ECLI:NL:HR:2023:1753
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over kenbaarheidseisen van NEN-normen in verordening zuiveringsheffing
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 december 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de kenbaarheidseisen van NEN-normen in de verordening inzake zuiveringsheffing. Het dagelijks bestuur van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht had een aanslag opgelegd aan [X] B.V. voor het jaar 2018. De belanghebbende ging in beroep tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat had geoordeeld dat de NEN-normen essentieel zijn voor het vaststellen van de heffingsmaatstaf en dat aan de kenbaarheidseisen van de Waterschapswet moest worden voldaan.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat de verordening als het besluit dat algemeen verbindende voorschriften inhoudt, moest worden aangemerkt. De Hoge Raad stelde vast dat de heffingsambtenaar zich ten onrechte op het standpunt had gesteld dat het Besluit als bekend te maken besluit kon worden aangemerkt. De Hoge Raad concludeerde dat de kenbaarheidseisen zijn nageleefd en dat de uitspraak van het Hof en de Rechtbank vernietigd moesten worden. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond en het beroep ongegrond.
De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de bekendmaking van belastingverordeningen en de toepassing van NEN-normen in de praktijk. De Hoge Raad benadrukte dat de toegankelijkheid van de verordening en de bijbehorende bepalingen voldoende moet zijn voor belastingplichtigen, zodat zij hun rechten kunnen uitoefenen.