ECLI:NL:HR:2023:1750

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 december 2023
Publicatiedatum
14 december 2023
Zaaknummer
22/03485
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade aan ondergrondse kabels en leidingen bij grondroeren en de betekenis van de CROW 500 richtlijn

In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van Krinkels B.V. voor schade aan ondergrondse kabels en leidingen tijdens grondroerende werkzaamheden. Liander N.V., de eiseres, heeft een schadevergoeding van € 15.678,24 gevorderd, omdat Krinkels volgens haar onzorgvuldig zou hebben gehandeld. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof, waaruit blijkt dat Krinkels in opdracht van het Waterschap Zuiderzeeland werkzaamheden heeft uitgevoerd in Zeewolde, waarbij de CROW 500 richtlijn van toepassing was. Deze richtlijn geeft aan hoe grondroerders moeten handelen om schade aan kabels en leidingen te voorkomen.

De Hoge Raad oordeelt dat de CROW 500 geen resultaatsverplichting inhoudt voor de grondroerder om kabels te lokaliseren, maar dat er aanvullende acties moeten worden ondernomen als kabels niet gevonden kunnen worden. Krinkels heeft ervoor gekozen om te werken als in een risicogebied, wat betekent dat zij verantwoordelijk is voor een veilige uitvoering van de werkzaamheden. De Hoge Raad concludeert dat Liander onvoldoende heeft aangetoond dat Krinkels onzorgvuldig heeft gehandeld, en verwerpt het cassatieberoep. Liander wordt veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/03485
Datum15 december 2023
ARREST
In de zaak van
LIANDER N.V.,
gevestigd te Arnhem,
EISERES tot cassatie,
hierna: Liander,
advocaat: H.J.W. Alt,
tegen
KRINKELS B.V.,
gevestigd te Breda,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Krinkels,
advocaat: L.V. van Gardingen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak 8336216 / MC EXPL 20-1113 van de rechtbank Midden-Nederland van 21 oktober 2020;
b. de arresten in de zaak 200.290.468/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 september 2021 en 21 juni 2022.
Liander heeft tegen het arrest van het hof van 21 juni 2022 beroep in cassatie ingesteld.
Krinkels heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor Krinkels toegelicht door haar advocaat en mede door H.A.A. Essebai.
De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Liander heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Uitgangspunten en feiten

2.1
Het gaat in deze zaak om aansprakelijkheid voor schade aan ondergrondse kabels en leidingen bij grondroeren en in het bijzonder om de betekenis daarbij van de ‘Richtlijn zorgvuldig grondroeren van initiatief- tot gebruiksfase’ (hierna: de CROW 500).
2.2
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) Liander is regionaal netwerkbeheerder in de zin van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998 onder meer van de locatie Zeewolde.
(ii) Krinkels is een landelijk opererende aannemer van werken. Zij heeft in opdracht van het Waterschap Zuiderzeeland beschoeiing aangebracht aan de Bosruitertocht in Zeewolde. In het najaar van 2017 heeft zij daartoe op deze locatie grondroerende werkzaamheden uitgevoerd.
(iii) Op deze werkzaamheden was de CROW 500 van toepassing. Daarin staat onder meer het volgende:

Kabel of leiding NIET gevondenKan een kabel of leiding niet in het zoekgebied worden gevonden, dan moeten er aanvullende acties worden uitgevoerd. Hiervoor zijn de volgende mogelijkheden:
- verder zoeken tot 1 meter aan weerszijden van de theoretische ligging, ook wanneer daarmee de grens buiten het zoekgebied van de grondroering komt, of;
- werken zoals in een risicogebied, zie kennisthema Grondroeren nabij kabels en leidingen, of;
- in contact treden met de netbeheerder. De netbeheerder komt met een passende oplossing om de grondroering uit te kunnen voeren. Het kan nodig zijn dat de netbeheerder de kabel of leiding lokaliseert. Blijkt het een afwijkende situatie te zijn, handel dan zoals omschreven in kennisthema Afwijkende situatie.
(…)

4.Grondroeren nabij kabels en leidingen

Om tijdens het grondroeren schade aan kabels en leidingen te voorkomen, wordt een risicogebied geïntroduceerd. Binnen het risicogebied zal de werkmethode van grondroeren aangepast moeten worden. Buiten het risicogebied mag de grond zonder extra voorzorgsmaatregelen worden geroerd.
RisicogebiedHet gebied nabij een kabel of leiding, waarbinnen de grond niet zonder meer geroerd mag worden, is het risicogebied. Binnen het risicogebied is de grondroerder verplicht ervoor te zorgen dat de grondroering veilig wordt uitgevoerd zonder schade aan de aanwezige kabels en leidingen.
Afbakening van het risicogebied
- Het gebied 1,00 meter (links-rechts) uit de buitenkant en 0,50 meter boven de buitenkant van de kabel of leiding, waarvan de werkelijke ligging bepaald (en in het veld gemarkeerd) is.
- Het gehele graafprofiel als aanwezige kabels en leidingen niet vooraf zijn gelokaliseerd.
Werkmethoden binnen het risicogebiedGrondroeren binnen het risicogebied is mogelijk door de diverse lokalisatiemethoden (bijvoorbeeld voorsteken en scannen) te combineren met het grondroeren.”
(iv) Voorafgaand aan de werkzaamheden heeft Krinkels op 10 oktober 2017 een graafmelding, een zogeheten Kabels en Leidingen Informatie Centrum-melding (hierna: KLIC-melding), gedaan met betrekking tot grondroerende werkzaamheden.
(v) Liander heeft op 10 oktober 2017 in reactie op deze KLIC-melding onder meer laten weten dat in de graaflocatie een gasleiding hoge druk en een middenspanningskabel aanwezig zijn. Ook heeft Liander detailkaarten aangeleverd. De reactie van Liander vermeldt verder onder meer:

Aanwezigheid kabels en leidingen(...) Op de bijgevoegde tekening(en) is aangegeven waar de kabels en leidingen zich bevinden. De tekeningen zijn uitsluitend gebaseerd op de leggingsgegevens voor zover die bij ons bekend zijn. De exacte ligging, zowel in horizontale (x,y) als verticale (z) richting, kan door tal van oorzaken, waar op wij geen invloed hebben, afwijken. Het is belangrijk dat u altijd de exacte ligging lokaliseert (...).
(…)
Veilig werkenOm een veilige uitvoering van uw werkzaamheden te bevorderen, verwijzen wij u naar de CROW-publicatie 500 ‘Schade voorkomen aan kabels en leidingen’. (…) De CROW publicatie 500 is van toepassing op het gehele graafproces.
Als u de kabel of leiding niet kunt vinden, dan kunt u contact met ons opnemen. Onze medewerker Schadepreventie helpt u die kabel of leiding te lokaliseren.”
(vi) Volgens de tekeningen van Liander liep de middenspanningskabel evenwijdig aan
de weg. Na onderzoek heeft Krinkels geen middenspanningskabel aangetroffen. Krinkels heeft daarop besloten de grondroerwerkzaamheden rond en nabij de middenspanningskabel zoals in een risicogebied uit te voeren. Krinkels heeft de werkzaamheden daarom handmatig uitgevoerd met behulp van een zogeheten spuitlans. Ook tijdens die werkzaamheden heeft Krinkels de middenspanningskabel niet aangetroffen.
(vii) Op 17 december 2017 is een storing opgetreden. Liander heeft de kabel aan weerszijden van de watergang gekapt: er is een bypass gemaakt en sindsdien is de storing voorbij.
2.3
Liander vordert in deze procedure veroordeling van Krinkels tot betaling van een schadevergoeding van € 15.678,24. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen. Het hof heeft dat vonnis bekrachtigd. Daartoe heeft het hof, voor zover in cassatie van belang, het volgende overwogen.
Liander heeft aan haar vordering alleen ten grondslag gelegd dat Krinkels onzorgvuldig heeft gehandeld. Het hof moet dus beoordelen of Krinkels bij de uitvoering van haar grondroerderswerkzaamheden een zorgvuldigheidsnorm heeft geschonden jegens Liander. (rov. 6.2)
Bij gebreke van een concrete wettelijke normering van de door grondroerders in acht te nemen zorgvuldigheidsnorm, komt bij de invulling van die norm groot gewicht toe aan de per 1 januari 2017 geldende CROW 500. (rov. 6.3)
De CROW 500 vormt de weerslag van de binnen de beroepsgroep geldende opvattingen omtrent zorgvuldig handelen. Het is voor de graafpraktijk van groot belang dat duidelijkheid bestaat over de wijze waarop de betrokkenen (grondroerders en netbeheerders) hun zorgplicht moeten naleven. De rechter dient daarom bij de invulling van de zorgplicht in beginsel aan te sluiten bij deze Richtlijn. (rov. 6.4)
Krinkels zou volgens Liander om te beginnen niet hebben voldaan aan haar zorgplicht, doordat Krinkels de kabel niet heeft weten te lokaliseren. Liander miskent met dit verwijt echter dat, anders dan op grond van de voorganger van deze richtlijn – de CROW 250 – de CROW 500 geen resultaatsverplichting inhoudt om de op de tekening van de netbeheerder aangegeven kabels te vinden (‘de lokaliseerplicht’) en de netbeheerder te informeren wanneer de kabel niet gevonden kan worden. (rov. 6.5)
Voor de invulling van de zorgplicht die rustte op Krinkels moet worden aangesloten bij de CROW 500. Als een kabel of leiding niet kan worden gelokaliseerd, schrijft de CROW 500 voor dat er aanvullende acties moeten worden uitgevoerd. Daartoe bestaan drie mogelijkheden (zie hiervoor in 2.2 onder (iii)). Blijkens de formulering betreffen dit alternatieve mogelijkheden tot aanvullende actie, die de grondroerder ter beschikking staan in geval van het niet kunnen vinden van een kabel of leiding. Dit alles is een kwestie van uitleg, waarbij het hof alle omstandigheden van het geval in aanmerking heeft genomen. Het heeft daarbij groot belang toegekend aan de bewoordingen van de CROW 500, vanwege de strekking en functie ervan als weerslag van de binnen de beroepsgroep geldende opvattingen omtrent zorgvuldig handelen voor alle bij graafwerkzaamheden betrokkenen en de daaruit voortvloeiende noodzaak van een eenvormige uitleg. Liander heeft ook te weinig feitelijkheden voor een andersluidende lezing gesteld. (rov. 6.6)
Krinkels heeft ervoor gekozen te werken als in een risicogebied. De CROW 500 schrijft voor dat binnen het risicogebied de grondroerder verplicht is ervoor te zorgen dat de grondroering veilig wordt uitgevoerd zonder schade aan de aanwezige kabels en leidingen. (rov. 6.7)
Anders dan Liander heeft betoogd, is hiermee uitdrukkelijk voorzien in de mogelijkheid grondroerderswerkzaamheden te verrichten zonder dat aanwezige kabels voorafgaand aan die werkzaamheden zijn gelokaliseerd. Bij de omschrijving van werkmethoden binnen het risicogebied is bovendien nog eens uitdrukkelijk opgenomen dat grondroeren binnen het risicogebied mogelijk is door lokalisatiemethoden te combineren met het grondroeren. (rov. 6.9)
Liander heeft voorts verdedigd dat in geval van niet-lokalisering de grondroerder alleen de keuze heeft de netbeheerder te bellen, ofwel ‘het goed op te lossen’, in de zin dat geen schade wordt toegebracht aan kabels en leidingen. (rov. 6.9)
Niet gebleken is dat de CROW 500 in afwijking dat de tekst de verplichting inhoudt een rangorde binnen de geboden mogelijkheden te volgen. Het enkele verwijt dat Krinkels de netbeheerder niet heeft gebeld, kan de gestelde onzorgvuldigheid niet schragen. (rov. 6.10)
Het hof begrijpt het betoog van Liander vervolgens zo dat op grond van de CROW 500 bij grondroeren weliswaar niet-vooraflokaliseren zou zijn toegestaan, maar dat de zorgplicht dan zou inhouden ‘het niet veroorzaken van schade’ en in zoverre een resultaatsverplichting zou behelzen. Met het enkele veroorzaken van schade zou daarmee aansprakelijkheid zijn gegeven en de toedracht zou er niet toe doen. (rov. 6.11)
Het hof volgt Liander niet in haar interpretatie van de CROW 500. De bewoordingen van de CROW 500 bieden geen, althans onvoldoende, steun aan de stelling van Liander dat de grondroerder reeds aansprakelijk zou zijn op de enkele grond dat schade is toegebracht aan niet-gelokaliseerde kabels en leidingen, hoewel is gewerkt op de volgens de CROW 500 voorgeschreven wijze, waarbij de grondroerder een drietal keuzemogelijkheden is gelaten en Krinkels er in deze zaak voor heeft gekozen bij de grondroering te werk te gaan als in een risicogebied. De CROW 500 behelst geen risicoaansprakelijkheid, ook niet de facto. (rov. 6.12-6.14)
Liander heeft in het licht van de gemotiveerde betwisting door Krinkels onvoldoende onderbouwd waarom Krinkels bij haar werkzaamheden in het risicogebied onzorgvuldig zou zijn geweest door de spuitlans te hanteren zonder T-stuk. Het hof concludeert dat Liander onvoldoende gemotiveerd heeft gesteld dat Krinkels als grondroerder enige zorgvuldigheidsnorm heeft geschonden. (rov. 6.15-6.16)

3.Beoordeling van het middel

3.1
Het gaat in deze zaak om de verplichtingen van degene die grondroerwerkzaamheden uitvoert en de betekenis daarbij van de CROW 500. Evenals haar voorganger, de CROW 250, vormt de CROW 500 de weerslag van de binnen de beroepsgroep geldende opvattingen omtrent zorgvuldig handelen bij grondroerwerkzaamheden. Voor de praktijk is van belang dat duidelijkheid bestaat over de wijze waarop de bij grondroerwerkzaamheden betrokkenen hun zorgplicht moeten naleven. De rechter dient daarom bij de invulling van de zorgplicht in beginsel bij de CROW 500 aan te sluiten. [1] Het hof heeft dat terecht tot uitgangspunt genomen. Eveneens terecht heeft het hof overwogen dat strekking en functie van de CROW 500 eenvormige uitleg wenselijk maken, waarbij groot belang toekomt aan de bewoordingen van de CROW 500.
3.2
Als een kabel of leiding voorafgaande aan grondroerwerkzaamheden niet in het zoekgebied kan worden gevonden, moeten er volgens de CROW 500 aanvullende acties worden uitgevoerd. Deze kunnen worden samengevat als: verder zoeken buiten het zoekgebied, het werken zoals in een risicogebied of het in contact treden met de netbeheerder (zie hiervoor in 2.2 onder (iii)). Het hof heeft overwogen dat de CROW 500 hiermee uitdrukkelijk voorziet in de mogelijkheid grondroerwerkzaamheden te verrichten zonder dat aanwezige kabels en leidingen voorafgaand aan die werkzaamheden zijn gelokaliseerd. Daarmee heeft het hof ook het betoog van Liander verworpen dat uit de CROW 500 volgt dat kabels en leidingen steeds al in de ontwerpfase moeten worden gelokaliseerd. Dat oordeel is niet onbegrijpelijk en de daartegen gerichte klachten van het middel falen.
3.3.1
Krinkels heeft ervoor gekozen te werken zoals in een risicogebied. De CROW 500 omschrijft het risicogebied als het “gebied nabij een kabel of leiding, waarbinnen de grond niet zonder meer geroerd mag worden”. Binnen het risicogebied is de grondroerder volgens de CROW 500 “verplicht (…) ervoor te zorgen dat de grondroering veilig wordt uitgevoerd zonder schade aan de aanwezige kabels en leidingen” (zie hiervoor in 2.2 onder (iii)).
3.3.2
Liander heeft voor het hof aangevoerd dat uit de hiervoor weergegeven passages van de CROW 500 volgt dat de grondroerder die kabels of leidingen in het zoekgebied niet heeft kunnen vinden, en vervolgens ervoor kiest te werken zoals in een risicogebied, aansprakelijk is op de enkele grond dat schade is toegebracht aan niet-gelokaliseerde kabels en leidingen. Met het veroorzaken van schade zou aansprakelijkheid zijn gegeven en de feitelijke toedracht van de beschadiging zou niet ter zake doen. Het hof heeft overwogen (zie hiervoor in 2.3) dat de CROW 500 voor deze uitleg van Liander onvoldoende steun biedt. De CROW 500 houdt volgens het hof geen risicoaansprakelijkheid in, ook niet de facto, zoals door Liander bepleit. Ook die uitleg is niet onbegrijpelijk. De daarop gerichte klachten falen.
3.4
De overige klachten van het middel kunnen evenmin tot cassatie leiden. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie art. 81 lid 1 RO).
3.5
Opmerking verdient nog het volgende. De hiervoor in 3.3.1 weergegeven passages in de CROW 500 impliceren dat op een grondroerder in een risicogebied de verplichting rust zo veilig te werken dat kabel- en leidingschade wordt voorkomen, zowel in het geval dat de kabels en leidingen met theoretische ligging in het zoekgebied vooraf zijn gelokaliseerd, als in het geval dat die kabels en leidingen niet (of niet alle) zijn gevonden. Treedt in het risicogebied toch schade op aan een kabel of leiding die vooraf was gelokaliseerd of waarvan de theoretische ligging zich in het zoekgebied bevond, en staat vast dat de schade het gevolg is van de werkzaamheden van de grondroerder, dan wordt vermoed dat de grondroerder onvoldoende veilig en daarmee onzorgvuldig heeft gewerkt.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt Liander in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Krinkels begroot op € 2.845,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Liander deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, C.E. du Perron, F.R. Salomons, G.C. Makkink en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
15 december 2023.

Voetnoten

1.Vgl. HR 25 mei 2018, ECLI:NL:HR:2018:772, rov. 3.7.2.