Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
Schoonmaakkosten Audi A6 € 485,00 +
Smartengeld € 15.000,00 +
- Ten aanzien van de gevorderde schade met betrekking tot de jas van [benadeelde] (post 1) is onvoldoende onderbouwd dat de desbetreffende jas een waarde van € 490,00 had.
- Ten aanzien van de gevorderde schade met betrekking tot de reparatie van het hemeldak van de auto van [benadeelde] (post 2), is het gevorderde bedrag van € 1.712,15 (het hof begrijpt: post 2 inclusief btw) disproportioneel hoog, zodat het hof een bedrag van ten hoogste € 350,00 dient toe te wijzen.
- De gevorderde schade met betrekking tot de inkomstenderving van [benadeelde] (post 7) brengt primair een onevenredige belasting van het strafgeding met zich, zodat de vordering in zoverre dient te worden afgewezen en moet worden verwezen naar de burgerlijke rechter. Subsidiair is deze post onvoldoende onderbouwd en dient de vordering in zoverre niet-ontvankelijk verklaard te worden.
- De gevorderde immateriële schade (post 9) is hoog, terwijl uit rechtspraak in vergelijkbare gevallen blijkt van lagere toewijzingen, zodat een eventueel toe te wijzen bedrag gematigd dient te worden tot een bedrag van € 5.000,00.
- Ten aanzien van de gevorderde schade met betrekking tot de jas (post 1) heeft de benadeelde partij voldoende onderbouwd dat deze een waarde van € 490,00 had. De benadeelde partij heeft immers een factuur bijgevoegd die gedateerd is grofweg een maand voor het bewezenverklaarde. Daaruit blijkt van een aankoopprijs van € 490,00.
- Ten aanzien van de gevorderde schade met betrekking tot de reparatie van het hemeldak van de auto van [benadeelde] (post 2) heeft de benadeelde partij voldoende onderbouwd dat de kosten daarvan € 1.415,00 bedragen. De benadeelde partij heeft ter onderbouwing daarvan immers een offerte bijgevoegd waaruit deze kosten blijken. Deze kosten komen het hof bovendien redelijk voor.
- Ten aanzien van de gevorderde schade met betrekking tot de inkomstenderving (post 7) is het hof van oordeel dat de benadeelde partij door middel van haar aanvulling d.d. 4 oktober 2022, voldoende heeft onderbouwd dat [benadeelde] een inkomstenderving van € 12,566,31 heeft geleden.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) jaren;
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
€ 30.642,70 (dertigduizend zeshonderdtweeënveertig euro en zeventig eurocent)bestaande uit € 15.642,70 (vijftienduizend zeshonderdtweeënveertig euro en zeventig eurocent) materiële schade en € 15.000,00 (vijftienduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 30.642,70 (dertigduizend zeshonderdtweeënveertig euro en zeventig eurocent)bestaande uit € 15.642,70 (vijftienduizend zeshonderdtweeënveertig euro en zeventig eurocent) materiële schade en € 15.000,00 (vijftienduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
188 (honderdachtentachtig)dagen;