Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
14 februari 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 februari 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 5 juli 2021. De verdachte, geboren in 1986, was in hoger beroep veroordeeld voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, zoals vastgelegd in artikel 285.1 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte heeft in cassatie beroep ingesteld, waarbij zijn advocaat, F.H.J. van Gaal, cassatiemiddelen heeft voorgesteld. De advocaat-generaal, P.C. Vegter, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de ingediende cassatiemiddelen beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het hof niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling geen motivering hoeven geven, omdat de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen, waarmee de eerdere uitspraak van het gerechtshof in stand blijft.