ECLI:NL:HR:2023:1570
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aftrekbaarheid van boeterente bij vervroegde aflossing eigenwoningschuld
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 november 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de aftrekbaarheid van boeterente bij vervroegde aflossing van een eigenwoningschuld. De belanghebbende, vertegenwoordigd door I.J. Janssens, had beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 13 december 2022. De zaak betreft een leningovereenkomst die de belanghebbende in 2011 met zijn besloten vennootschap (BV) is aangegaan voor de financiering van zijn eigen woning. Na gedeeltelijke aflossingen en het aangaan van een nieuwe lening, heeft de BV een boeterente in rekening gebracht die de belanghebbende niet in aftrek mocht brengen volgens de Inspecteur. Het Hof oordeelde dat de boeterente als vooruitbetaalde rente moest worden aangemerkt, wat de belanghebbende betwistte.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de boeterente die is betaald bij het vervroegd aflossen van een eigenwoningschuld aftrekbaar is, mits deze zakelijk is. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam voor een hernieuwde beoordeling van het subsidiaire standpunt van de belanghebbende. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de belanghebbende deels gegrond zijn, vooral met betrekking tot de behandeling van de boeterente als vooruitbetaalde rente. De Staatssecretaris van Financiën werd veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende en het griffierecht.