ECLI:NL:HR:2023:289

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 februari 2023
Publicatiedatum
23 februari 2023
Zaaknummer
22/00805
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erfrechtelijke geschil tussen broer en zus over uitleg testament

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, betreft het een geschil tussen een zus en een broer over de uitleg van het testament van hun vader. De zus, eiseres tot cassatie, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 25 januari 2022 is gewezen. De broer, verweerder in cassatie, heeft een verweerschrift ingediend. De advocaat-generaal T. Hartlief heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de klachten van de zus over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en de kosten van het geding in cassatie gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Het arrest is gewezen op 24 februari 2023 en openbaar uitgesproken door raadsheer F.J.P. Lock.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/00805
Datum24 februari 2023
ARREST
In de zaak van
[de zus],
wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
hierna: de zus,
advocaat: A.C. van Schaick,
tegen
[de broer],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de broer,
advocaat: H.J.W. Alt.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak NL18.6836 van de rechtbank Midden-Nederland van 2 november 2018;
b. de arresten in de zaak 200.255.293 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 september 2021 en 25 januari 2022.
De zus heeft tegen het arrest van het hof van 25 januari 2022 beroep in cassatie ingesteld.
De broer heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor de broer toegelicht door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de zus heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- compenseert de kosten van het geding in cassatie aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.E.B. ter Heide, als voorzitter, F.R. Salomons en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
24 februari 2023.