ECLI:NL:GHDHA:2022:2501
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- H.A.J. Kroon
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- M.J.M. van der Weijden
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aftrekbaarheid van rente eigenwoningschuld en boeterente
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag over de aftrekbaarheid van rente en boeterente in verband met eigenwoningschuld. Belanghebbende, die tevens bestuurder en enig aandeelhouder is van een BV, had een leningsovereenkomst met deze BV voor de financiering van zijn eigen woning. De Inspecteur had de aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2016 opgelegd, waarbij hij een deel van de rente niet in aftrek toestond. Belanghebbende stelde dat de boeterente die hij had betaald bij een gedeeltelijke aflossing van de lening ook aftrekbaar was. De Rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een reële aflossing, omdat belanghebbende direct na de aflossing een nieuwe lening bij de BV was aangegaan. Het Hof bevestigde dit oordeel en oordeelde dat de boeterente niet voor aftrek in aanmerking kwam, omdat deze werd aangemerkt als vooruitbetaalde rente. Het Hof concludeerde dat de aanslag naar het juiste bedrag was vastgesteld en dat de Inspecteur terecht de aftrek had gecorrigeerd. De uitspraak van de Rechtbank werd bevestigd.