ECLI:NL:HR:2023:232

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 februari 2023
Publicatiedatum
14 februari 2023
Zaaknummer
19/05518
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake diefstal met geweld en aanwezigheid van de verdachte

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 februari 2023 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 13 mei 2019 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die is aangeklaagd voor diefstal met geweld, zoals omschreven in artikel 312.1 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte had in hoger beroep een volmacht verleend, maar er was geen afschrift van de dagvaarding naar het door hem opgegeven adres verzonden. Dit leidde tot de vraag of het hof de behandeling van de zaak had moeten schorsen om de verdachte in de gelegenheid te stellen aanwezig te zijn.

De advocaat-generaal, P.M. Frielink, heeft geconcludeerd dat de uitspraak van het hof vernietigd moest worden en dat de zaak teruggeworpen moest worden naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor een nieuwe behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat het middel van de verdachte slaagde, omdat het hof niet had aangetoond dat er geen reden was om de behandeling te schorsen. De beslissing van het hof om verstek te verlenen en de behandeling niet te schorsen was niet zonder meer begrijpelijk. Daarom heeft de Hoge Raad de uitspraak van het hof vernietigd en de zaak terugverwezen voor herbehandeling.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren A.E.M. Röttgering en C. Caminada, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer19/05518
Datum14 februari 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 13 mei 2019, nummer 21-005849-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1969,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal P.M. Frielink heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel

2.1
Het middel klaagt over de beslissing van het Hof tot het verlenen van verstek tegen de niet-verschenen verdachte.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 2.2 tot en met 2.9, 2.11 en 2.12.

3.Beoordeling van de overige cassatiemiddelen

Gelet op de beslissing die hierna volgt, is bespreking van het tweede, het derde en het vierde cassatiemiddel niet nodig.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren A.E.M. Röttgering en C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
14 februari 2023.