ECLI:NL:HR:2023:1749

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 december 2023
Publicatiedatum
14 december 2023
Zaaknummer
22/04702
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over opschorting van afgifte bill of lading in verbintenissenrechtelijke context

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 december 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de Stichting Evenaar, gevestigd te Almere. De Stichting had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 18 oktober 2022. De zaak betreft een geschil over de opschorting van de afgifte van een bill of lading in het kader van een bemiddelingsovereenkomst voor de aankoop van 'moorties' vanuit India voor een tempel in Almere. De bemiddelaar beroept zich op een opschortingsrecht in verband met een vrijwaringsafspraak en de vraag is of dit opschortingsrecht ook betrekking had op een door de bemiddelaar toegezegde betaling van 1.200.000 Indiase roepies. De Hoge Raad heeft de klachten van de Stichting over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep verworpen en de Stichting veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder zijn begroot op nihil.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/04702
Datum15 december 2023
ARREST
In de zaak van
STICHTING EVENAAR,
gevestigd te Almere,
EISERES tot cassatie,
hierna: de Stichting,
advocaat: A.C. van Schaick,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats], India,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: [verweerder],
niet verschenen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding tot dusver verwijst de Hoge Raad naar:
a. zijn arrest tussen partijen in de zaak 18/02218 van 12 april 2019 (ECLI:NL:HR:2019:566);
b. het vonnis in de zaak 405748/HL ZA 15-365 van de rechtbank Midden-Nederland van 27 mei 2020;
c. de arresten in de zaak 200.284.925/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 22 juni 2021 en 18 oktober 2022.
De Stichting heeft tegen het arrest van het hof van 18 oktober 2022 beroep in cassatie ingesteld.
Tegen [verweerder] is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de Stichting heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt de Stichting in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, F.R. Salomons en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
15 december 2023.