ECLI:NL:HR:2023:1551
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam over naheffingsaanslag parkeerbelasting
In deze zaak heeft belanghebbende, vertegenwoordigd door I.N.D.J. Rissema, beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 13 december 2022, nr. 22/00024. Dit hoger beroep volgde op een eerdere uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (nr. AMS 20/5122) die betrekking had op een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de parkeerbelasting. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken op 10 november 2023 door de raadsheer M.W.C. Feteris als voorzitter, samen met de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in aanwezigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.