ECLI:NL:HR:2023:1739

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 december 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
22/04307
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslag op auto van klaagster t.z.v. verdenking van rijden zonder rijbewijs

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 december 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 7 november 2022. De zaak betreft een klaagschrift van de klaagster, die in verband met een verdenking van rijden zonder rijbewijs, bezwaar maakte tegen het beslag op haar auto. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het belang van de strafvordering zich verzet tegen opheffing van het beslag, omdat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter de inbeslaggenomen auto verbeurd zal verklaren. De Hoge Raad heeft de klachten van de klaagster over deze uitspraak beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad heeft daarbij aangegeven dat het niet nodig is om te motiveren waarom tot dit oordeel is gekomen, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep van de klaagster dan ook verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/04307 B
Datum12 december 2023
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 7 november 2022, nummer RK 22/019159, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klaagster],
geboren op [geboortedatum] 1993,
hierna: de klaagster.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klaagster. Namens deze hebben R.J. Baumgardt en S. van den Akker, beiden advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren C. Caminada en C.N. Dalebout, in bijzijn van de waarnemend griffier B.C. Broekhuizen-Meuter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
12 december 2023.