Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
de beschikking in de zaak C/09/603441 van de rechtbank Den Haag van 11 januari 2022.
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
13 januari 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 januari 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de verkrijging van het Nederlanderschap door een minderjarige die in de Dominicaanse Republiek is geboren. De zaak betreft de erkenning van de minderjarige door een Nederlandse man, die kort voor de erkenning was gehuwd met een andere vrouw. De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank ten onrechte heeft vastgesteld dat de minderjarige op grond van de erkenning per 28 december 2010 het Nederlanderschap heeft verkregen. De Hoge Raad wijst erop dat op het moment van erkenning, de man nog gehuwd was met een andere vrouw, wat volgens het oude Nederlandse recht (art. 1:204 lid 1, aanhef en onder e, BW) betekende dat hij niet bevoegd was om de minderjarige te erkennen. De rechtbank had moeten vaststellen of er een nauwe persoonlijke relatie bestond tussen de man en de moeder van de minderjarige, wat niet is gebeurd. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van de rechtbank Den Haag van 11 januari 2022 en wijst de zaak terug naar die rechtbank voor verdere behandeling en beslissing.