ECLI:NL:HR:2023:258

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 februari 2023
Publicatiedatum
20 februari 2023
Zaaknummer
22/04241
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overleveringszaak en ontvankelijkheid van cassatieberoep

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 26 oktober 2022, met nummer [001], betreffende een vordering tot overlevering van de opgeëiste persoon, geboren in 1982. De opgeëiste persoon heeft het cassatieberoep ingesteld, waarbij zijn advocaat, L. Tricoli, cassatiemiddelen heeft voorgesteld. De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat volgens artikel 29 lid 2 van de Overleveringswet tegen een uitspraak als deze geen rechtsmiddel openstaat, met uitzondering van een beroep in cassatie in het belang van de wet. Dit betekent dat een gewoon rechtsmiddel, zoals het ingediende cassatieberoep, niet openstaat. De Hoge Raad kan het cassatieberoep derhalve niet in behandeling nemen.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 21 februari 2023 het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren M.J. Borgers en T. Kooijmans, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/04241
Datum21 februari 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 26 oktober 2022, nummer [001] , op een vordering als bedoeld in artikel 23 van de Overleveringswet tot overlevering
van
[opgeëiste persoon] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982,
hierna: de opgeëiste persoon.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de opgeëiste persoon. Namens deze heeft L. Tricoli, advocaat te Alphen aan den Rijn, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

In artikel 29 lid 2 van de Overleveringswet is bepaald dat tegen een uitspraak als deze geen rechtsmiddel openstaat (behoudens beroep in cassatie in het belang van de wet, bedoeld in artikel 456 van het Wetboek van Strafvordering). Een gewoon rechtsmiddel, zoals dit cassatieberoep, staat dus niet open. Dat brengt mee dat de Hoge Raad het cassatieberoep niet in behandeling kan nemen.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren M.J. Borgers en T. Kooijmans, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
21 februari 2023.