Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De kern van de zaak
De onder 1 gemelde (certificaten van) aandelen dienen te worden afgegeven tegen
“De waarde van de over te nemen aandelen is nader over een te komen, dit zoals vastgesteld in de statuten van de BV.”.
3.Het oordeel van het hof
‘niet tijdig’in C.3 van het testament betekent. Daarop zien de grieven 6 en 12 van [appellant] .
‘niet tijdig’in C.3 inhoudt dat de levering van de aandelen binnen de termijnen die in B.3 zijn genoemd moet plaatsvinden. Is dat niet het geval dan vervallen de erfstelling van en het legaat aan [geïntimeerde] . Omdat die levering niet voor de door partijen tot 1 maart 2018 uitgestelde termijn is geschied zijn de erfstelling en het legaat vervallen.
‘niet tijdig’zo moet worden uitgelegd dat eerst de waarde van de aandelen moet worden bepaald en dat dan pas sprake kan zijn van een al dan niet tijdige overdracht. Omdat de waarde nog niet is vastgesteld, is nog geen sprake van een niet tijdige levering en zijn de erfstelling en het legaat die erflater voor haar heeft gemaakt nog niet vervallen.
‘niet tijdig’heeft verkregen.
‘niet tijdig’eigendom zijn geworden van [appellant] . De woorden
‘niet tijdig’refereren duidelijk aan de zes maanden termijn die is genoemd in B3; in het testament is geen andere termijn genoemd waarop deze woorden betrekking zouden kunnen hebben. De betekenis van
‘niet tijdig’is dan ook:
niet binnen zes maanden na het overlijden van erflaterof - indien de waarde van de aandelen al eerder is vastgesteld - binnen twee maanden na die vaststelling. Bij deze uitleg slaat het hof acht op wat de notaris heeft verklaard over de zorg van erflater over de continuïteit van de onderneming en dat als erflater iets wilde “het potverdorie ook zo [moest] gebeuren”. Daarbij past veel meer een strakke termijn van zes maanden na zijn overlijden dan een zachte en onzekere termijn die pas verstrijkt als de waarde van de aandelen is vastgesteld. Erflater heeft bij het maken van het sublegaat en de bepaling over de niet tijdigheid kennelijk voor ogen gestaan dat de regeling in artikel 5 van de statuten van de BV over de vaststelling van de waarde praktisch uitvoerbaar is binnen zes maanden na zijn overlijden. Het hof vindt in dat verband nog van belang dat de notaris-redacteur van de akte als getuige heeft verklaard:
“De waardering van aandelen binnen twee maanden is heel goed mogelijk. Maak hier nou eens drie maanden van, dan heb je altijd nog drie maanden reserve als uitloop.”
‘niet tijdig’zolang als de waarde van de aandelen nog niet is vastgesteld . Erflater heeft in zijn testament een termijn van (maximaal) zes maanden opgenomen. Hij heeft ook regels gegeven voor de waardering van die aandelen. Erflater heeft nergens in zijn testament bepaald dat zijn bepaling over de levering binnen de termijn van zes maanden alleen geldt als de waarde van de aandelen is vastgesteld. Hij heeft evenmin ergens in zijn testament bepaald dat
‘niet tijdig’alleen geldt als de waarde van de aandelen is vastgesteld en dat een levering die later dan zes maanden plaatsvindt, omdat de waarde van de aandelen niet binnen zes maanden is vastgesteld ook nog tijdig is. Hij heeft nog wel bepaald dat als de waarde al snel na zijn overlijden is vastgesteld (binnen vier maanden), levering ook sneller moet plaatsvinden en wel binnen twee maanden na die vaststelling.
‘niet tijdig’in het testament slagen grief 6 en grief 12 van [appellant] . Dit betekent dat nu [geïntimeerde] de (certificaten van de) aandelen niet binnen zes maanden na overlijden en daarna niet binnen de tussen partijen afgesproken termijn op 1 maart 2018 aan [appellant] heeft geleverd de erfstelling en het legaat is vervallen.
‘niet tijdig’is. Het hof zal dan ook niet ingaan op de stellingen van partijen over de uitvoering, omdat die niet relevant zijn voor de beslissingen die het hof moet nemen over de uitleg van de woorden
‘niet tijdig’. De overige grieven van [appellant] en het antwoord daarop van [geïntimeerde] behoeven dan ook geen bespreking meer.