Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
24 februari 2023.
Hoge Raad
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, betreft het een geschil tussen een zus en een broer over de uitleg van het testament van hun vader. De zus, eiseres tot cassatie, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 25 januari 2022 is gewezen. De broer, verweerder in cassatie, heeft een verweerschrift ingediend. De advocaat-generaal T. Hartlief heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de klachten van de zus over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en de kosten van het geding in cassatie gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Het arrest is gewezen op 24 februari 2023 en openbaar uitgesproken door raadsheer F.J.P. Lock.