Uitspraak
1.Geding in cassatie
Belanghebbende heeft de zaak schriftelijk doen toelichten door J.A. Biermasz.
Advocaat-Generaal C.M. Ettema heeft op 20 mei 2022 geconcludeerd tot gegrondverklaring van het beroep in cassatie. [2] Zowel belanghebbende als de Minister heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2.Uitgangspunten in cassatie
Belanghebbende heeft voor een [product a] een reeks softwareprogramma’s ontwikkeld met uiteenlopende toepassingen, afhankelijk van het type geluid dat de gebruiker gedetecteerd wil hebben en het doel waarvoor zij dat nodig heeft. Zij heeft onder meer software ontwikkeld voor het lokaliseren van de positie van waaruit klein kaliber wapens schieten op een voertuig.
Belanghebbende heeft in het aanvraagformulier verklaard dat [D] initieel één [[...]-product a] als voertuiggebonden lokalisatiesysteem gaat kopen en testen, om vervolgens maximaal vijftien stuks daarvan aan te schaffen, en dat het systeem enkel intern in India zal worden gebruikt ter ondersteuning van beveiligingsopdrachten door doelopsporing van mogelijke dreigingen. De voor dat doel benodigde firmware bevond zich al in India ten tijde van het aanvragen van de vergunning voor de uitvoer van [[...]-product a]
.
De Minister heeft bij het nemen van dat besluit het Gemeenschappelijk Standpunt van de Raad inzake controle op uitvoer van militaire goederen en technologie [4] (hierna: het Gemeenschappelijk Standpunt) in aanmerking genomen. Ter toelichting op het besluit heeft de Minister onder meer overwogen dat de aanvraag betrekking heeft op de uitvoer naar India van een akoestische sensor voor het detecteren en lokaliseren van geweervuur, dat in verschillende deelstaten van India interne conflicten aan de orde zijn, dat de kans aanwezig is dat [D] bij die conflicten is betrokken, en dat gezien de aard van de sensor en de eindgebruiker niet valt uit te sluiten dat de sensor zal bijdragen aan een verslechtering van interne conflicten of het grensconflict tussen India en Pakistan in de Kasjmir-regio. De Minister heeft daarom de aanvraag afgewezen op grond van een negatieve uitkomst van de toetsing aan het derde criterium (interne conflicten) en het vierde criterium (regionale stabiliteit) van het Gemeenschappelijk Standpunt.
3.De oordelen van het Hof
,aldus het Hof, dat deze, ook indien de militaire software buiten beschouwing zou worden gelaten, als militair goed moet worden aangemerkt. Het Hof heeft voor dit oordeel bevestiging gevonden in de – in rechtsoverweging 5.6 van zijn uitspraak aangehaalde – verklaring van een Brigade-Generaal b.d. (voormalig hoofd Export Compliance Team CLAS, van de Koninklijke Landmacht). Die verklaring houdt onder meer in dat een [product a], na doorontwikkeling tot [[...]-product a], “door de vormgeving, behuizing en vooral de windkap, (…) alleen geschikt [is] voor open veld (geen indoortoepassing). Omdat bij de producten van [belanghebbende] de sensor en behuizing onlosmakelijk aan de toepassing zijn verbonden, is deze toepassing van de sensor niet bruikbaar voor de automotive industrie maar alleen voor militaire toepassingen, zoals mortier en geweer detectie.”
4.Beoordeling van de middelen
a. (…)
b. Systemen voor het detecteren, identificeren, verkennen of volgen van het doelwit en voor het bepalen van de schootsafstand; toestellen voor opsporing, het samenvoegen van gegevens, herkenning en identificatie; en toestellen voor sensorintegratie;
c. (…)”
.
Het Hof hoefde zich, anders dan het middel betoogt, van dit oordeel niet te laten weerhouden door de omstandigheid dat de doorontwikkeling tot [[...]-product a] geringe aanpassingen aan een [product a] betrof noch door de omstandigheid dat andere staten, naar belanghebbende stelt, een [[...]-product a] niet als een militair goed aanmerken.
,falen ook de overige middelen.