad oordeelde dat de aard en ernst van het bewezenverklaarde niet zijn aangetast door de vrijspraak van de verdachte voor bepaalde onderdelen van de tenlastelegging. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige beoordeling van de grondslagen van de tenlastelegging en de verbeurdverklaring van inbeslaggenomen voorwerpen.