Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beslissing
28 november 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 november 2023 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 19 oktober 2022 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die in 2021 in Eindhoven een taxichauffeur heeft aangevallen door meermalen met een mes in de richting van zijn hoofd en nek te steken, wat valt onder poging tot moord volgens artikel 289 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, waarbij R.J. Baumgardt, advocaat te Rotterdam, een schriftuur heeft ingediend. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het hof niet kunnen slagen. De procureur-generaal heeft de gelegenheid gekregen om advies uit te brengen, maar de Hoge Raad heeft besloten het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Het arrest is uitgesproken in aanwezigheid van de vice-president en twee raadsheren, met de waarnemend griffier aanwezig.