Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Procesverloop, bewezenverklaring en bewijsvoering
Uit het dossier blijkt dat politieambtenaren op 8 februari 2019 naar de woning van [betrokkene 2] zijn gegaan, in verband met een openstaande signalering van [betrokkene 1].
roségoud was vervaardigd, maakt het voorgaande niet anders: rosé goud is ook goud. Anders dan de raadsman beschouwt het hof de passage, waarin [betrokkene 5] op de vraag van [betrokkene 2] “Had hij die Patek om” heeft geantwoord: “Ja. Hij heeft ruina [het hof: straattaal voor ‘chaos’], Patek met diamantjes, ruina. Weetje wat de vermogen van die man is?” niet als ontlastend. Aannemelijk is dat [betrokkene 5] – die kennelijk in contact stond met iemand die werkzaam is in het Apollo Hotel en hem het een en ander over [slachtoffer] heeft verteld – hier duidelijk maakt dat [slachtoffer] een vermogend man is die naast de ontvreemde Patek nog een of meer andere uurwerken (van dat merk) in bezit heeft. Immers, [betrokkene 5] zegt ook: “Is niks wat ze van hem [hebben] gepakt”. Het door de raadsman voor het voetlicht gebrachte verschil tussen de voornaam van de verdachte – [verdachte] – en de ‘[verdachte]’ waarover (fonetisch) in het gesprek van 6 februari 2019 wordt gesproken, komt het hof – gelet op de bijna identieke uitspraak van beide namen – als gezocht voor, terwijl in het gesprek van 8 februari 2019 – anders dan de raadsman veronderstelt – letterlijk over een ‘[verdachte]’ wordt gesproken. Dat, zoals is aangevoerd, de gespreksdeelnemers meer dan één persoon met de voornaam [verdachte] kennen, is niet onaannemelijk, maar dat laat onverlet dat uit genoemd gesprek van 11 februari 2019 volgt dat [betrokkene 2] en [betrokkene 3] in ieder geval de verdachte [verdachte] kennen. Uit de omstandigheid dat [betrokkene 5] op de terechtzitting in hoger beroep in aanwezigheid van de verdachte heeft medegedeeld dat hij ‘behalve de advocaat-generaal niemand kent’ kan, anders dan de raadsman meent, niet op overtuigende wijze worden afgeleid dat [betrokkene 5] de verdachte niet kent.
3.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
4.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
5.Beslissing
14 maart 2023.