Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
7 november 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 november 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 2 november 2021. De verdachte, geboren in 2002, was in hoger beroep veroordeeld voor openlijke geweldpleging tegen personen en diefstal. De cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat S.J. van der Woude. In de cassatieprocedure zijn verschillende middelen ingediend, waaronder een bewijsklacht met betrekking tot de betrouwbaarheid van de herkenning van de verdachte en een klacht over de strafmotivering. De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de eerdere uitspraak van het gerechtshof in stand blijft.