Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beslissing
12 december 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 december 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de betrokkene, die betrokken was bij een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De betrokkene, geboren in 1968, had geen cassatiemiddelen ingediend, waardoor de Hoge Raad niet in staat was om het beroep in behandeling te nemen. De advocaat-generaal D.J.C. Aben concludeerde dat de betrokkene niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn cassatieberoep. De Hoge Raad oordeelde dat de wettelijke termijn voor het indienen van een schriftuur met cassatiemiddelen niet was nageleefd, wat leidde tot de beslissing om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. Dit arrest is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, en werd uitgesproken tijdens een openbare terechtzitting.