2.2.2Deze bewezenverklaring steunt op onder meer de volgende bewijsmiddelen:
“15. Een proces-verbaal van bevindingen betreffende ‘incidenten 10 februari 2005 en 25 februari 2005’ (hof: relaas zaaksdossier B1) d.d. 30 mei 2017 (map 02, p. 3 tot en met 112 en meer in het bijzonder de pagina’ s: 9, 13, 15, 16, 20, 21, 70, 96), inhoudende voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
(...)
Aantreffen vluchtauto Renault Express 8 maart 2005
Op 8 maart 2005 omstreeks 22:18 uur wordt aan de Kanaaldijk te Diemen een Renault Express, die in brand stond, aangetroffen. In het voertuig zijn papieren en bijbehorende cd-roms aangetroffen en veiliggesteld. Het betreffen papieren en cd-roms afkomstig van de gestolen waardezending uit de waarde transportauto van de roofoverval op 25 februari 2005 te Schiphol.
(...)
26. Een proces-verbaal van bevindingen van de Koninklijke Marechaussee d.d. 22 februari 2006 (map 90, p. 290 - 301), inhoudende voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Bevindingen betreffende de datum 08 maart 2005
Tijdens het onderzoek is vast komen te staan dat [betrokkene 6] werkzaam is als medewerker informatiecentrum van het stadsdeelkantoor Oud-West (het hof begrijpt: Oud-Zuid) te Amsterdam.
Door de Koninklijke Marechaussee is op 2 of 3 maart 2005 gevraagd de plattegronden van de Moreelsestraat 37-2 te Amsterdam ter beschikking te stellen, in verband met een lopend rechercheonderzoek. Het ophalen van de plattegronden bij stadsdeelkantoor Oud-Zuid moet op of omstreeks 7 maart 2005 geweest zijn.
Verklaringen verdachte [betrokkene 6]
Op vrijdag 20 januari 2006, omstreeks 14:38 uur is verdachte [betrokkene 6] gehoord. Zij antwoordde op de navolgende vragen:
V: Waarom is [betrokkene 5] begin maart 2005 weggegaan? Hebben jullie toen ruzie gehad?
A: Om twee redenen, eerst omdat de relatie niet goed ging omdat hij iemand anders had. En omdat op mijn werk op gegeven moment archiefstukken met spoed werden opgevraagd door de Koninklijke Marechaussee en die stukken kwamen via mij en daarop zag ik mijn eigen adres staan. Dit was begin maart 2005 geweest.
V: Wist u toen gelijk waarom de gegevens werden opgevraagd.
A: nee alleen dat het een pandenarchief betrof van mijn adres en dat het voor de recherche was.
Vervolgens is door de verhorende verbalisanten een tapgesprek voorgelezen, nr. 6 van lijn 12, d.d. 8 maart 2005, 10.00 uur.
V: U belt u met [betrokkene 5] (het hof begrijpt: [betrokkene 5] ). U zegt tegen hem dat u ziek bent en dat hij thuis moet komen. Hij zegt dat hij naar huis gaat.
A: Dat klopt door hetgeen ik zojuist aan u verteld heb, was ik echt ziek, ik was er echt ziek van. En ja, toen is hij naar huis gekomen.
Op zondag 22 januari 2006, omstreeks 13:17 uur is verdachte [betrokkene 6] nogmaals gehoord. Zij antwoordde op de navolgende vragen:
V: Waarom moest [betrokkene 5] dan het huis uit?
A: Het was mij duidelijk waarom jullie stukken opvragen. Ik heb 1 keer eerder een inval meegemaakt. Mijn gedachte er achter was dat er mogelijk weer een inval zou kunnen komen. Dat is mijn enige reden.
Afgeluisterde en opgenomen telecommunicatie
Op 8 maart 2005 omstreeks 10.00 uur is er een gesprek opgenomen waarbij [betrokkene 6] naar [betrokkene 12] (het hof begrijpt: [betrokkene 5] belt en zij vraagt of [betrokkene 5] thuis wil komen.
[betrokkene 12] wgb (hof: wordt gebeld door) [betrokkene 6]
geeft aan dat ze net gespuugd heeft en vraagt aan [betrokkene 12] of hij nu even naar huis wil komen. [betrokkene 12] geeft aan dat hij eraan komt.
Op 8 maart 2005 omstreeks 10.26 uur is er een gesprek opgenomen waarbij [betrokkene 5] naar [verdachte] belt en zij afspreken elkaar te ontmoeten, bij de kapper in de P.C. Hooftstraat omdat [betrokkene 5] daar zit.
Binnen het onderzoek “ROCK” zijn de printlijsten opgevraagd van het telefoonverkeer tussen de telefoonnummers welke in gebruik zijn [verdachte] en [betrokkene 5] . Hieruit blijkt dat op 8 maart 2005 een verhoogd telecomverkeer plaatsvindt dan wel pogingen daartoe tussen [verdachte] en [betrokkene 5] .
Op 8 maart 2005 om 12.40 uur, 13.38 uur en 13.43 uur is er op lijn 12 gesprek nummer 250049550, 250049551 en 250049554 een gesprek opgenomen waarbij door [betrokkene 5] en [verdachte] kennelijk heimelijk afspraken worden gemaakt elkaar te ontmoeten.
27. Een proces-verbaal van bevindingen van de Koninklijke Marechaussee d.d. 27 februari 2006 (map 90, p. 191 - 193), inhoudende voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Naar aanleiding van de opgevraagde printlijsten heb ik, verbalisant, een onderzoek ingesteld naar het belgedrag met het nummer [telefoonnummer 1] . Uit het onderzoek is bekend geworden dat [verdachte] dit nummer gebruikt.
Op 8 maart 2005 heeft [verdachte] :
- 8x contact met het nummer [telefoonnummer 2] waarvan bekend is geworden dat dit in gebruik is bij [betrokkene 5] ;
- 3x contact met telefoonnummer dat in gebruik is bij [betrokkene 11] .
28. Een proces-verbaal van bevindingen van de Koninklijke Marechaussee d.d. 31 januari 2006 (map 97, dossierpagina 25-27), inhoudende voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
In het kader van het rechercheonderzoek “ROCK” heeft op maandag 9 januari 2006 een doorzoeking plaatsgevonden in een woning gelegen aan de [a-straat 1] te [plaats] zijnde het woonadres van de verdachte [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1964. Tijdens deze doorzoeking heb ik, verbalisant [verbalisant] onder andere een kamer doorzocht, gelegen achter de grote slaapkamer op de verdieping boven de huiskamer. Langs de rechterwand van deze ruimte, gezien vanuit de deuropening, bevond zich een roede waaraan een groot aantal kledingstukken hing, waaronder een twintigtal herenjassen. In één van de zakken van één van deze jassen trof ik een klein opgevouwen velletje papier aan, met hierop een aantal notities. Gezien de aard van deze notities rees bij mij het vermoeden dat een en ander betrekking had op diamanten.
29. Een proces-verbaal van bevindingen van de Koninklijke Marechaussee d.d. 14 februari 2006 (map 91, dossierpagina 14-32), inhoudende voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Tijdens de doorzoeking op 9 januari 2006 in het pand [a-straat 1] te [plaats] , zijnde de woning van [verdachte] , werd in de zak van een jas een gelinieerd papier aangetroffen met daarop enkele handgeschreven aantekeningen.
Ik, verbalisant, las op het gelinieerde A4 papier, aangetroffen bij [verdachte] , verschillende handgeschreven aantekeningen, waaronder verschillende bedragen, en:
Yellow Hart 2,92
Cus Yellow 8,05
Cus Yellow 8,03
Em.F.I. 5,09
Door mij, verbalisant zijn de notities van [verdachte] vergeleken met de eerder in het onderzoek verzamelde specificaties van de weggenomen zending waardevolle goederen van 25 februari 2005.
De inbeslaggenomen notitie betreft omschrijvingen van geslepen diamanten aan de hand van 3 'C's', te weten gewicht in karaat, kleur en zuiverheid. Bij enkele omschrijvingen werd ook een vorm genoteerd.
Tijdens het onderzoek 'ROCK' is meerdere malen samengewerkt met de Gerechtelijke Dienst te België, Antwerpen. Te Antwerpen is het team 'Diamant' van de federale politie gespecialiseerd in onderzoeken met betrekking tot vermogensdelicten.
Op 26 januari 2005 heb ik middels een rechtshulpverzoek een gedetailleerde vraagstelling verzonden omtrent ‘afwijkende’ aantekeningen op de notities. Dit onderzoek heeft geresulteerd in een reactie van drie benadeelden/aangevers op de volgende notities op de aantekeningen van [verdachte] , te weten:
Yellow Hart 2.92 ( [verdachte] )
Cus Yellow 8,03 ( [verdachte] )
Cus Yellow 8.05 ( [verdachte] )
EM F.I. 5,09 ( [verdachte] )
De benadeelde en aangever [A] geeft aan dat de omschrijvingen “Yellow Hart 2,92' en getekende hartvorm met aanduiding ‘2,92’ de volgende specificatie moet betreffen:
Karaat
Kleur
Vorm
Firma
52) 2,90
ARP-29/
A52-2
Heart
shape
[A]
Deze diamant is gezien de afwijkende kleur geel en de geslepen hartvorm als ‘zeer zeldzaam’ aan te merken.
De benadeelde en aangever [B] geeft aan dat de omschrijvingen Cus Yellow 8,03' en ‘Cus Yellow 8,05’ de volgende specificaties moet betreffen:
Karaat
Kleur
Zuiverheid
Vorm
Firma
53) 8,01
K
VS
Old cut
[B]
54) 8,04
L
VS
Old cut
[B]
De bovengenoemde diamanten met een gewicht van boven de acht karaat zijn zelfs in algemene begrippen als ‘zeer zeldzaam’ aan te merken. Deze diamanten zouden op 25 februari 2005 als paar worden verzonden. De aantekeningen, aangetroffen bij [verdachte] , tonen de genoemde specificaties ook bij elkaar vermeld.
De benadeelde en aangever [C 1] geeft aan dat de ‘EM F.I. 5,09’ omschrijving de volgende specificaties moet betreffen:
Karaat
Kleur
Zuiverheid
Vorm
Instantie
Cert.nummer
Firma
55) 5,07
Fancy vivid Yellow
VVS 2
Emerald cut
GIA
12242771
[C 1]
30. Een proces-verbaal van verhoor van getuige [betrokkene 21] d.d. 14 februari 2006 (map 91 dossierpagina 121-123), inhoudende voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
[betrokkene 21] is als deskundige op het gebied van edelstenen en diamanten verbonden aan het Nederlands Edelsteen Laboratorium. Vanuit deze expertise is [betrokkene 21] gedurende het verloop van onderzoek “Rock” diverse malen benaderd door personeel van het onderzoeksteam voor nadere toelichtingen met betrekking tot diamanten.
[betrokkene 21] wordt door mij, verbalisant, na toelichting over onderzoek “ROCK” uitgelegd dat tijdens doorzoekingen op 9 januari 2006 aantekeningen, betrekking hebbende op diamanten, in beslag zijn genomen. Deze aantekeningen zijn [betrokkene 21] getoond. Hier is reeds afzonderlijk proces-verbaal van opgemaakt waarin [betrokkene 21] heeft vastgesteld dat deze aantekeningen betrekking hebben op diamanten. [betrokkene 21] wordt door mij, verbalisant, uitgelegd dat nu per proces-verbaal van bevindingen deze aantekeningen zijn vergeleken met de bij het onderzoeksteam aanwezige (diamant)specificaties van de weggenomen zending van 25 februari 2005 te luchthaven Schiphol. Hierbij worden door mij, verbalisant, de aantekeningen en de specificaties van de weggenomen zending van 25 februari 2005 aan [betrokkene 21] getoond waarvan bij mij het ernstig vermoeden is ontstaan dat deze overeenkomen.
Naar aanleiding van het vorengenoemde wenste [betrokkene 21] hierop het volgende te verklaren:
“U heeft mij zojuist uw per proces-verbaal verwoorde bevindingen getoond.
Daarnaast geeft u aan (het hof leest: dat) 4 diamanten, te weten een ‘yellow heart’, 2 diamanten van 8 karaat en één van 5 karaat, overeenkomen met specificaties uit de weggenomen zending. Tevens hebben 3 benadeelde ondernemingen hierop gereageerd.
Met betrekking tot de diamantomschrijving met de 'yellow heart' omschrijving kan ik u het volgende verklaren: qua gewicht en kleur betreft het hier een diamant die beslist zeldzaam is. De kans dat het hierbij om de diamant gaat, genoemd op specificaties van de weggenomen zending, is daarom zeer groot. Het verschil in gewicht is te verklaren uit niet nauwkeurig wegen, al of niet gecombineerd met mogelijke verkeerde afronding (in de handel is het gebruikelijk dat pas wordt afgerond naar boven wanneer het derde decimaal 9 betreft).
Met betrekking tot de twee diamantomschrijvingen van 8 karaat kan ik volgende verklaren: de in de specificaties van de benadeelde omschrijving 'Old cut’ betreft inderdaad die diamanten die een 'kussen' slijpvorm hebben. Dit komt terug op de twee aantekeningen van 8,03 en 8,04 karaat. Ook hier is de afwijking in gewicht als bovengenoemd te verklaren.
Gezien het gewicht van deze twee diamanten gaat het ook hier om zeldzame stenen en is een overeenkomst met de gegevens op de specificaties van de weggenomen zending waarschijnlijk.
Met betrekking tot de diamantomschrijving van 5 karaat kan ik het volgende verklaren: de omschrijving op de aantekeningen betreft ‘Em 5,09 F.I.’. ‘Em’ is een afkorting die veelvuldig gebruikt wordt voor de slijpomschrijving ‘Emerald Cut’. Het ligt voor de hand dat ‘F.I.’ staat voor Fancy Intensel, welke een omschrijving/term is die voorkomt in de kleurschaal die gebruikt wordt door de certificerende instantie G.I.A. van wie de specificatie afkomstig is. De omschrijving op het rapport in de aangifte, zijnde ‘Fancy Vivid’ ligt zeer dicht tegen deze beschrijving aan. Het gaat hier om nuanceverschillen die door een ‘leek’ nauwelijks opgemerkt worden. Ook hier is het gewichtsverschil uit te leggen als bovengenoemd.
31. Een proces-verbaal van bevindingen van de Koninklijke Marechaussee d.d. 9 december 2013 (map 66, dossierpagina ’s 7-8), met als bijlage een geschrift, zijnde een uitwerking Opgenomen Vertrouwelijke Communicatie (dossierpagina’s 9-15), inhoudende voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Op 24 september 2013 werd, naar aanleiding van informatie verstrekt door de politie Utrecht, in opdracht van de brigadeleiding besloten tot het instellen van een nader onderzoek naar de gewapende overval op 25 februari 2005 op de luchthaven Schiphol. In verband hiermee werd een onderzoeksteam samengesteld en werd onder de onderzoeksnaam “Eaton” nader onderzoek verricht. Op 30 september 2013 werd door het onderzoeksteam een CD ontvangen met daarop een gesprek, welke was verkregen via Opnemen Vertrouwelijke Communicatie met een technisch hulpmiddel (OVC), van maandag 17 juni 2013.
Deelnemers in het gesprek:
[betrokkene 22] : [betrokkene 22] , geboren op [geboortedatum] 1962 te [geboorteplaats]
[betrokkene 7] : [betrokkene 7] , geboren op [geboortedatum] 1964 te [geboorteplaats]
21:42:06
[betrokkene 7] : Zo'n groene batterij. Wat eh wat weegt die?
[betrokkene 22] : Ik weet niet.
[betrokkene 22] : Geen idee een kilo ofzo.
[betrokkene 7] : Zal best. Lood hè wegen die dingen.
[betrokkene 22] : Ja.
[betrokkene 7] : Ja.
[betrokkene 22] : Dat zijn ook van die dingen die weet ie helemaal niet.
[betrokkene 7] : Weet ie helemaal niet man.
[betrokkene 22] : Hoe komt ie eraan dan?
[betrokkene 7] : Ehh is niet van die [betrokkene 20] man.
[betrokkene 22] : Van wie is dat dan?
[betrokkene 7] : Is niet van die [betrokkene 20] , man. Ehh die is gewoon van die eeeeh hoe heet het... die gozer die ze neer hebben geknald weet je, die neger.
[betrokkene 22] : Die weet ook wel wat het is.
[betrokkene 7] : Watte
[betrokkene 22] : Die heb er ook geen verstand van.
[betrokkene 7] : Die weet wel wat het is, maar maar ehh ze communiceren niet meer zoveel met elkaar, weet je.
Eh die gozer zit in Suriname, weet je ehh die is veiliger daaro en die [betrokkene 20] heeft het via vrienden van hem hebt ie het terug kunnen halen. Die [betrokkene 20] wacht nog steeds op zijn geld ervan, weet je ook van die AK's allemaal. Die [betrokkene 20] heeft een pak verlies gemaakt daarop op die zaak, weet je.
[betrokkene 22] : Hmm
[betrokkene 7] : Van afstand hebben is ie ook helemaal niet. Weet ie ook helemaal niks van, weet ie helemaal niks ... (van of meer).
21:44:02
[betrokkene 7] : Nee hij is er ook huiverig voor geworden zelf, weet je.
[betrokkene 22] : Waarom?
[betrokkene 7] : Ja waarom ja huiverig in die zin dat ehh... Zelf wil ie er niet mee gelinkt worden, weet je. Bedoel ehh... die man heb genoeg. Die is nog steeds eh is ie paranoia dat een keertje die val voor hem dichtklapt, weet je. Zo nu en dan slaat ie helemaal door man.
[betrokkene 22] : Hmmm.
[betrokkene 7] : “Ik wacht op het moment dat er iemand zo gaat staan”, zegt ie dat zegt ie. Zoveel tijd zit erin, weet je.
[betrokkene 22] : Die wat?
[betrokkene 7] : “Ik wacht op het moment dat iemand zo gaat staan “ zegt ie. Ik zeg eh wie zou dat dan kunnen doen? Ik zeg eeeh jij? Ik zeg [verdachte] ? Tuurlijk niet man. Ja ehh hij is echt bang. Er zijn meerdere mensen die het weten, weet je.
[betrokkene 22] : Dat iemand het gaat vertellen?
[betrokkene 7] : Ja daar is ie bang voor, weet je dat iemand zo gaat staan, weet je met een ... n.t.v.
[betrokkene 22] : Hij weet wie erbij betrokken is?
[betrokkene 7] : Ja.
[betrokkene 22] : Dat lult toch niemand man.
[betrokkene 7] Nee.
[betrokkene 22] : Hmmm misschien denken zij wel over hem zo. Die andere. Dat hij zo gaat staan.
[betrokkene 7] : Hij is best wel gesloten hoor. Maar ja... het zit met name om die [verdachte] maakt hij zich zorgen, weet je.
[betrokkene 22] : Ja hmm.
[betrokkene 7] : Destijds dat ie ehh (korte stilte).
[betrokkene 22] : Waarom?
[betrokkene 7] : Die gasten hebben gewoon .... Zijn allemaal van die nietsnutten dat ie beschermt, weet je, die zwaar eh zwaar hebben mee lopen profiteren, weet je, eigenlijk.
[betrokkene 22] : Hij vertrouwt het niet?
[betrokkene 7] : Ja in die zin ehh het zal een reden hebben man. Hij eh hij hoort ook af en toe dingen van mensen, weet je. Dat ie ehhh.
[betrokkene 22] : Waarom werk jij dan met hem?
[betrokkene 7] : Ikke ik heb helemaal geen problemen met de man. Die man heeft mij nooit wat gedaan [betrokkene 22] .
[betrokkene 22] : Nee het hoeft maar 1 keer te gebeuren.
[betrokkene 7] : Ja neee maar eh kijk die [betrokkene 20] . Die [betrokkene 20] is paranoia man. Ik weet.. Ik weet ook eh die [verdachte] man en ze ehh. Hey die [betrokkene 20] mag hem eigenlijk dankbaar zijn man. Die eh die [verdachte] heeft alles gedaan man.
[betrokkene 22] : Hmm.
[betrokkene 7] : Die [verdachte] heeft alles gedaan man ze eh ha ehhmmh een lul, weet je, maar wel een lefgozer, weet je. Hey ehm die [betrokkene 20] durfde er niet op te gaan hoor.
[betrokkene 22] : Hmm.
[betrokkene 7] : Wat dat betreft ehhhh hebt ie het eigenlijk makkelijk gekregen, weet je.
[betrokkene 22] : Ja vind ik ook.
21:46:48
[betrokkene 7] : Ik weet ook van ehh van die [betrokkene 20] . Hij zegt: “Die lag in dat postkantoor of ehm...... bank dus ik moest die gozer meetrekken.” Hij zegt: “Als ie niks kan vinden.” Hij zegt: “Hij blijft doorgaan jongen.” Hey met zoeken, weet je.
[betrokkene 22] : [betrokkene 11] ?
[betrokkene 7] : Nee die [verdachte] , weet je gewoon, dat ken ie niet hebben als ie niks kan vinden, weet je. Ehm hij weet je hij moet het hebben, hij moet buit hebben, weet je. Hey ehm eh maar die [betrokkene 20] zegt: “Hey we zien niks wegwezen”, weet je. Hij zegt “Maar eh dan gaat hij nog ff door”. Dat zei die ook. Hij zei: “ [betrokkene 7] je moet hem meetrekken af en toe man” Hij zegt: “Als ie het niet ziet liggen hoor”. Hij zegt ehh
[betrokkene 22] : Anders ben je veel te lang binnen.
[betrokkene 7] : Ja volgens die [betrokkene 20] , volgens die [betrokkene 20] , weet je. Die [betrokkene 20] zegt ehhh: “Ja je hebt je tijd nodig om weg te gaan”, weet je. Het is een bliksemactie. Hij zegt: “Maar het gebeurde welis dat je er niet bij ken of ehh.. dat kon ie dan niet hebben”, weet je, dan ging ie door, weet je.
[betrokkene 22] : Ja.
[betrokkene 7] : Ja wat dat betreft is het wel een ehhh coole man inderdaad. Ik weet ook nog over hem in het toilet jonge dat ik naast hem zat hè. Samen op het toilet met zijn drieën.
[betrokkene 22] : Hmmm.
[betrokkene 7] : Nee met zijn tweeën. Ik alleen met hem.
21:48:00
[betrokkene 7] : Gewoon grappen maken, weet je. Ik sta helemaal strak man, ikke.
[betrokkene 22] : Welk toilet?
[betrokkene 7] : Ehhh op Schiphol man. Er zat een gozer naast ons te schijten, weet je. Precies naast ons. Op een gegeven moment, ik ging op die toiletpot staan en ehh hij ehh ging pissen, weet je. Zo weet je ehhhh weet je of ehh zitten, weet je, zodat die kerel onder die deur door kon kijken, want je zag iedereen zijn voeten daar, weet je.
[betrokkene 22] : Ja.
[betrokkene 7] : Gaat ie gewoon ehh gaat ie gewoon grappen maken jongen! Die gozer oeren terwijl ik. Hey ik denk hou je kanus man, weet je, houd je bek man.
[betrokkene 7] : ....... ntv.... dadelijk schiet ik in zijn neus ..... ntv..... gewoon wereldnieuws ehhh houd je bek man.
21:48:46
[betrokkene 7] : En ehh op het platform ook nog met die ehhm met die wagen met die bewaker ehm ... dat we daar voor schut gingen man, weet je. Dat die kerel zei: “Hey jullie hebben die wagen van ehh van ehh [betrokkene 10] gepakt”. “ [betrokkene 10] gepakt?” Hij zei: “Meen je dat nou? “. Maar hij ken heel goed lullen hij ken zich heel goed uitlullen, weet je gewoon. Ehm ik zou gelijk in paniek raken, weet je. In zijn paniek ik.
[betrokkene 22] : Ja.
[betrokkene 7] : Ik eh ik ik, weet je. Ik bij mij komt er agressie tevoorschijn, weet je. Ik eh zou vluchten gelijk, weet je. Ik denk bij mijn eigen hee eh op dat binnenterrein. Op dat binnenterrein moet je niet gepakt worden, weet je. Met een machinegeweer en een handgranaat, weet je. Je had gewoon 15 jaar gekregen. Je ken zeggen wat je wilt, maar ze gaan er gewoon vanuit daaro dat je het bent. Dat je dat je misschien terrorist ehh terrorist ehh ( [betrokkene 7] doet wat lacherig), weet je. Ehh hmm het ging bijna fout een machinegeweer in eehhm in een slaapzak man en een paar handgranaten en een pistool, weet je. Het moet niet fout gaan, weet je gewoon.
[betrokkene 22] : Hmmm.
[betrokkene 7] : Op een gegeven moment, hij begint gewoon met die kerel. Die kerel trekt gewoon de deur open. Maar die kerel denkt echt dat wij ehh gewoon personeel waren, weet je. Hij zegt eh hij zegt: “Ja ouwehoeren jij hebt hem van [betrokkene 10] gepakt man”. Van [betrokkene 10] ? Hij zegt... Iedereen heeft zijn eigen map dus hij... kijken. Hij zegt “Kelere”. Hij zegt: “Het is echt van [betrokkene 10] , ik ga hem terug brengen”. Hij zegt. Die kerel zegt: “NU!”. Die kerel met eh drie bewakers, strepen, alles weet je en bellen die reden gewoon achter ons aan man.
[betrokkene 22] : Meen je dat nou?
[betrokkene 7] : Ja die reed gewoon ehh. Hij zegt: “NU! Nu terugbrengen!”. Ik zeg wat ga je doen? Ik zo maar eh hey die uitgang. Wij eh wij staan hier de uitgang is hier. Weet je wel, om eh van het terrein af te komen. Maar waar die auto vandaan kwam, was op het binnenterrein, hier ergens. Ik zeg wat ga je doen?! Hij zegt: “Ik ga die auto terugbrengen”. En dan? Zeg ik. Ik zeg, die kerel laat het daar niet bij, die gaat verder praten hoor, weet je gewoon en dan staan we daaro. Dat weet ik gewoon. Ik zeg wat jij gaat doen. Ik zeg je ramt die je ramt nu die slagboom!! Zeg ik zo tegen hem. Meen je dat nou? Ik zeg Rammen man! Nou op een gegeven moment reed ie op die boom af ging ie in 1 keer voor ons open, weet je. Hahahaha (je hoort [betrokkene 7] lachen)
[betrokkene 22] : Wat deed die kerel?
[betrokkene 7] : Nee die kerel, die kerel reed achter ons aan nou. We gingen eerst, we gingen eerst de goeie kant op en in 1 keer maken we een rondje en ze stonden heel raar te kijken naar ons, weet je. Ehheheh ( [betrokkene 7] lacht wat). Reden we met een wagen weg zonder kentekenplaten, reden we gewoon de straat op.
[betrokkene 22] : Hmm
[betrokkene 7] : Ze hebben auto’s ook op het binnenterrein daar zitten geen kentekenplaten op. Ehh een heel stuk nog naar ehm richting Hoofddorp gereden man zonder kentekenplaten.
[betrokkene 22] : (je hoort [betrokkene 22] gniffelen).
[betrokkene 7] : Jaah (op een lachende toon).
[betrokkene 22] : (je hoort [betrokkene 22] lachen).
[betrokkene 7] : (je hoort [betrokkene 7] kuchen).
[betrokkene 22] : Wat deed die kerel? Kwam ie achter jullie aan of niet?
[betrokkene 7] : Nee nee die bleef bij die slagboom staan. Hij begreep het allemaal niet meer jongen die kerel... (op een lachende toon) ... die die wat doen die nou dat personeel, we hadden pakken ook aan man. We zagen er ehmm eh hmm als die koffertrekkers zagen we eruit allemaal man. Ja die kerel die keek ons aan jongen. Bij die boom. Toch nog een goed geheugen gehad hè die kerel hey.
[betrokkene 22] : Hmm
[betrokkene 7] : Achteraf hoor. He?
[betrokkene 22] : Heeft ie jou herkend?
[betrokkene 7] : Hij heeft mij eh hey mij ehh ik hey ik pas ook in die tekening man. Ik pas goed in die tekening die in de krant stond, weet je. Ze zeiden tegen mijn vader, dat is je zoon. Mijn vader zegt “dat is mijn zoon niet”, weet je man. Ik zeg weet niet ik ... ntv... zoon... Hij zegt ... ntv... Op een gegeven moment mijn advocaat zegt ook er passen er 13 in een dozijn. En een dozijn is 12 toch. Hij zegt in Amsterdam heb je een heleboel van dat soort types, weet je gewoon, die voor hem door kunnen gaan. Het is allemaal maar met een sisser afgelopen voor mij, weet je. Het had heel anders voor mij kunnen aflopen.
[betrokkene 22] : En die tekening. Was het hij die achter het stuur zat?
[betrokkene 7] : Hij zat achter het stuur.
[betrokkene 22] : Zijn tekening was het?
[betrokkene 7] : Het was hij of zij of ik, weet je gewoon.
[betrokkene 22] : Maar die kerel praatte met hem?
[betrokkene 7] : Die kerel ja, maar die keek ons allebei aan man. En die andere gasten die stonden er ook bij, weet je. Stonden ook te kijken, weet je gewoon.
[betrokkene 22] : En die waren met zijn tweeën?
[betrokkene 7] : Ja wij waren met zijn tweeën hun die waren met zijn vieren man. Vier man in een grote jeep, weet je. Die gele jeep van hun eigen bewaking van het binnenterrein, weet je. Waar alleen vliegtuigen rijden.
21:53:00
[betrokkene 7] : Op een gegeven moment heeft ie nog een telefoontje ook bij zich. Die kerel zit te praten. En op een gegeven moment hè. Doet ie net of ie belt. “Oh ja ik heb het gehoord ja”. Hij zegt “Ik moet ik moet nu die auto terugbrengen. Ja [betrokkene 10] ik kom eraan”, weet je gewoon. Dat deed ie gewoon ik zag die kerel. Die kerel zat helemaal verbouwereerd zat ie te kijken man. Dat deed ie gewoon.
[betrokkene 22] : Ooh hij deed dat.
[betrokkene 7] : Hij deed dat! Hij ken improviseren jongen die gozer die is een acteur! Ik ehm ik trek op dat moment die deur dicht. De mazzel ik ga niet eens met je in discussie man. Ik denk op dat moment alleen maar aan mijn vrijheid, wegwezen, weet je gewoon. Maar dat ehm dat bedoelt die [betrokkene 20] natuurlijk. Die [betrokkene 20] zegt: “Hij probeert zich overal uit te likken”, weet je. Hey maar wel eh daar op het terrein hè, waar moet je naar toe man. Als je als je die auto neerzet loop je daar met je slaapzak met je kussensloop rond. Daarin zit een machinegeweer een pistool en een handgranaat in. Allemaal kantoren heb je daaro. Elke ... elke ehm pier elke pier heb eh heb zijn eigen kantoor met personeelsleden, weet je. Hey het staat vol met camera's daaro. Je hebt de grootste problemen man.
[betrokkene 22] : Hmm
Korte stilte .... + - 15 seconden.
[betrokkene 7] : Aah wat dat betreft kijk die [betrokkene 20] heeft het allemaal bij elkaar gebracht, maar hij heeft het makkelijk gekregen. Hij heeft het echt makkelijk gekregen. Dat ehh... hij ehm ehh hij heeft gewoon de juiste mensen bij elkaar weten te brengen om die informatie te krijgen, weet je. Het is later uitgebreid hij zegt: “ [betrokkene 7] ”. Dat zei die ook nog. Hij zegt: “Ik ga daar van mijn leven niet op!” zei die ook. Dat zei die ook letterlijk, weet je. Ook tegen [verdachte] . Hij zegt: “Je mag meedoen, maar ik ga er niet op”.
[betrokkene 22] : Ja waarom niet? Wat is de reden?
[betrokkene 7] : Nee gewoon ......... vrijheid, blijheid.
[betrokkene 22] : Link.
[betrokkene 7] : Nee vrijheid, blijheid gewoon. Hij wou eromheen zijn, buiten. Buiten doken we hem op en niet de binnenkant.
[betrokkene 22] : Meen je dat nou? Parasiet.
[betrokkene 7] : Hehehe (lachje van [betrokkene 7] ) Neeh hij kon het eisen, omdat het eh zijn tip ehmm weet je alles bij mekaar, weet je. Hij zegt het gewoon omdat ie ehhh maar ja weet je, op zich ehh ik kon er op zich mee leven zeg je deelt allemaal gelijk mee, weet je en eeeh het is take it or leave it, weet je. Maar de eerste keer ging ik er gewoon voor. Maar toen dat fout ging hè wouden ze een week later wouden ze weer. Toen zat in mijn hoofd nog hey fuck dat man.
[betrokkene 22] : Ja maar wat zullen ze gedacht hebben man, toen.
[betrokkene 7] : Hey achteraf he achteraf, weet je gewoon ehh hadden ze ehhm hadden ze ehm zeiden ze ook van ehhmm achteraf wisten ze dat het twee weken eerder had moeten gebeuren, weet je.
[betrokkene 22] : Ja natuurlijk wel.
[betrokkene 7] : Achteraf wisten ze dat, weet je. Hey maar eh op dat moment ehh begrepen ehh begrepen ze het allemaal niet, weet je gewoon. Het schijnt vroeger daar vaker te zijn voorgevallen, weet je.
Insluipers op het terrein; weet je gewoon. Die gewoon eh lading komen stelen ofzo, weet je.
[betrokkene 22] : Hmm
[betrokkene 7] : Maar dat hoor ik dan via via via die eh [betrokkene 1] en ehhmm naja goed wat voor waarheid zit daar aan, weet je. Want eh ze kennen ook heel goed hun eigen pheh hun eigen straatje praten, weet je. Terwijl ik ehh in het hol van de leeuw zit.
21:56:23
... ntv... wat voor ze regelen. ... ntv...
21:56:37
[betrokkene 7] : Die [betrokkene 11] heeft toen mijn plek gepakt en ehh, die heeft een .... ‘oen’ (fonetisch) gehad, weet je.
32. Een proces-verbaal van bevindingen van de Koninklijke Marechaussee d.d. 14 april 2014 (map 66, dossierpagina’s 16-18), inhoudende voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
OVC-gesprek 17 juni 2013
Op maandag 30 september 2013 werd door het onderzoeksteam een CD ontvangen met daarop een gesprek, welke was verkregen via Opnemen Vertrouwelijke Communicatie met een technisch hulpmiddel (OVC), van maandag 17 juni 2013. Het bij ons in bezit zijnde gesprek voornoemd hebben wij laten bewerken door het team Data Processing Centrum van de afdeling Interceptie en Sensing van de Dienst Landelijke Operationele Samenwerking van de Landelijke Eenheid van Politie Nederland. Dit OVC-gesprek is beluisterd en verwerkt waarvan een afzonderlijk proces-verbaal is opgemaakt.
Uitluisteren OVC-gesprek bij DLOS
Op 8 april 2014 zijn wij, verbalisanten, bij de Dienst Landelijke Operationele Samenwerking (DLOS) geweest om 3 fragmenten, met behulp van een audio specialist, opnieuw te beluisteren. Deze 3 fragmenten waren hiervoor niet of zeer moeilijk verstaanbaar. De specialist heeft per fragment de audio gefilterd om het beter verstaanbaar te maken. Hieronder de 1e uitwerking en daaronder de 2e uitwerking (...):
Fragment 2:
1e uitwerking: P: ... ntv. Dadelijk schiet ik in zijn neus .... ntv.... gewoon wereldnieuws ehhh houd je bek man.
2e uitwerking: N:... had geschiedenis geweest.... gewoon wereldnieuws ehhh
P: houd je bek man.
Fragment 3:
1e uitwerking: .... ntv .... Wat voor ze regelen .... ntv ....
[betrokkene 7] : Die [betrokkene 11] heeft toen mijn plek gepakt en ehh, die heeft een ... 'oen' (fonetisch) gehad, weet je
2e uitwerking: .... ntv .... Wat voor ze regelen .. .. ntv .. ..
[betrokkene 7] : Die [betrokkene 11] heeft toen mijn plek gepakt en ehh, die heeft een 'mejoen' (fonetisch) gehad, weet je
(...)
37. Een proces-verbaal van bevindingen van de Koninklijke Marechaussee ‘met betrekking tot stelselmatig ingewonnen informatie’ d.d. 23 mei 2017 (map 65, dossierpagina 3-16, meer in het bijzonder de pagina’s 4, 9, 11, 13, 14 en 15), inhoudende voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
(...)
Twee neven betrokken bij overval
Op 14 januari 2017 merkte opsporingsambtenaar A-3755 op dat hij gelezen had dat men ook het vermoeden had dat er twee neven bij de diamantroof betrokken waren geweest. Hierop zei [betrokkene 14] dat er één bij was en dat hij ze kent en met hen in Suriname is geweest.
[betrokkene 14] heeft op 22 januari 2017 tijdens een verhoor verklaard dat hij onder andere met [betrokkene 11] in Suriname is geweest, wat bovenstaand verhaal bevestigt.
Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 14] met proces-verbaal nummer PL27QR/13-900076/437 is opgenomen in zijn persoonsdossier, map C6 bladzijde 147 (hof: meer in het bijzonder p. 152).
Uit een inbeslaggenomen paspoort van [betrokkene 14] is gebleken dat [betrokkene 14] in dat paspoort een stempel had van een kort verblijf in Suriname van 2 tot 9 juni 2005. Hiernaast stond er een uitreisstempel van Suriname in met de datum 11 juni 2005.
Uit een inbeslaggenomen paspoort van [betrokkene 11] tijdens onderzoek Rock, is gebleken dat hij in dat paspoort een stempel had van een kort verblijf in Suriname van 10 mei 2005 tot 10 juni 2005. Hiernaast stond er een uitreisstempel van Suriname in met de datum 15 juni 2005.
Uit deze paspoortstempels blijkt dus dat [betrokkene 14] en [betrokkene 11] in dezelfde periode in Suriname zijn geweest.
Op 15 oktober 2015 is [betrokkene 16] doodgeschoten. [betrokkene 16] was voorman van motorclub “ […] ” en was de neef van [betrokkene 11] .
(...)
42. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2016 van de Landelijke Eenheid van de politie, team WOD, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren A-3754 en A-3755 (map 68, dossierpagina 118 - 122), inhoudende voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Wij, politiële informanten, A-3754 en A-3755 kregen opdracht om [betrokkene 14] te ontmoeten. Op 29 juli 2016 ontmoetten wij [betrokkene 14] .
Ik, A-3755, zei tegen [betrokkene 14] : “Die gasten waar ik gisteren mee gesproken heb, die hebben mij verteld dat ik eens op internet moest kijken naar de diamantroof op Schiphol jaren geleden. Zij vertelden mij als jullie man hierbij is geweest dan is dat de man die we zoeken”. Vervolgens zag ik, A-3755, dat [betrokkene 14] begon te glimlachen en daarbij instemmend knikte. Ik hoorde dat hij vervolgens zei: “Laat ik het zo zeggen, ik had 10% van de aandelen.” Toen ik daarop vroeg of hij met die 10% aandelen, aandelen van de beurs bedoelde, hoorde ik [betrokkene 14] zeggen: “Nee, ik zou 10% van de opbrengst van die gestolen diamanten krijgen, maar ze hebben mij bedonderd”. [betrokkene 14] vervolgde met te zeggen dat hij verwacht had met pensioen te kunnen gaan met zijn aandeel in de diamantroof, doch was bedrogen uitgekomen.
Toen ik, A-3754, vervolgens weer aansloot aan tafel vertelde A-3755 mij dat [betrokkene 14] hem zojuist verteld had dat hij een van de mannen van de grote diamantroof op Schiphol was geweest, jaren geleden. Ik, A-3755, zag dat [betrokkene 14] hierbij instemmend knikte en wij hoorden [betrokkene 14] vervolgens zeggen, terwijl hij met zijn handen de beweging maakte van een berg, “Hebben jullie ooit wel eens zo'n berg van diamanten gezien”. Toen wij vervolgens nee zeiden, zei [betrokkene 14] : “Ik wel.”
Hierop ging [betrokkene 14] verder en vertelde:
- Dat hij voor de contacten had gezorgd.
- Dat hij af en toe 10.000 kreeg maar dat hij nooit de volle sporttas heeft gekregen die hem is toegezegd.
- Dat hij vlak na het gebeuren 10.000 kreeg om te feesten en dat hij dat toen ook heeft gedaan.
- Dat hij alles in US dollars kreeg en dat hij daarom de koers van die tijd nog weet.
- Dat het 10 jaar geleden is en dat ze geen spoor hebben achtergelaten.
Hierna vroeg ik, A-3754, of hij niet alsnog zijn geld wilde krijgen en of hij geen wraak wilde.
Hierop zei [betrokkene 14] :
- Dat ze zeggen dat het op is en herhaalde tot tweemaal “wat moet ik”.
- Dat hij ze niet meer ziet.
- Dat hij er nog wel 1 zou kunnen achterhalen maar dat hij niet weet wat hij er mee zou moeten.
- Dat er meer bedonderd zijn en dat hij niet de enige is.
- Dat hij ook niet weet wat waar is omdat iedereen wat anders zegt maar dat niemand die hij kent die erbij was in luxe baadt.
Tijdens de terugreis begon [betrokkene 14] weer over de roof en zei vervolgens:
- Dat het tien jaar geleden is, dat ze geen spoor hebben nagelaten. Dit herhaalde hij nog een keer.
- Dat hij deze jongens via via heeft leren kennen, dat het plan daar was, dat ze wat hebben geobserveerd en dat het toen is uitgevoerd.
- Bij de diamantroof waren vuurwapens betrokken. Vervolgens maakte [betrokkene 14] een pistoolbeweging met zijn duim en wijsvinger.
Tijdens de autorit vroeg ik, A-3755, wat [betrokkene 14] gedaan had met het geld wat hij wel heeft gekregen, hierop zei [betrokkene 14] :
- Dat hij samen met een vriend het appartement in de ingestorte toren had gekocht en hij hier 50.000 euro in had gestoken.
- Dat hij een neef in Turkije 50.000 euro heeft gegeven.
- Dat hij het appartement met [betrokkene 23] heeft gekocht waar hij nu woont en er ongeveer 50.000 euro in had gestoken. Dat hij het geld in Colombia gekregen had door bij elke trip die hij maakte 1 euro beneden het bedrag te blijven dat hij mee mocht nemen naar Colombia. Ook had hij hierbij gebruikt gemaakt van vrienden die naar Colombia kwamen en zo geld voor hem meenamen.
- Dat het geld voor de “borrelnootjes” in dollars werd ontvangen en dat dan omgewisseld moest worden.
- Dat dat omwisselen in die tijd nog mogelijk was bij bepaalde geldwisselkantoren in Amsterdam.
- Dat hij als hij thuis komt zo snel mogelijk weer naar zijn gabber gaat en in contact probeert te komen.
- Dat hij de diamantman via zijn gabber heeft ontmoet maar dat je deze man niet zomaar kan ontmoeten.
- Dat hij die diamantman de 1e keer in het [betrokkene 24] , bij het Leidseplein, heeft ontmoet. Dat hij later ook bij hem thuis kon komen
43. Een proces-verbaal van bevindingen van 31 juli 2016 van de Landelijke Eenheid van de politie, team WOD, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren A-3754 en A-3755 (map 68, dossierpagina 126 - 129), inhoudende voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Wij A-3754 en A-3755 kregen de volgende opdracht: Ontmoet [betrokkene 14] .
Op 30 juli 2016 ontmoetten wij [betrokkene 14] .
Nadat A-3754 had gezegd dat hij het vervelend vond voor [betrokkene 14] dat hij bedonderd was door de overige deelnemers aan de diamantenroof op Schiphol en aan [betrokkene 14] vroeg of hij niets tegen die gasten kon doen, hoorden wij [betrokkene 14] zeggen dat dit niet mogelijk was. Hij was immers maar een gewone jongen en geen crimineel. En die gasten waren, zo zei hij, immers geen jongens die je in de speeltuin tegenkwam. Het waren volgens [betrokkene 14] grote gasten die meerdere dingen gedaan hadden. Het zijn zware gasten die mij bedonderd hebben, voegde [betrokkene 14] er aan toe. Toen ik, A-3755, daarop aanmerkte dat het dan echt niet zware jongens waren, daar die echt niet met zich hadden laten sollen als zij ook benadeeld waren, hoorden wij [betrokkene 14] zeggen dat dit echt zware jongens waren. Waarschijnlijk, zo zei [betrokkene 14] , hebben die jongens snel geld willen maken met die steentjes en hebben zij er minder voor gekregen. [betrokkene 14] voegde er aan toe dat hij dit afleidde uit hetgeen hem door die zware gasten verteld was, hetgeen hij natuurlijk niet zeker wist.
Op de vraag van A-3754 of er meerdere gasten benadeeld waren, antwoordde [betrokkene 14] bevestigend. [betrokkene 14] vertelde dat hij met de andere deelnemers aan de diamantenroof om de tafel had gezeten om een helder beeld te krijgen van hetgeen er mis gegaan was. Maar iedereen had een andere verklaring, dus nu wist hij nog niet wat er misgegaan was. Tijdens deze bijeenkomsten was het er ook stevig aan toegegaan en werd er ook tegen elkaar geschreeuwd. Uiteindelijk was er een soort bemiddelaar gekomen tussen de benadeelden en de zware gasten, hetgeen uiteindelijk tot nu toe ook niets opgeleverd had. Deze bemiddelaar was een van die zware gasten.
[betrokkene 14] vertelde ook dat enkele van de benadeelden in de financiële problemen gekomen waren. Hen was veel geld toegezegd en zij hadden vervolgens schulden gemaakt die zij niet meer konden aflossen. Dit was volgens hem extra zuur, want de bedoeling was geweest om door deze diamantroof een financieel zekere toekomst te hebben, maar had nu alleen maar meer ellende opgeleverd. Zelf was [betrokkene 14] gewoon blijven doen, hij had wel wat extra leuke dingen gedaan met het geld maar geen opvallende dingen. Hij was ook gewoon naar zijn werk blijven gaan om zo niet op te vallen.
Een van de andere benadeelden ging af en toe helemaal uit zijn dak en benaderde [betrokkene 14] dan. Deze man ging dan even tekeer, hetgeen hij aanhoorde. Daarna was de man dan weer rustig. Dit had zich al meerdere malen voorgedaan. Het enige wat [betrokkene 14] deed, was de man aanhoren, verder niets. [betrokkene 14] had hij bij de diamantroof alle gebruikte pipa's in de hand gehad. Hij had ze namelijk van land- naar airside moeten brengen.
[betrokkene 14] vertelde dat als hij eenmaal weer in Nederland was, hij zo snel als mogelijk zijn gabber zou benaderen, die dan weer contact op zou nemen met die oude man.
44. Een proces-verbaal van bevindingen van 27 oktober 2016 van de Landelijke Eenheid van de politie, team WOD, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde Opsporingsambtenaren A-3754 en A-3755 (map 68, dossierpagina 185 -186), inhoudende voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Wij, politiële informanten, A-3754 en A-3755, kregen opdracht om een ontmoeting met [betrokkene 14] te organiseren.
Op 27 oktober 2016 ontmoetten wij [betrokkene 14] . [betrokkene 14] vertelde ons:
- Dat hij 10 jaar geleden zijn deel van de buit verstopt had op de zolder van een woning die hij destijds met zijn vader en moeder gehuurd heeft.
- Dat hij destijds twee uur moest wachten met die jongens omdat het vliegtuig twee uur later was en dat het best moeilijk is om je dan twee uur op te houden zonder dat het opvalt.
- Dat hij de tijd ervoor met observeren en zo en kijken hoe alles zit ook best spannend vond, zoals in een film.
- Dat ze niet wisten dat je die auto's op afstand kon begrenzen waardoor ze niet harder dan 40 kilometer per uur kunnen.
- Dat ze ook niet wisten dat er een code aan die sleutel is verbonden waardoor je de achterkant niet kon openen.
- Dat ze als een gek op de voorkant hebben staan beuken om bij de spullen te kunnen omdat dat via de achterkant niet ging en dat ze daarom niet alles hebben kunnen meenemen.
- Dat het toen, 10 jaar geleden, in februari was geweest.
45. Een proces-verbaal van bevindingen van 2 december 2016 van de Landelijke Eenheid van de politie, team WOD, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren A-3754 en A-3755 (map 68, dossierpagina 210 - 212), inhoudende voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Wij A-3754 en A-3755, kregen de opdracht: ontmoet [betrokkene 14] .
Op 1 december 2016 ontmoetten wij [betrokkene 14] .
[betrokkene 14] vertelde dat hij bij de overval 10 jaar zijn meegenomen deel van de buit in die woning had bewaard. Nadat hij door had gekregen dat hij niet het beloofde deel van de buit zou krijgen, was hij zelf op zoek gegaan om de borrelnootjes te gaan verkopen. Zo was hij ook via zijn Amsterdamse gabber, bij de “oude man” uitgekomen. Deze laatste had de borrelnootjes meegenomen naar Antwerpen en ze daar verkocht. [betrokkene 14] had 1 steentje van de oude man teruggekregen, daar dit een bijzondere steen was geweest gelet op de kleur. Deze steen had een verkoopwaarde van 20.000 euro gehad. Aanvankelijk had [betrokkene 14] , zo vertelde hij, deze steen bewaard, doch uiteindelijk verkocht via de oude man. Van de 20.000 euro, had [betrokkene 14] 5000 euro aan de oude man gegeven.
Met de totale opbrengt van de overval op Schiphol, bestaande uit het geld dat hij af en toe van die zware jongens kreeg en het geld dat hij door de verkoop van zijn meegenomen deel van de buit, had hij ook enkele investeringen hier en daar gedaan. Zoals hij ons al verteld had, was het in Medellín verkeerd gegaan met zijn investering.
[betrokkene 14] vroeg ons of wij ons een beeld konden vormen van een tafel vol met de opbrengst van de overval op Schiphol, zoals hij zelf gezien had destijds. En, zo voegde hij er aan toe, dat was niet de gehele opbrengst. Er was nog meer. Waar dit allemaal gebleven was, wist [betrokkene 14] niet, zei hij.
46. Een proces-verbaal van bevindingen van 15 januari 2017 van de Landelijke Eenheid van de politie, team WOD, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren A-3754 en A-3755 (map 68, dossierpagina 221 - 224), inhoudende voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Wij A-3754 en A-3755, kregen de volgende opdracht: ontmoet [betrokkene 14] te Amsterdam.
Op 14 januari 2017 ontmoette ik, A-3755, [betrokkene 14] . Wij liepen naar A-3754, die in een auto op ons wachtte. [betrokkene 14] vertelde mij dat wij met z'n drieën even iets moesten bespreken met betrekking tot de bewaarplaats van de buit.
Eenmaal in de auto gezeten, hoorden wij [betrokkene 14] zeggen dat hij er nog eens goed over nagedacht had en tot de beslissing gekomen was, dat hij ons de woning niet kon aanwijzen. Voor zijn gevoel was dit de enige plaats op aarde waar alleen hij en zijn moeder vanaf wisten. Ook de andere deelnemers van de overval op Schiphol had hij deze plaats nooit laten zien. Hij had van het verleden geleerd en wilde absoluut niet dat het hem nog eens zou overkomen een deel van de buit kwijt te raken.
Nadat wij plaats hadden genomen aan een tafel in het restaurant, vond er tussen ons drieën een gesprek plaats.
[betrokkene 14] begon in het boek “Handen omhoog! Dit is een overval” te bladeren en kwam terecht bij het verhaal over de diamantroof op Schiphol. Wij hoorden [betrokkene 14] direct zeggen dat het nummer van de wagen niet klopte (naderhand zagen wij dat [betrokkene 14] hiermee bedoelde de zinsnede: Het busje, met nummer 34 en een duidelijk KLM-logo erop, is vervolgens een uur lang buiten beeld op bladzijde 254). Ook hoorden wij hem zeggen dat [betrokkene 12] “ [betrokkene 12] ” er inderdaad ook bij was geweest.
Ik, A-3754, hoorde en zag dat op het moment dat [betrokkene 14] de initialen [initialen] met zijn vinger aanwees (bladzijde 257 zinsnede: met de arrestatie van de 41-jarige Amsterdammer [initialen] ), zei: “Deze initialen kloppen ook”.
Op mijn opmerking dat ik, A-3755, gelezen had dat men ook vermoedde dat er twee neven bij de diamantroof betrokken waren geweest, hoorde wij [betrokkene 14] zeggen: “Een was erbij. Ik ken ze, ben met hen in Suriname geweest.”
Wij hoorden [betrokkene 14] zeggen dat je “ [betrokkene 12] ” niet tegen wilde komen. Het was een ontzettend grote vent die behoorlijk indruk maakte en ook slim was. Als [betrokkene 14] contact het hem wilde hebben, liep hij altijd even bij “ [betrokkene 12] ” langs en deed hij een briefje in de bus. Bellen was absoluut geen optie. “ [betrokkene 12] ” kwam volgens [betrokkene 14] altijd echt op tijd, niet te laat en niet te vroeg. Heel gedisciplineerd. Hij was volgens [betrokkene 14] echt degene die alles bedacht. Volgens [betrokkene 14] had “ [betrokkene 12] ” een maat die alles recht lulde en dat op zo'n manier deed dat iedereen hem dan geloofde.
Daarop gaven wij, A-3754 en A-3755, aan dat het wel een top-idee was geweest dat “ [betrokkene 12] en zijn vriend” zich hadden laten insluiten bij een bank om vervolgens de kluisjes leeg te halen. [betrokkene 14] reageerde hierop door te zeggen dat die twee mannen, die echt maten waren, ook wel eens persoonlijke meningsverschillen hadden, doch dat zij “zakelijk gezien” altijd weer samen konden werken en een klus deden. Toen ik, A-3755, daarop aanhaalde dat het duidelijk was dat er sprake was van een hechte groep omdat “ [betrokkene 12] en zijn vriend” zich hadden laten insluiten bij de bankroof, uiteindelijk toch gepakt worden, een tijd gezeten hadden en toch daarna weer samen met [betrokkene 14] en enkele anderen de diamantroof op Schiphol deden, hoorde wij [betrokkene 14] zeggen: “Ja dat klopt, ze waren erbij.”
[betrokkene 14] vervolgde met te zeggen dat “ [betrokkene 12] ” tegen hem gezegd had dat deze maat iemand een wapen op zijn kop kon zetten, zonder ook maar te knipperen met zijn ogen.
[betrokkene 14] vertelde ook dat, ondanks dat het professionele gasten waren, er toch ook enkele dingen fout gegaan waren. Een voorbeeld hiervan was het niet meenemen van een deel van de buit. Zij waren er niet voldoende op voorbereid geweest om de ruit van het busje stuk te kunnen slaan. Een ander voorbeeld was dat enkele van die gasten wel eens liepen op te scheppen over de daden als zij wat teveel gedronken hadden.
Op de vraag van A-3754, hoe die gasten nu bij hem terecht gekomen waren, hoorden wij dat [betrokkene 14] vertelde dat dit via een oude schoolvriend van hem gebeurd was. “ [betrokkene 12] ” had aan deze oude schoolvriend gevraagd of hij iemand kende die op Schiphol werkte en eventueel wat voor hen kon betekenen. Die oude schoolvriend had [betrokkene 14] toen gevraagd en [betrokkene 14] was in gesprek gegaan met “ [betrokkene 12] ”. Aanvankelijk had [betrokkene 14] alleen maar geluisterd, maar omdat het plan dat “ [betrokkene 12] ” voor ogen had, volgens [betrokkene 14] absoluut niet kon, had [betrokkene 14] een voorstel gedaan hoe het wel kon. [betrokkene 14] voegde er aan toe: “Uiteindelijk hebben ze gedaan wat wij voorstelden.
Zelf heb ik maandenlang observaties uitgevoerd op Schiphol om te zien hoe het een en ander ging met betrekking tot onder andere de aankomst van het vliegtuig, de procedures met het in- en uitladen van het vliegtuig en het de gehele gang van zaken van het busje waarin de diamanten vervoerd zouden worden.”
Nadat ik, A-3755, tegen [betrokkene 14] gezegd had dat ik hem in het vervolg “de man van 74 miljoen zou noemen”, hoorde wij hem zeggen dat niemand precies wist hoeveel het nu echt geweest was. Gelukkig was het de eerste keer niet goed gegaan anders was de opbrengst volgens [betrokkene 14] veel minder geweest. Volgens zijn zeggen waren ook zij verrast geweest door de omvang van de buit. Toen ik, A-3755, [betrokkene 14] nogmaals bedankte voor het feit dat hij niet gewild had dat A-3754 zaken met “die grote gasten van de diamantroof op Schiphol” ging doen, daar ik in het boek gelezen had dat een van die neven die doodgeschoten was ook lid was van […] , hoorde ik [betrokkene 14] zeggen: “ [betrokkene 16] , nee die was er niet bij, die ander”.
47. Een proces-verbaal van de Koninklijke Marechaussee betreffende ‘uitluisteren OVC-opname van dinsdag 23 augustus tussen [betrokkene 14] en [betrokkene 17] ’ d.d. 1 september 2016 (map 66, p. 162-173), inhoudende voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Op dinsdag 23 augustus 2016 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen verdachte [betrokkene 14] en betrokkene [betrokkene 17] bij [D] , [plaats] .
Door ons, verbalisanten, is dit OVC-gesprek beluisterd. Hieronder volgt een letterlijke weergave van dit OVC-gesprek.
[betrokkene 14] = [betrokkene 14]
[betrokkene 17] = [betrokkene 17]
[betrokkene 14] : Hoe is het met [betrokkene 25] ?
(...)
: en hij is gepensioneerd, hij is 70, weet je, hij vindt het allemaal wel best, ik zeg ... hij zit nou op dat bootje, als het nodig is dan, ik had geen actuele rapaport, ik weet niet waarvoor je belde, ik denk, ik zal even zorgen dat
[betrokkene 14] : hahahahaha
: nee maar ik denk al heb ik een actuele rapaport, dat we effe weten waar we het over hebben en ehhhh .... maar, maar ik wist niet waarvoor het was hoor, ik denk
(...)
: nee dat is geen probleem, je moet alleen heel voorzichtig zijn, en er is natuurlijk nu, dat heb jij ook wel gehoord, die diamantenwereld is wat aan de hand hè
(...)
: ik denk dat dat ook wel groot..., maar als het ruw is, dan denk ik, de laatste keer, met die grote partij, dat we het op die manier doen, weet je, dan schakel je die schijfjes uit, die .... als je naar een ruwhandelaar gaat, weet je, de laatste keer ging het goed, die gozer was netjes in België, ..... geslepen, moet je voorzichter verkopen, ken ook, maar dat is dan anders, daar moet je geluk hebben, maar als er een ruw bij zit, denk ik, normaal dat je naar een goeie ruwhandelaar, en, en je gaat er naartoe, dan heb je in 1 keer je geld
(...)
: dan hebben we [betrokkene 25] misschien wel weer nodig, als het ruw is dan doen we om [betrokkene 25] heen dat scheelt 2, 3 schijven, dat is voor iedereen beter, en als het wel geslepen is, ja dan hebben we [betrokkene 25] wel nodig, dan is dat ook geen probleem
(...)
: Ja, nee. d'r is altijd belangstelling [betrokkene 14] , je kan het altijd kwijt, de dollar is sterk, daar hebben ze..., voordeel, toen d'r tijd was de dollar gewoon kut, stond de dollar op 1,40 nu staat de dollar op 1,12 en dat scheelt natuurlijk enorm
(...)
: dat moet jij bepalen of dat nodig is,.... die ruwe stenen niet, die gooi je bij mekaar en de wat hoger kwalitatieve stenen dan moet je een certificaatje hebben die moet je d'r dan bij doen, zo'n certificaatje zijn de kosten ook niet dat kost zo'n beetje het je 200 euro, weet je, dat zal niet heel veel veranderd zijn, het is nu misschien 225 ... een certificaat.. .. ken ook nog, ken ook nog, maar er is altijd belangstelling, als jij t heb, er is altijd belangstelling
(...)
: toen was t kut, toen was t kut, slechter was ie niet, alleen de prijzen waren toen wat beter, je kijk maar, als je toevallig nog een ouwe heb liggen, vergelijk het maar, scheelt 15, 20%.
: d'r is altijd belangstelling, maar ik denk, ruw moeten we effe met iemand anders gaan zitten, en dan ben je in 1 keer, ben je....
[betrokkene 14] : ... ntv ...
: ... jouw keus, als je zegt “luister ik heb liever dat we het doen zoals we het altijd gedaan hebben” doe je het zo
(...)
: het is verleden keer goed gegaan, ik heb ..... gedoe, maar het was veilig, super betrouwbaar en super voorzichtig en dat is héél belangrijk, maar het kan altijd
(...)
: was gewoon gezellig, af en toe wat afspreken, een drankje te drinken en het is inderdaad ...nog wat van, heb je nog wat over van je centjes?
[betrokkene 14] : jaaa
: Of heb je, heb je het goed geïnvesteerd wel of niet?
[betrokkene 14] : jaaa ... ntv ...
(...)
: dan zeg je van ehhh Sjef we gaan een keer naar Colombia
[betrokkene 14] : juist, juist, juist
: en dan gaan we een weekkie effe ehhh ga jij mij je panden laten zien
(...)
: maar we doen het lekker met z'n 2-en, we doen ..... en we proberen gewoon, we gaan goed overleggen met z'n 2-en wat is, hoe gaan we het doen, dan pas halen we [betrokkene 25] d'r bij, als we denken dat we [betrokkene 25] nodig hebben dan, als, we gaan gewoon kijken hoe of wat, en als jij zeg “ik heb de tijd, ik wil het safe doen, ik wil het doen zoals we het toen deden, ik heb effe de tijd, dan is het met [betrokkene 25] het beste, alleen dan krijg je wel weer te maken met een slijpen, een dingetje, maar je weet wel dat het goed is, net wat je, daar heb je gelijk in, als je 1 steen erbij heb die ruw misschien 10 opbrengt, maar geslepen 16, ja dan ben je gek als je, als je ja zegt op de 10 natuurlijk, daar heb je gelijk in, dat is zo
(...)
: Als we de tijd hebben, dan moeten we het gewoon doen zoals we het deden, met geduld en je moet wat meer geduld hebben met [betrokkene 25] , en je weet t hè, ik moet ermee naar Antwerpen, nou dan rijdt ie naar Antwerpen, hij is nu gepensioneerd, dus
(...)
: ... komt goed, het is verleden keer ook goed gegaan, het komt nu toch ook goed, ik bedoel dat komt altijd goed [betrokkene 14] , daar moet jij helemaal niet, als het goed is, is het goed.
(...)
51. Een proces-verbaal van de Koninklijke Marechaussee betreffende ‘stand van zaken opsporingsonderzoek’ d.d. 17 februari 2015 (map 62, p. 3-60), inhoudende voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
In dit proces-verbaal wordt gerelateerd uit bevindingen, opgenomen OVC- en telefoongesprekken alsmede observaties van de verdachten: [betrokkene 7] , [betrokkene 5] , [verdachte] , [betrokkene 11] , [betrokkene 19] , [betrokkene 14] en [betrokkene 13] .
Binnen het onderzoek Eaton zijn van bovengenoemde verdachten de telefoons, die ze gebruiken of gebruikt hebben, opgenomen, uitgeluisterd en uitgewerkt.
1. [betrokkene 7] , (nader te noemen [betrokkene 7] ) maakt gebruik van het telefoonnummer: [telefoonnummer 3] .
2. [betrokkene 5] , (nader te noemen [betrokkene 5] ) maakt gebruik van het Telefoonnummer: [telefoonnummer 24] .
3. [verdachte] , (nader te noemen [verdachte] ) maakt gebruik van de telefoonnummers: [telefoonnummer 4] , [telefoonnummer 5] , [telefoonnummer 6] en [telefoonnummer 7] . En van Imeinummer [nummer 1] ,
4. [betrokkene 11] , (nader te noemen [betrokkene 11] ) maakt gebruik van de telefoonnummers: [telefoonnummer 8] , [telefoonnummer 9] en [telefoonnummer 10] .
5. [betrokkene 19] , (nader te noemen [betrokkene 19] ) maakt gebruik van de telefoonnummers: [telefoonnummer 11] en 31204118712.
6. [betrokkene 14] , (nader te noemen [telefoonnummer 11] ) maakt gebruik van de telefoonnummers; [telefoonnummer 12] en [telefoonnummer 13] .
Tevens zijn [betrokkene 13] (nader te noemen [betrokkene 13] ) zijn telefoonnummers opgenomen. Hij is veelal de initiatiefnemer van vele ontmoetingen. De nummers waar hij gebruik van maakt of die hij heeft gebruikt, zijn: [telefoonnummer 14] , [telefoonnummer 15] , [telefoonnummer 16] , [telefoonnummer 17] , [telefoonnummer 18] , [telefoonnummer 19] en [telefoonnummer 20] .
Chronologisch hebben er gedurende het Eaton-onderzoek de navolgende gebeurtenissen plaats.
Uit analyse van historische printgegevens is gebleken dat gedurende de maanden oktober 2013 tot en met april 2014 er contact is geweest tussen telefoonnummers in gebruik bij [betrokkene 13] en telefoonnummers van [betrokkene 19] en [betrokkene 14] .
Op 3 april 2014 vind er een ontmoeting plaats tussen [betrokkene 5] en [verdachte] in het Vondelpark in Amsterdam.
Op 9 april 2014, omstreeks 10.30 uur blijkt uit gesprekken dat [betrokkene 19] en [betrokkene 13] met elkaar afspreken om ergens heen te gaan. Op basis van de zendmast die gebruikt wordt en het door [verdachte] gevoerde gesprek met [betrokkene 26] over het feit dat “ze met zijn tweeën zijn” bestaat het vermoeden dat [betrokkene 19] , [betrokkene 13] en [verdachte] met elkaar hebben afgesproken. Uit de terugkoppeling die [betrokkene 19] geeft aan zijn vrouw [betrokkene 27] kan worden opgemaakt dat ook zij kennelijk op de hoogte is van deze ontmoeting.
Op 10 april 2014 vindt er een ontmoeting plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 5] in Bagels en Beans in Amsterdam. Uit opgenomen vertrouwelijke communicatie blijkt dat [betrokkene 5] en [verdachte] hierbij over verschillende onderwerpen spreken waarbij de context niet geheel duidelijk is. Opvallend is wel dat [betrokkene 5] tijdens dit gesprek spreekt over het feit dat “ze toch geschiedenis hebben gemaakt”. Daarnaast wordt er later tijdens dit gesprek gesproken over een “kankerturk”. De mogelijkheid bestaat dat hier [betrokkene 14] mee wordt bedoeld.
Op 17 april 2014 wordt tussen 09:55 en 10:50 uur gezien dat er een ontmoeting heeft plaats gevonden tussen [betrokkene 19] , [verdachte] , [betrokkene 5] , [betrokkene 13] en [betrokkene 14] . Deze ontmoeting vond plaats in de Zeilstraat ter hoogte van de “ [E] ” te Amsterdam. Gezien wordt dat [betrokkene 19] en [betrokkene 14] gezamenlijk naar de plek lopen waar ze [verdachte] ontmoeten. Na enkele minuten voegen ook [betrokkene 5] en [betrokkene 13] zich - onafhankelijk van elkaar - bij deze groep. Vervolgens gaat [betrokkene 5] na een paar minuten weer weg waarop [betrokkene 19] , [verdachte] , [betrokkene 13] en [betrokkene 14] met z’n vieren gaan lopen. Hierna gaan na 15 minuten [betrokkene 19] en [betrokkene 14] samen weg en blijven [verdachte] en [betrokkene 13] samen nog even zitten op een bankje.
Uit een gesprek (sessie 280453451) tussen [betrokkene 19] en [betrokkene 13] kort na deze ontmoeting blijkt dat er voor “volgende week dinsdag zelfde tijd” weer een afspraak wordt gemaakt. Verder blijkt uit een ander gesprek (280453452) dat [betrokkene 19] , net als na de ontmoeting van 9 april, wederom een terugkoppeling geeft aan zijn vrouw [betrokkene 27] . Hierbij wordt het volgende besproken:
[betrokkene 27] Wat was zijn smoes?
[betrokkene 19] Er is niets. Ik heb niets. Gewoon niets. In principe. (diepe zucht): Ik moet even lopen. Ik word boos. Volgende week dinsdag ochtend wil ik hem weer zien. Ik wil hem iedere week zien, Dat heb ik hem ook laten weten.
Gelet hierop wordt er gesproken over een “derde” die [betrokkene 19] “volgende week dinsdag” weer ziet en die kennelijk heeft gezegd dat “hij niets heeft”.
Uit onderzoek blijkt dat de eerstvolgende dinsdag de datum 22 april 2014 betreft. Uit een observatie op die dag blijkt dat [betrokkene 19] en [betrokkene 13] opnieuw een ontmoeting hebben met [verdachte] . Uit een gesprek tussen [betrokkene 19] en [betrokkene 27] (280455436) gevoerd na deze ontmoeting blijkt dat [betrokkene 19] opnieuw een terugkoppeling geeft van deze ontmoeting. Tijdens dit gesprek wordt er ook gesproken over hun kennelijk financiële problemen.
Uit een gesprek gevoerd op 19 april 2014 blijkt dat [verdachte] en [betrokkene 19] een ontmoeting hebben.
19 april 2014, 13:04 uur sessie 280454659
[verdachte] ( [verdachte] ) bun [betrokkene 19] ( [betrokkene 7] ), letterlijk:
[betrokkene 7] : Je spreekt met [betrokkene 19] , de gabber van die [betrokkene 20] .
[verdachte] : Ik versta er helemaal niks van.
[betrokkene 7] : [verdachte] je spreekt met mij.
(verder in gesprek)
[verdachte] : ehm, ik rij effe naar je toe vanavond (...)
Uit een ander gesprek gevoerd op 22 april 2014 blijkt dat [betrokkene 19] dit met [betrokkene 5] bespreekt en hij geeft hierbij aan dat deze ontmoeting maar een paar minuutjes geduurd heeft. Tijdens dit gesprek wordt ook gesproken over het feit dat [verdachte] depressief was omdat hij met een “klusje” zat.
Op 22 april 2014 wordt tussen 09:30 en 10:10 uur gezien dat er weer een ontmoeting heeft plaatsgevonden tussen [betrokkene 19] , [verdachte] en [betrokkene 13] . Deze ontmoeting vond plaats in de Zeilstraat ter hoogte van de “ [E] ” te Amsterdam. Vrijwel direct na deze ontmoeting geeft [betrokkene 19] een terugkoppeling aan [betrokkene 27] . Hierbij zegt hij onder meer: “maar er is nog niets”. Tijdens dit gesprek wordt er vervolgens ook gesproken over hun kennelijk financiële problemen.
Uit gesprekken en een observatie op 25 april 2014 tussen 16:50 en 17:30 uur blijkt dat er opnieuw een ontmoeting is tussen [betrokkene 19] , [verdachte] , [betrokkene 14] en [betrokkene 13] . Deze ontmoeting vond plaats in de Zeilstraat te Amsterdam. Tijdens een gesprek na deze ontmoeting tussen [betrokkene 13] en zijn vriendin [betrokkene 28] vraagt zij of ze die fles champagne nou een keer kan open maken. [betrokkene 13] zegt vandaag in ieder geval niet. Uit een ander gesprek dat [betrokkene 13] voert met [betrokkene 14] op 26 april 2014 (280457993) blijkt dat hij het hier niet bij wil laten zitten en dat er “iets” komt, maar dat ze geduld moeten hebben.
Uit gesprekken gevoerd op en rond 30 april 2014 blijkt dat er een ontmoeting heeft plaatsgevonden tussen [verdachte] en [betrokkene 5] . De reden hiervoor geeft [verdachte] kennelijk in een ander gesprek dat hij voert met ene ‘ [naam] ’. [verdachte] zegt hierbij: Ik had hem gebeld. Er stonden in één keer een paar gastjes bij mij voor de deur. En ja dat komt van hem af, dus ik had gebeld. Het vermoeden bestaat dat [verdachte] hierbij doelt op [betrokkene 13] , [betrokkene 19] en/of [betrokkene 14] .
Op 10 mei 2014 wordt tussen 12:00 en 12:20 uur gezien dat er een ontmoeting heeft plaats gevonden tussen [verdachte] en [betrokkene 13] in de Zeilstraat in Amsterdam.
10 mei 2014, 13:20 uur sessie 280466013
[betrokkene 19] bun [betrokkene 13] , letterlijk:
[betrokkene 19] ben je nog geweest?
[betrokkene 13] Ja, Maar ehh, wanneer zien we elkaar?
[betrokkene 19] Ohh ik moet morgen ook nog werken man. Fucked up. Kan ook geen vrij krijgen.
[betrokkene 13] Ja maar hij heb, hoe heet het ehhm, dinsdag om 10:00 uur.
[betrokkene 19] Dinsdag om 10:00 uur.
[betrokkene 13] Ja, maandag kon ie niet.
[betrokkene 19] Ja dat moet lukken. Ja lukt me wel, lukt me wel,
[betrokkene 13] Ja ik ben er sowieso weet je.
[betrokkene 19] Hij had weer geen moer? Alleen praatjes weer?
[betrokkene 13] Jaaa, als ik je zie dan kunnen we praten, nee maar eehh pff ja je hoort het wel. Het is allemaal bah,
[betrokkene 19] Same old shit.
[betrokkene 13] Ja, nee er zijn wel dingen aan de hand, maar ja met hem weet je het toch nooit.
[betrokkene 19] Nee precies, Ik eehh. We houden contact. Dinsdagochtend 10:00 uur is goed ja.
[betrokkene 13] Is goed.
[betrokkene 19] Ik probeer ietsje eerder te zijn. Ik meld je wel als het me lukt, ja.
[betrokkene 13] Ja dan ben ik ook iets eerder,
[betrokkene 19] Is goed we houden contact ja.
[betrokkene 13] Oké dan. En die [betrokkene 1] die komt ook toch?
[betrokkene 19] Ik hoop het, ik ga met hem praten ja,
[betrokkene 13] Oké.
[betrokkene 19] Ik spreek met hem, ja. Dan spreek ik je gauw.”
Het is aannemelijk dat met “die [betrokkene 1] ” [betrokkene 14] wordt bedoelt mede omdat [betrokkene 14] op de zelfde werkplek werkzaam is als [betrokkene 19] en [betrokkene 19] zegt hem te spreken.
Na verschillende gesprekken om een afspraak te maken vindt er op 13 mei 2014 een ontmoeting plaats tussen [betrokkene 14] en [betrokkene 19] met [verdachte] . Ook [betrokkene 13] zou hierbij zijn maar die kan uiteindelijk niet aanwezig zijn. Een van de observanten van het observatieteam vangt hierbij op dat door [verdachte] , [betrokkene 19] of [betrokkene 14] de naam “ [betrokkene 12] ” werd genoemd.
Uit vervolggesprekken die volgen blijkt dat er kennelijk weer wordt afgesproken.
Opvallend hierbij is dat tijdens een gesprek op 20 mei 2014 tussen [betrokkene 19] en [betrokkene 13] (11:38 uur, sessie 280472510) door [betrokkene 13] eerst naar het nummer van “ [verdachte] ” wordt gevraagd, waarmee vermoedelijk [verdachte] wordt bedoeld, wordt gezegd:
Ja hij is niet op zijn afspraak gekomen, vandaar. Dus ik wil hem nu gelijk confronteren weet je.
Tussen 22 en 26 mei 2014 worden ontmoetingen vastgesteld tussen [betrokkene 5] en [verdachte] en [betrokkene 5] en [betrokkene 11] . Er kon niet worden vastgesteld wat er tijdens deze ontmoetingen is besproken. Dit was deels wel mogelijk tijdens een ontmoeting tussen [betrokkene 13] en [verdachte] op 27 mei 2014. Tijdens deze afgeluisterde ontmoeting wordt er over verschillende zaken gesproken waarvan de context niet duidelijk is. Wel wordt geregistreerd dat het navolgende wordt gezegd:
[betrokkene 13] Hoe zit het dan met jou en die [betrokkene 20] ? .. nog steeds niet gesproken
[verdachte] : We hebben ehh. .. hard gekletst hebben we .... We hebben geen oorlog..
[betrokkene 13] Ik begrijp alleen niet... ik heb oorlog met je en we gaan nu eventjes gewoon ...
...
[verdachte] : [betrokkene 5] ...moeilijk is ie...
...
[verdachte] : en dan doet het me pijn....heel lang geleden...
Gedurende de periode 28 mei 2014 tot 05 augustus 2014 vinden er verschillende telefoongesprekken en observaties plaats waarbij er afspraken worden gemaakt en vastgesteld tussen [betrokkene 13] en [verdachte] , [verdachte] en [betrokkene 5] en [betrokkene 13] en [betrokkene 19] .
Op 8 augustus 2014 wordt tussen 17:05 uur en 17:43 uur gezien dat er een ontmoeting heeft plaats gevonden tussen [betrokkene 19] en [betrokkene 13] . Deze ontmoeting vond plaats terwijl ze lopen in de omgeving van de Andreas Schelfhoutstraat te Amsterdam. Uit OVC- en telefoongesprekken gevoerd door [betrokkene 19] met zijn vrouw rond deze ontmoeting blijkt dat ook zijn vrouw [betrokkene 27] weer hiervan op de hoogte is. Ditzelfde blijkt uit gesprekken gevoerd rond 27 en 28 augustus 2014. Tijdens een gesprek wordt door [betrokkene 19] en [betrokkene 27] gesproken over hun financiële situatie en de problemen hierover. Tijdens het gesprek hierover geeft [betrokkene 19] aan dat hij de volgende dag naar [betrokkene 13] zal gaan. Uit vervolggesprekken blijkt dat [betrokkene 13] en [betrokkene 19] langsgaan bij een derde persoon, vermoedelijk [verdachte] .
Opnieuw is hierbij opvallend dat wanneer [betrokkene 19] en [betrokkene 27] spreken over de problemen met betrekking tot hun financiële situatie er weer wordt gesproken over het benaderen van [betrokkene 13] en het langsgaan bij een derde, vermoedelijk [verdachte] . Uiteindelijk kan uit gesprekken worden opgemaakt dat [betrokkene 13] wel een ontmoeting heeft gehad met [verdachte] . Dit gegeven wordt vermoedelijk tijdens een ontmoeting tussen hen beiden op 30 augustus 2014 besproken.
Vervolgens wordt er op 1 september 2014 nog een ontmoeting gezien tussen [verdachte] en [betrokkene 13] .
Op 18 september 2014 neemt zonder enige te herleiden aanleiding [betrokkene 11] contact op met [betrokkene 14] . Vervolgens wordt op die dag tussen 14:46 uur en 16:09 uur door het observatieteam een ontmoeting vastgesteld tussen hen beiden. Diezelfde dag, 18 september 2014 om 16.26 uur is er telefonisch contact tussen [betrokkene 11] en [betrokkene 19] . Hierbij wordt er afgesproken elkaar later te bellen voor een afspraak en tevens vraagt [betrokkene 11] om het nummer van [betrokkene 13] dat [betrokkene 19] vervolgens per sms bericht naar hem stuurt. Vrijwel direct neemt [betrokkene 11] contact op met [betrokkene 13] waarna er tussen hen beiden ook een ontmoeting wordt gezien. Tijdens dit afgeluisterde gesprek worden onder meer de namen “ [betrokkene 20] ” en “ [verdachte] ” genoemd. Na deze ontmoeting belt [betrokkene 13] met [verdachte] en later ook met [betrokkene 14] . Hij spreekt bij beiden de voicemail in. Bij [betrokkene 14] zegt hij hierbij onder meer: “met mij met [betrokkene 13] , verschrikkelijk wat ik allemaal hoor....
Op 19 september 2014 wordt er opnieuw een ontmoeting tussen [betrokkene 13] en [betrokkene 11] vastgelegd. Tijdens een grote OVC-actie blijkt dat er tijdens dit gesprek wordt gesproken over de namen [verdachte] en [betrokkene 20] , grote geldbedragen (6 ton en 1 miljoen), een koffer die vol zat en die in het plafond is gezet, een gebeurtenis uit het verleden en het feit dat [betrokkene 13] in de veronderstelling is dat hij besodemieterd wordt. Daarnaast wordt gesproken over het zwaar mishandelen van een persoon en het feit dat [betrokkene 11] hoopt dat ze nog geld krijgen.
(Hof: Het proces-verbaal met de uitwerking van dit OVC-gesprek is hieronder als bewijsmiddel 52 opgenomen.)
Uit vervolggesprekken gevoerd door [betrokkene 13] met [betrokkene 14] , [verdachte] en [betrokkene 11] kan worden opgemaakt dat hij zich ernstig tekort gedaan voelt en hierover zijn frustraties uit. Verder blijkt dat [betrokkene 13] aangeeft langs te gaan bij “die man” waarbij er op 23 september 2014 door een observatieteam wordt vastgesteld dat hij bij de woning van [verdachte] aan de [b-straat 1] te [plaats] staat en daar naar binnen kijkt. Terwijl dit wordt gezien blijkt uit afgeluisterde gesprekken dat [betrokkene 13] de voicemail van het telefoonnummer van [verdachte] inspreekt en een gesprek voert met [betrokkene 11] waarbij hij aangeeft voor “zijn” deur te staan, dat “hij” niet open doet en verstoppertje speelt. Kort hiervoor heeft [betrokkene 13] een ontmoeting met [betrokkene 19] waarbij er wederom “losse zinnen” worden geregistreerd waarvan de precieze context onduidelijk is. Wel wordt het navolgende gezegd:
[betrokkene 13] Want die [betrokkene 20] is toch niet te vertrouwen, dat zie je nu. Die [betrokkene 20] is niet te vertrouwen. Misschien was het wel gewoon om te kijken toch? Wat ik je zeg. Ze zijn ziek in hun hoofd die gasten. Als ik dat van tevoren wist, was ik er niet eens aan begonnen .... ntv .... ja.
[betrokkene 13] Ze voelden het, ze voelden het water.... ntv .... voorbereid, weet je. Het is gewoon niet uit te leggen. Ze voelen het! 10 jaar lang. Kijk hoe ie eruit ziet. Ja. Hij is ....ja.
[betrokkene 19] Luister. Hou jij je verantwoordelijk voor [verdachte] dat je die man vind. Ik hoor wel als je die man toevallig hebt.
Tussen 25 september en 14 oktober 2014 zijn er weer verschillende telefoongesprekken tussen [betrokkene 13] en [betrokkene 11] en [betrokkene 14] om afspraken te maken. Uit een vervolggesprek op 15 oktober 2014 tussen [betrokkene 14] en [betrokkene 13] blijkt dat [betrokkene 14] vermoedelijk [verdachte] (“ [verdachte] ”) heeft gesproken en een afspraak heeft gemaakt voor de dinsdag daarop. Dit wordt bevestigd door een door het observatieteam vastgestelde ontmoeting op 21 oktober 2014 tussen [betrokkene 13] en [verdachte] .
Uit vervolggesprekken die hierop volgen tussen [betrokkene 13] en [betrokkene 19] en [betrokkene 11] blijkt dat [betrokkene 13] zijn ongenoegen uit dat hij steeds alleen naar de ontmoetingen moet en dat de anderen, [betrokkene 19] , [betrokkene 11] en [betrokkene 14] , hier steeds niet bij aanwezig zijn. Uit datgene wat [betrokkene 13] met hen bespreekt kan worden opgemaakt dat het hier kennelijk gaat om het oplossen van een financieel conflict.
27 oktober 2014,17:30 uur sessie 280556700
[betrokkene 11] ( [betrokkene 11] ) wgd [betrokkene 13] ( [betrokkene 13] , letterlijk:
[betrokkene 13] he ehhh, ja, ik heb gezegd zelfde tijd, zelfde plek maar die [betrokkene 1] is het land uit en 'hij' moet zogenaamd morgen half 7 bij ehhh, weet ik veel met zijn knie in het ziekenhuis zich melden ofzo
[betrokkene 11] wie?
[betrokkene 13] ehhh [betrokkene 19] , dus hij weet niet of hij het redt maar ik zeg ik hou hem wel vast tot 10 uur ook weet je.
[betrokkene 11] ja
[betrokkene 13] maar hoe sta jij ervoor?
[betrokkene 11] morgen om hoe laat zei je?
[betrokkene 13] ehh zelfde tijde zelfde plek, 9 uur
[betrokkene 11] maar ik weet de plek niet
[betrokkene 13] ohhhhh, daar achter toch, bij die [betrokkene 20]
[betrokkene 11] ohh, oke
[betrokkene 13] want, weet je wat, ik wou jou nog spreken ik stond in mijn eentje en ik was helemaal fok op, weet je.
[betrokkene 11] hoe bedoel je?
[betrokkene 13] ... het is goed gewoon ja ik stond in mijn eentje daar jij was er niet, die [betrokkene 1] was er niet en die [betrokkene 19] was er niet en die [betrokkene 20] was er ook niet dus ik was alleen met hem
[betrokkene 11] oh, je was alleen met hem?
[betrokkene 13] ja, ik stond daar in mijn eentje, omdat hij belde ook af dat ie het niet redde, weet je het onweerde toch zo?
[betrokkene 11] ja
[betrokkene 13] en ehhhhh, wat nou, oh ja, die [betrokkene 1] is toen niet gekomen en ik heb hem lopen bellen hij zegt ja, het spijt me, het spijt me ik begrijp er niks van, weet je als er wat te halen viel was wel iedereen op tijd maar dus ja, ehhh, wat moet ik doen? want hij kon dus wel, want ik denk hij komt niet maar hij kwam kwart over kwam die aanlopen en ik had ook nog gezegd van dat andere ding, weet je dat ik dat met jou zou bespreken want hij kwam weer met ehhh, ja, zijn telefoon, hij, bla bla bla hij is altijd bla bla bla
[betrokkene 11] ja
Verder in het gesprek
[betrokkene 13] ja, samen staan we sterk, we zitten samen in dat ding we moeten het samen proberen op te lossen want ik moet hier ook zien uit te komen, weet je
[betrokkene 11] ja
[betrokkene 13] ik spreek je morgen wel, ja?
[betrokkene 11] oke is goed kerel
Tijdens een observatie op 28 oktober 2014 is gezien dat [betrokkene 13] wederom een ontmoeting heeft met [verdachte] . Direct na deze ontmoeting stelt hij [betrokkene 19] en [betrokkene 11] op de hoogte van deze ontmoeting en het gegeven dat deze verplaatst is naar de volgende dag. Op 29 oktober 2014 belt [betrokkene 11] echter af voor deze ontmoeting. Tijdens het gesprek hierover zegt [betrokkene 13] “Jaa, maar we zouden met z'n allen, en dan zouden we hem onder druk gaan zetten toch.... dat was het plan.”.
52. Een proces-verbaal van bevindingen van de Koninklijke Marechaussee d.d. 2 december 2014 (map 62, dossierpagina 359-364), inhoudende voor zover relevant en zakelijk weergegeven:
Op 19 september 2014 werd door het observatieteam van de Koninklijke Marechaussee een observatie uitgevoerd op [betrokkene 11] en [betrokkene 13] . Tijdens deze ontmoeting zijn diverse technische hulpmiddelen ingezet waarmee vertrouwelijke communicatie kan worden opgenomen. Deze OVC is door ons, verbalisanten, beluisterd en uitgewerkt. Hieronder is de uitwerking van de beluisterde OVC weergegeven.
2.2.3Het hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring onder meer het volgende overwogen:
“Op 25 februari 2005 heeft op Schiphol een gewapende overval plaatsgevonden waarbij een grote hoeveelheid (voornamelijk) diamanten is buitgemaakt. Er is onder de naam ‘Rock’ een strafrechtelijk onderzoek gestart door de Koninklijke Marechaussee (KMar), waarbij onder andere [betrokkene 5] , de verdachte (hierna ook: [verdachte] ), [betrokkene 7] en [betrokkene 11] in beeld zijn gekomen als verdachten. Ook ontstond de verdenking van een eerdere poging op 10 februari 2005. Ondanks aanhoudingen en doorzoekingen is destijds geen van de genoemde personen vervolgd voor betrokkenheid bij de diamantroof of de poging daartoe.
In 2013 liep onder de naam ‘Eifel’ een (geheel ander) strafrechtelijk onderzoek tegen [betrokkene 7] . Tussen hem en een medeverdachte vond op 17 juni 2013, in de auto waarin zij reden, een OVC-gesprek plaats dat kennelijk betrekking had op de diamantroof op Schiphol en een daaraan voorafgaande poging. Deze informatie is gedeeld met de KMar en was aanleiding voor een nieuw strafrechtelijk onderzoek naar de diamantroof in 2005, nu onder de naam Eaton. Gedurende dat onderzoek is op 15 januari 2014 TCI-informatie verstrekt met de mededeling dat ‘ [betrokkene 14] en [betrokkene 19] ’, beiden werkzaam bij de KLM, betrokken zijn geweest bij de diamantroof op Schiphol in 2005. Zo zijn (ook) de verdachten [betrokkene 14] en ( [betrokkene 19] ) [betrokkene 19] in beeld gekomen.
Blijkens observaties, afgeluisterde telefoongesprekken en OVC-gesprekken is er meermaals – in wisselende samenstelling – contact geweest tussen [betrokkene 5] , [verdachte] , [betrokkene 11] , [betrokkene 19] , [betrokkene 14] en de – tot dan onbekende – medeverdachte [betrokkene 13] . De achtergrond van deze contacten was kennelijk een financieel conflict. Teneinde meer bewijs dan wel ontlastende informatie te verzamelen is uiteindelijk een traject stelselmatige informatie-inwinning gestart ten aanzien van de medeverdachte [betrokkene 14] , uitgevoerd door opsporingsambtenaren van de Unit Werken Onder Dekmantel, afdeling Afgeschermde Operaties van de Dienst Landelijke Operationele Samenwerking van de Landelijke Eenheid te Driebergen (hierna: het WOD-traject). Gedurende het WOD-traject heeft [betrokkene 14] een aantal keren gesproken over zijn eigen betrokkenheid (als medewerker van KLM), en de betrokkenheid van anderen, bij de diamantroof op Schiphol en een daaraan voorafgaande poging.
Uiteindelijk heeft het strafrechtelijk onderzoek geresulteerd in de vervolging van (onder meer) [betrokkene 5] (die nog voor het vonnis van de rechtbank is overleden), [verdachte] , [betrokkene 7] , [betrokkene 14] , [betrokkene 11] , [betrokkene 19] en [betrokkene 13] .
De door het hof vastgestelde redengevende feiten en omstandigheden, en daaraan te verbinden conclusies, zijn gebaseerd op de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen. In voetnoten is verwezen naar overige feiten en omstandigheden die niet voor het bewijs zijn gebruikt, maar wel van belang zijn voor de beoordeling van gevoerde verweren of het nader duiden van de context dan wel het verloop van het opsporingsonderzoek.
WOD-traject
(...)
Het Openbaar Ministerie is in november 2014 ten aanzien van [betrokkene 14] overgaan tot het WOD-traject. Kort samengevat hebben de opsporingsambtenaren A-3754 en A-3755 zich voorgedaan als gewone burgers waarbij de een zich voordeed als een zakenman/investeerder en de ander als zijn chauffeur/begeleider. Zij hebben [betrokkene 14] – via zijn (toenmalige) Colombiaanse vriendin – benaderd en zijn deel gaan uitmaken van zijn leven. [betrokkene 14] heeft uiteindelijk tegenover deze opsporingsambtenaren verklaringen afgelegd over zijn betrokkenheid en die van andere verdachten bij de tenlastegelegde feiten.
(...)
Handelen en de bevindingen van de opsporingsambtenaren
Vooraf
Hieronder wordt een groot aantal van de ontmoetingen die plaats hebben gevonden beschreven. De gebeurtenissen en gesprekken tijdens deze ontmoetingen geven inzicht in het begin van het traject, het tot stand komen van het contact, de toegepaste misleiding, de onderlinge communicatie, de sfeer en dynamiek tijdens de ontmoetingen, alsmede het handelen en de uitlatingen van [betrokkene 14] en de omstandigheden waaronder deze handelingen en uitlatingen hebben plaatsgevonden. Daarbij geldt dat [betrokkene 14] (uiteindelijk) tijdens vijf ontmoetingen heeft gesproken over de diamantroof op Schiphol, namelijk op 29 en 30 juli, 27 oktober, en 1 december 2016 en op 14 januari 2017. Hetgeen over deze ontmoetingen is gerelateerd zal, gelet op het belang om kennis te nemen van de context waarin de uitlatingen door [betrokkene 14] zijn gedaan, hieronder telkens, voor zover van belang voor de beoordeling, integraal worden weergegeven.
Begin van het traject in 2014 en de contacten met de vriendin van [betrokkene 14] in Colombia
Op 6 november 2014 zijn A-3754 en A-3755 naar het makelaarskantoor van [betrokkene 29] (hierna: [betrokkene 29] ), de vriendin van [betrokkene 14] , te Medellín gegaan teneinde een appartement te huren. [betrokkene 29] vertelt over haar Nederlandse vriend die bij de KLM werkt en over een eventuele investering in door haar te verhuren appartementen dan wel in Panama. A-3755 heeft het er, samen met A-3796 (een Turkse vrouw uit Duitsland met familie die zou investeren in het buitenland), toe geleid dat [betrokkene 29] op 12 maart 2015 het telefoonnummer van [betrokkene 14] aan A-3755 geeft.
Ontmoetingen
(...)
Inzet op 29 juli 2016 te Medellín: ontmoeting waarbij [betrokkene 14] heeft verklaard over de diamantroof
In het proces-verbaal van bevindingen van A-3754 en A-3755 staat onder meer het volgende:
“Wij, politiële informanten, A-3754 en A-3755 kregen op donderdag 29 juli 2016 van ons begeleidingsteam opdracht om [betrokkene 14] te ontmoeten, hem mee te nemen naar vooraf besproken locaties en het zakelijke en sociale contact verder uit te bouwen, alsmede zoveel mogelijk strafrechtelijke informatie te verzamelen. Op vrijdag 29 juli 2016, omstreeks 11 uur, ontmoetten wij [betrokkene 14] voor het [F] te Medellín Colombia. Vervolgens zijn wij bij [betrokkene 14] in zijn voertuig gestapt en zijn wij gaan rijden zoals vooraf met hem besproken naar Guatape Piedra de Penol, een toeristische attractie in de omgeving van Medellín.
Omstreeks 13 uur kwamen wij aan bij Guatape Piedra de Penol. Ongeveer 30 minuten hiervoor zei ik A-3755 tegen [betrokkene 14] , in de auto in bijzijn van A-3754, dat wij een goede ontmoeting hadden gehad met de partners in Bogota en dat we geld zouden gaan verdienen. Ik, A-3755, heb hem vervolgens uitgelegd dat we een verzekeringsfraude willen gaan plegen met diamanten. Een van de mannen wil diamanten naar Nederland laten komen via Schiphol en daar zouden ze dan moeten verdwijnen. Verder hebben wij hem verteld dat wij ook nog niet alle details kenden maar dat het wel groot zou zijn en dat men nog twijfelde tussen Schiphol en een andere luchthaven, waar men ook niemand had. Vervolgens vroeg ik, A-3755, aan [betrokkene 14] of hij grote dingen wel aan kon. Hierop zei [betrokkene 14] :
- Dat niets te groot voor hem is.
- Dat als hij alleen maar spullen van Schiphol af moet krijgen het nooit te groot kan zijn.
- Dat het voor hem een handeling is en dat het niet uit maakt met wat dus dat het nooit te groot kan zijn.
- Dat als ze het ook op een andere luchthaven kunnen ze dat dan maar moeten doen maar dat hij het op Schiphol kan.
- Dat hij niet begreep als ze ook op een andere luchthaven terecht kunnen waarom ze dan daarna niet de “borrelnootjes” naar hem rijden ( [betrokkene 14] bedoelt hiermee diamanten).
Ik, A-3754, zei vervolgens dat die tweede luchthaven misschien wel helemaal niet waar was maar dat ze dat zeggen om druk te zetten maar dat ze ook willen kijken of [betrokkene 14] misschien niet zijn keutel in zou trekken omdat het te groot is en of hij dat wel aan zou kunnen, en of zijn man dat wel aan zou kunnen. Hierop zei [betrokkene 14] “Ik kan het, ik kan het”.
Vervolgens zei [betrokkene 14] :
- Dat ze desnoods eerst vijf steentjes moeten doen als een soort test om te kijken of het lukt.
- Dat hij eerder gefunctioneerd heeft als tussenpersoon voor die steentjes.
- Dat ze ook een soortgelijke sporttas kunnen sturen en dan brengt hij die naar buiten.
- Dat het wel heel groot moet zijn, gezien de grootte van de sporttas zoals die omschreven wordt.
- Dat dit moet gaan om miljoenen, zeker wel 20 tot 30 miljoen.
- Dat wij ons geen zorgen moeten maken of die man het wel aankan, dat die man het aankan als hij nog leeft.
- Dat hij deze man via zijn gabber in Amsterdam heeft leren kennen en dat de slijper een inmiddels gepensioneerde man is met een boot en dat deze man de diamanten naar Antwerpen laat brengen om te slijpen.
- Dat de gabber een echte Amsterdammer is, een allemansvriend en dat hij hem met de diamantenman in contact heeft gebracht.
- Dat de gabber elk jaar naar een pokertoernooi in Vegas gaat en dat hij nu misschien op vakantie is met zijn gezin.
- Dat de diamantenman voor [G] heeft gewerkt.
Vervolgens kwamen wij bij de toeristische attractie en hebben wij niet meer over diamanten gesproken. [betrokkene 14] zei toen alleen nog vlak voordat we de auto uitstapten: “Vertel mij wat ik moet doen om die gasten te overtuigen.”
Tijdens het eten begon [betrokkene 14] uit zichzelf weer over het eventueel laten verdwijnen van diamanten van Schiphol en dat het hem niet lekker zat als men hem niet gelooft. Hij vertelde vervolgens wederom dat we met bang moesten zijn dat zijn mannetje, de man die de diamanten laat slijpen, het ook niet aan zou kunnen, hij zei dat als we maar geduld zouden hebben en vijf a zes stenen per keer zouden doen het allemaal goed zou komen. [betrokkene 14] rekende ons vervolgens voor dat wij ongeveer 30 procent van de waarde overhouden aan een steen, maar dat je hem dan wel met certificaat zou krijgen. [betrokkene 14] rekende met een symbolische waarde van 100.000 euro, waarbij je dan volgens de Rapaportwaarde maar bv 50 procent krijgt en dan gaat er ongeveer 20 procent naar zijn gabber, de slijper en de man [G] gaat, dan blijft 30 procent over. Mocht je snel cash willen dan is het natuurlijk minder maar dan zou [betrokkene 14] je wel uit willen kopen.
Vervolgens ben ik, A-3754, opgestaan en naar het toilet van het restaurant gegaan. Ik, A-3755, vroeg toen vervolgens of ik eerlijk mocht zijn en, na instemming, zei ik tegen hem: “Die gasten waar ik gisteren mee gesproken heb, die hebben mij verteld dat ik eens op internet moest kijken naar de diamantroof op Schiphol jaren geleden. Zij vertelden mij als jullie man hierbij is geweest dan is dat de man die we zoeken”. Vervolgens zag ik, A-3755, dat [betrokkene 14] begon te glimlachen en daarbij instemmend knikte. Ik hoorde dat hij vervolgens zei: “Laat ik het zo zeggen, ik had 10% van de aandelen.” Toen ik daarop vroeg hij met die 10% aandelen, aandelen van de beurs bedoelde, hoorde ik [betrokkene 14] zeggen: “Nee, ik zou 10% van de opbrengst van die gestolen diamanten krijgen, maar ze hebben mij bedonderd”.
Vervolgens hoorde ik [betrokkene 14] tegen mij zeggen: “ [betrokkene 30] ik heb dit nog nooit tegen iemand gezegd, NOOIT herhaalde hij nogmaals. Maar ik vertrouw jullie. Zeg dit maar dit (het hof begrijpt: tegen) jouw mensen, dan weten ze genoeg van mij.” [betrokkene 14] vervolgde met te zeggen dat hij verwacht had met pensioen te kunnen gaan met zijn aandeel in de diamantroof, doch was bedrogen uitgekomen. Hij herhaalde nogmaals dat zijn vertrouwen in ons, A-3754 en A-3755, heel groot was.
Toen ik, A-3754, vervolgens weer aansloot aan tafel vertelde A-3755 mij dat [betrokkene 14] hem zojuist verteld had dat hij een van de mannen van de grote diamantroof op Schiphol was geweest, jaren geleden. Ik, A-3755, zag dat [betrokkene 14] hierbij instemmend knikte en wij hoorden [betrokkene 14] vervolgens zeggen, terwijl hij met zijn handen de beweging maakte van een berg, “Hebben jullie ooit wel eens zo'n berg van diamanten gezien”. Toen wij vervolgens nee zeiden, zei [betrokkene 14] : “Ik wel.”
Hierop ging [betrokkene 14] ongevraagd verder met vertellen. Wij, verbalisanten, knikten af en toe instemmend of spraken onze verbazing uit. Hierop ging [betrokkene 14] verder en vertelde:
- Dat hij voor de contacten had gezorgd.
- Dat hij af en toe 10.000 kreeg maar dat hij nooit de volle sporttas heeft gekregen die hem is toegezegd.
- Dat hij vlak na het gebeuren 10.000 kreeg om te feesten en dat hij dat toen ook heeft gedaan.
- Dat hij alles in US dollars kreeg en dat hij daarom de koers van die tijd nog weet. - Dat het 10 jaar geleden is en dat ze geen spoor hebben achtergelaten.
- Dat hij nog goed weet dat hij de eerste avond na het gebeuren op de bank zat en dat er om 22.00 uur werd aangebeld, aangezien dat nog nooit gebeurd was en hij toen zo enorm geschrokken was dat zijn hart in zijn keel zat.
Vervolgens zei [betrokkene 14] nog een keer: “Jongens ik heb dit nog nooit tegen iemand verteld maar ik heb zoveel vertrouwen in jullie”.
Hierna vroeg ik, A-3754, of hij niet alsnog zijn geld wilde krijgen en of hij geen wraak wilde. Hierop zei [betrokkene 14] :
- Dat ze zeggen dat het op is en herhaalde tot tweemaal “wat moet ik”.
- Dat hij ze niet meer ziet.
- Dat hij er nog wel 1 zou kunnen achterhalen maar dat hij niet weet wat hij er mee zou moeten.
- Dat er meer bedonderd zijn en dat hij niet de enige is.
- Dat hij ook niet weet wat waar is omdat iedereen wat anders zegt maar dat niemand die hij kent die erbij was in luxe baadt.
Vervolgens hebben wij de rekening betaald en zijn wij terug gaan rijden richting Medellín, dit was omstreeks 17.00 uur. Tijdens de terugreis begon [betrokkene 14] ongevraagd weer over de roof en zei vervolgens:
- Dat het tien jaar geleden is, dat ze geen spoor hebben nagelaten. Dit herhaalde hij nog een keer.
- Dat wij nu met de man in de auto zitten die ervoor heeft gezorgd dat alle veiligheidsmaatregelen op Schiphol veranderd zijn.
- Dat hij deze jongens via via heeft leren kennen, dat het plan daar was, dat ze wat hebben geobserveerd en dat het toen is uitgevoerd.
- Dat onze klus echt anders zou zijn want hier waren vuurwapens bij betrokken. Vervolgens maakte [betrokkene 14] een pistoolbeweging met zijn duim en wijsvinger.
- Dat dit wat anders was dan wat wij nu zeggen.
Tijdens de autorit vroeg ik, A-3755, wat [betrokkene 14] gedaan had met het geld wat hij wel heeft gekregen, hierop zei [betrokkene 14] :
- Dat hij samen met een vriend het appartement in de ingestorte toren had gekocht en hij hier 50.000 euro in had gestoken.
- Dat hij een neef in Turkije 50000 euro heeft gegeven zodat deze zijn schuld af kon lossen omdat die neef zoveel voor de familie betekend.
- Dat hij het appartement met [betrokkene 23] heeft gekocht waar hij nu woont en er ongeveer 50.000 euro in had gestoken, de rest heeft [betrokkene 23] als hypotheek genomen. - Dat hij het geld in Colombia gekregen had door bij elke trip die hij maakte 1 euro beneden het bedrag te blijven dat hij mee mocht nemen naar Colombia. Ook had hij hierbij gebruikt gemaakt van vrienden die naar Colombia kwamen en zo geld voor hem meenamen.
- Dat het geld voor de “borrelnootjes” in dollars werd ontvangen en dat dan omgewisseld moest worden.
- Dat dat omwisselen in die tijd nog mogelijk was bij bepaalde geldwisselkantoren in Amsterdam.
- [betrokkene 14] een Tsjechische jongen, [betrokkene 31] genaamd, bij een geldwisselkantoor kende die hij nu opnieuw zou kunnen benaderen voor het omwisselen.
- [betrokkene 14] een voorbeeld gaf dat als je destijds bij het omwisselen 100.000 euro terugkreeg, hij die [betrokkene 31] dan 2000 euro liet houden.
- De werkwijze van het geldwisselkantoor was om het bedrag in kleinere bedragen weg te schrijven, zodat er geen meldingsplicht bestond en er gebruik werd gemaakt van gefingeerde namen.
Vervolgens vroeg [betrokkene 14] wat zijn aandeel zou worden in onze klus, waarop ik, A-3754, vervolgens zei dat het mij eerlijk leek dat we het in drie zouden delen. Hierop zei [betrokkene 14] dat hij hoopte dat dit echt de rebound zou worden. Dat het een keer mislukt is en dat dit het goed moest maken. Hierop zei [betrokkene 14] dat wij de dag ervoor hebben gezegd hoe blij we waren hem te hebben ontmoet en dat hij nu precies hetzelfde wilde zeggen. Vervolgens zei [betrokkene 14] hardop lachend: “Weet je nog [betrokkene 32] , dat ik Google zei toen je mij in dat park vroeg hoe het kwam dat ik zoveel van diamanten wist.” [betrokkene 14] zei hierna nog uit zichzelf dat dit echt niet te groot was en zei verder:
- Dat ze met kleine, grote en hele grote vrachtauto's van de KLM rijden en dat wij eens moesten weten watje daar allemaal in kan verstoppen tussen andere lading.
- Dat er met vrachtauto’s spullen geleverd worden op Schiphol en dat die chauffeurs tegen betaling er ook wel weer spullen vanaf willen brengen.
- Dat hij als hij thuis komt zo snel mogelijk weer naar zijn gabber gaat en in contact probeert te komen.
- Dat hij de diamantman via zijn gabber heeft ontmoet maar dat je deze man niet zomaar kan ontmoeten.
- Dat hij die diamantman de 1e keer in het [betrokkene 24] , bij het Leidseplein, heeft ontmoet.
- Dat hij later ook bij hem thuis kon komen.”
Inzet op 30 juli 2016 te Medellín, ontmoeting waarbij [betrokkene 14] heeft verklaard over de diamantroof
In het proces-verbaal van bevindingen van A-3754 en A-3755 staat onder meer het volgende: “Wij A-3754 en A-3755 kregen op zaterdag 30 juli 2016, van ons begeleidingsteam de volgende opdrachten:
- Ontmoet [betrokkene 14] vandaag, bezoek met hem de Catedral in Envigado, bouw met hem aan een sociale en zakelijke band en verzamel zoveel mogelijke strafrechtelijke informatie.
Op zaterdag 30 juli 2016, omstreeks 10.00 uur, ontmoetten wij [betrokkene 14] in het [F] in Medellín Onze begroeting was zoals gebruikelijk zeer hartelijk. Vervolgens zijn wij met de auto naar de Catedral in Envigado gereden.
Tussen ons drieën vonden er diverse gesprekken plaats over onderwerpen van sociale aard, waarbij wij onder andere spraken over de Feria de Rores, vrouwen, en ons gezamenlijk bezoek aan Piedra de Penol en de “fonda” de vorige dag.
Na ons bezoek aan de Catedral hebben wij vervolgens omstreeks 12.15 uur geluncht in een restaurant in Medellín, genaamd Peru Wok.
Hetgeen wij hier besproken hebben, hebben wij zoveel als mogelijk chronologisch en in dezelfde woorden dan wel woorden van gelijke strekking weergegeven.
Nadat A-3754 had gezegd dat hij het vervelend vond voor [betrokkene 14] dat hij bedonderd was door de overige deelnemers aan de diamantenroof op Schiphol en aan [betrokkene 14] vroeg of hij niets tegen die gasten kon doen hoorden wij [betrokkene 14] zeggen dat dit niet mogelijk was. Hij was immers maar een gewone jongen en geen crimineel. En die gasten waren, zo zei hij, immers geen jongens die je in de speeltuin tegenkwam. Het waren volgens [betrokkene 14] grote gasten die meerdere dingen gedaan hadden. Het zijn zware gasten die mij bedonderd hebben, voegde [betrokkene 14] er aan toe. Toen ik, A-3755, daarop aanmerkte dat het dan echt niet zware jongens waren, daar die echt niet met zich hadden laten sollen als zij ook benadeeld waren, hoorden wij [betrokkene 14] zeggen dat dit echt zware jongens waren, die ook zaken hadden gedaan met [betrokkene 33] . Waarschijnlijk, zo zei [betrokkene 14] , hebben die jongens snel geld willen maken met die steentjes en hebben zij er minder voor gekregen. [betrokkene 14] voegde er aan toe dat hij dit afleidde uit hetgeen hem door die zware gasten verteld was, hetgeen hij natuurlijk niet zeker wist.
Op de vraag van A-3754 of er meerdere gasten benadeeld waren, antwoordde [betrokkene 14] bevestigend. [betrokkene 14] vertelde dat hij met de andere deelnemers aan de diamantenroof om de tafel had gezeten om een helder beeld te krijgen van hetgeen er mis gegaan was. Maar iedereen had een andere verklaring, dus nu wist hij nog niet wat er misgegaan was. Tijdens deze bijeenkomsten was het er ook stevig aan toegegaan en werd er ook tegen elkaar geschreeuwd. Uiteindelijk was er een soort bemiddelaar gekomen tussen de benadeelden en de zware gasten, hetgeen uiteindelijk tot nu toe ook niets opgeleverd had. Deze bemiddelaar was een van die zware gasten.
[betrokkene 14] vertelde ook dat enkele van de benadeelden in de financiële problemen gekomen waren. Hen was veel geld toegezegd en zij hadden vervolgens schulden gemaakt die zij niet meer konden aflossen. Dit was volgens hem extra zuur, want de bedoeling was geweest om door deze diamantroof een financieel zekere toekomst te hebben, maar had nu alleen maar meer ellende opgeleverd. Zelf was [betrokkene 14] gewoon blijven doen, hij had wel wat extra leuke dingen gedaan met het geld maar geen opvallende dingen. Hij was ook gewoon naar zijn werk blijven gaan om zo niet op te vallen.
Een van de andere benadeelden ging af en toe helemaal uit zijn dak en benaderde [betrokkene 14] dan. Deze man ging dan even tekeer, hetgeen (het hof begrijpt: [betrokkene 14] ) aanhoorde. Daarna was de man dan weer rustig. Dit had zich al meerdere malen voorgedaan. Het enige wat [betrokkene 14] deed, was de man aanhoren, verder niets. [betrokkene 14] vertelde ook dat hij had gehoord dat die zware gasten huizen in het buitenland hadden, maar dat zij zich verder in Nederland gedroegen alsof zij geen geld meer hadden. Een van die zware gasten had [betrokkene 14] naderhand verteld dat hij het vervelend vond voor [betrokkene 14] dat hij niet al zijn geld gekregen had en had hem toegezegd dat als [betrokkene 14] een tip voor een goede kraak kon geven, hij [betrokkene 14] alsnog geld geven van de opbrengst van deze kraak.
Tevens vertelde [betrokkene 14] ons dat hij ongeveer twee jaar geleden opnieuw benaderd was voor een overval op Schiphol. Deze keer zou het een overval op een geldwagen hebben moeten zijn, welke geld en/of goud dat van Amsterdam naar Londen gevlogen zou worden, zou vervoeren. Observaties en tellingen waren al onder andere door [betrokkene 14] gedaan. Het plan was uiteindelijk niet doorgegaan omdat een van de deelnemers bang zou zijn geworden.
[betrokkene 14] zijn aandeel bij de uitvoering zou zijn geweest het binnen brengen van de uitvoerders van de overval. Desgevraagd vertelde [betrokkene 14] dat hij bij het naar binnen en naar buiten brengen bijna nooit helemaal gecontroleerd werd, de douane keek alleen maar naar de brandstof.
[betrokkene 14] kende alleen maar de man die hem benaderd had voor deze klus, dit was een van de zware gasten van de diamantroof. De anderen had hij niet gekend. [betrokkene 14] zei dat hij alleen het telefoonnummer van de uitnodigende zware gast had gehad.
Nadat A-3754 een grap had gemaakt over dat [betrokkene 34] mocht kiezen welke toetje hij wilde, en [betrokkene 14] vroeg waarom hij [betrokkene 34] was, antwoordde A-3754 dat dit duidelijk was. Hij had immers al die jaren geen sporen achtergelaten en ook had hij staan te zwaaien met een pipa bij de diamantenroof.
[betrokkene 14] antwoordde hierop dat de politie nog altijd niet wist wat er toen precies gebeurd was en alleen gissingen hadden maar die tot niets geleid hadden.
[betrokkene 14] vertelde dat hij niet met een pipa had lopen te zwaaien, hij had wel alle gebruikte pipa's in de hand gehad. Hij had ze namelijk van land- naar airside moeten brengen. Wij merkten op dat dit naar binnenbrengen wel zijn ding was, hetgeen [betrokkene 14] ook bevestigde.
[betrokkene 14] vroeg aan mij, A-3755, waarom ik bij hem terechtgekomen was voor deze nieuwe klus. Daarop vertelde ik hem dat dit idee ontstaan was, nadat hij tegen A–3754 over diamanten gesproken had en gezegd had dat hij ook daarbij wat kon betekenen.
Vervolgens vroeg [betrokkene 14] aan A-3754 waarom hij dit aan hem gevraagd had. A-3754 antwoordde daarop dat [betrokkene 14] dit uit zichzelf had aangeboden toen A-3754 met hem over een klus gesproken had. [betrokkene 14] gaf daarop toe dat dit inderdaad zo gegaan was.
[betrokkene 14] vroeg aan mij A-3755 of het van land- naar airside brengen van het geld nog zou doorgaan, hetgeen ik bevestigend beantwoordde. [betrokkene 14] gaf aan dat hij op 16 augustus weer naar Nederland zou vliegen, hij had immers al een KLM-ticket en vond het zonde een nieuwe te kopen. [betrokkene 14] zou mij, A-3755, een berichtje sturen als hij weer in Nederland zou zijn. [betrokkene 14] vertelde dat hij ongeveer 3 weken in Nederland zou blijven om vervolgens rond 12 september in Turkije te willen zijn in verband met de offerfeesten. Aansluitend zou hij weer naar Medellín vliegen om daar op 29 september zijn verjaardag te vieren. Omstreeks 6 oktober zou hij dan weer naar Nederland vliegen.
[betrokkene 14] vertelde dat als hij eenmaal weer in Nederland was, hij zo snel als mogelijk zijn gabber zou benaderen, die dan weer contact op zou nemen met die oude man. Met die oude man bedoelde [betrokkene 14] de man die voor [G] had gewerkt
[betrokkene 14] hoopte dat zijn gabber nog niet op vakantie was, hij zou namelijk 3 weken op vakantie gaan. [betrokkene 14] herhaalde nogmaals wat hij al eerder gezegd had, namelijk dat wij gezegd hadden dat wij blij waren hem hebben te ontmoet maar dat hij ook heel blij was dat hij ons had ontmoet. Hetgeen hij tegen ons verteld had, vertelde je niet zomaar tegen iemand. Dan moest je elkaar al wel enkele jaren kennen en elkaars vertrouwen hebben gewonnen. Bij ons was dat zeker het geval, voegde hij er aan toe.
[betrokkene 14] benadrukte nogmaals dat als de steentjes uit Europa zouden komen, de klus een appeltje/eitje zouden zijn.”
Door A-3753 wordt op 4 augustus 2016 een Whatsapp-bericht aan [betrokkene 14] gestuurd, waarin hij hem bedankt voor de geweldige tijd die ze in Colombia hebben doorgebracht.
(...)
Inzet op 27 oktober 2016 te Amsterdam (Harbour Club), ontmoeting waarbij [betrokkene 14] heeft verklaard over de diamantroof
In het proces-verbaal van bevindingen van A-3754 en A-3755 staat onder meer het volgende:
“Wij, politiële informanten, A-3754 en A-3755, kregen op dinsdag 25 oktober 2016 van ons begeleidingsteam opdracht om een ontmoeting met [betrokkene 14] te organiseren en het sociale en zakelijke contact verder uit te bouwen, alsmede zoveel mogelijk strafrechtelijke informatie te verzamelen.
Op donderdag 27 oktober 2016. omstreeks 20.30 uur, ontmoetten wij [betrokkene 14] bij restaurant Harbour Club, gevestigd Cruquiusweg 671 te Amsterdam. Teneinde deze ontmoeting mogelijk te maken had ik, A-3754, de dagen hiervoor regelmatig whatsapp contact met het mobiele nummer, [telefoonnummer 21] , van [betrokkene 14] . In deze chatcontacten is verder niets terzake dienende besproken.
Nadat wij elkaar in de lobby van het restaurant hadden ontmoet hebben wij wat gedronken aan de bar en zijn wij vervolgens naar de tafel gegaan waar we gedineerd hebben. Tijdens het diner hebben wij gesproken over diverse sociale onderwerpen zoals vrouwen, Colombia, vakantie, Spanje, voetbal etc. Tijdens het diner vroeg [betrokkene 14] aan mij, A-3755, naar een aantal zaken rondom de geplande verzekeringsfraude. Terwijl ik, A-3755, hierop antwoord probeerde te geven vertelde [betrokkene 14] ons uit zichzelf plotseling:
- Dat hij wel een plek wist waar we de buit konden verstoppen.
- Dat dit dezelfde plek is als waar hij 10 jaar geleden ook zijn deel van de buit verstopt had op de zolder.
- Dat dit een woning is die hij destijds met zijn vader en moeder gehuurd heeft.
- Dat hij deze woning (een sociale huurwoning) nu nog steeds huurt met zijn moeder.
- Dat hij en zijn nichtje er nog komen en dat hij er ook wel eens slaapt en dat de buren hem ook kennen.
- Dat hij dit bij dezelfde makelaar huurt als waar hij zijn andere woning ook huurt en er 300 euro per maand voor betaalt.
[betrokkene 14] zei ook dat het misschien een goed idee was om de keer eerst met zijn allen de buit te bekijken en op foto te zetten, zodat we precies weten wat er is en weg gaat.
Tevens begon [betrokkene 14] ons spontaan te vertellen, zonder dat wij ernaar vroegen;
- Dat hij destijds twee uur moest wachten met die jongens omdat het vliegtuig twee uur later was en dat het best moeilijk is om je dan twee uur op te houden zonder dat het opvalt.
- Dat hij de tijd ervoor met observeren enzo en kijken hoe alles zit ook best spannend vond, zoals in een film.
- Dat ze niet wisten dat je die auto's op afstand kon begrenzen waardoor ze niet harder dan 40 kilometer per uur kunnen.
- Dat ze ook niet wisten dat er een code aan die sleutel is verbonden waardoor je de achterkant niet kon openen.
- Dat ze als een gek op de voorkant hebben staan beuken om bij de spullen te kunnen omdat dat via de achterkant niet ging en dat ze daarom niet alles hebben kunnen meenemen.
- Dat het nu net zoals 10 jaar geleden om spullen zou gaan die voor een beurs bestemd waren/zijn.
- Vroeg of ik, A-3755, wist wat er nu precies bij zou zitten.
- Dat er 10 jaar geleden een ketting van de koning van Thailand had bijgezeten
- Dat het toen in februari was geweest en nu in januari.
Tevens vertelde [betrokkene 14] ons tijdens het diner nog dat hij die dag een afspraak had gehad omdat hij weer eens was benaderd om drugs uit de vliegtuigen te krijgen. Hij vertelde dat het om 5 tot 10 kilo ging wat uit Colombia kwam. Ook vertelde hij dat dit zo vaak gebeurt maar dat er uiteindelijk nooit wat van komt. Voorts, zo vertelde [betrokkene 14] , was dit zo’n kleine hoeveelheid waaraan hij niet voldoende kon verdienen in verhouding tot het risico dat hij zou lopen. Hij voegde er aan toe dat als zijn verdiensten op z'n minst een miljoen zouden zijn, hij dat risico wel wilde lopen.”
(...)
2017
Er is in 2017 één (laatste) ontmoeting met [betrokkene 14] geweest.
Inzet op 14 januari 2017 te Amsterdam (restaurant Momo), ontmoeting waarbij [betrokkene 14] heeft verklaard over de diamantroof
In het proces-verbaal van bevindingen van A-3754 en A-3755 staat onder meer het volgende:
“Wij A-3754 en A-3755, kregen op zaterdag 14 januari 2017, van ons begeleidingsteam de volgende opdrachten: Ontmoet [betrokkene 14] te Amsterdam. Vraag [betrokkene 14] te laten zien waar het safehouse is waar [betrokkene 14] eerder aan refereerde en waar in 2005 gebruik van is gemaakt. Bespreek tijdens het gebruiken van een maaltijd in een restaurant het artikel over de diamantroof 2005, dat is gepubliceerd in tijdschrift Panorama, nummer 49 van het jaar 2016 en gebruik hierbij het tijdschrift en/of het boek “Handen omhoog Dit is een overval” waarin dit verhaal is gepubliceerd. Overhandig [betrokkene 14] dit boek. Verzamel in de context van dit onderzoek zoveel als mogelijk strafrechtelijke informatie.
Op zaterdag 14 januari 2017, omstreeks 18.30 uur, ontmoette ik A-3755, [betrokkene 14] voor het pand van Apple, gevestigd aan het Leidseplein in Amsterdam. Na onze gebruikelijke begroeting, liepen wij naar A-3754, die in een auto op ons wachtte voor de parkeergarage Byzantium aan de Tesselschadestraat in Amsterdam. [betrokkene 14] vertelde mij dat wij met z'n drieën even iets moesten bespreken met betrekking tot de bewaarplaats van de buit.
Eenmaal in de auto gezeten, hoorden wij [betrokkene 14] zeggen dat hij er nog eens goed over nagedacht had en tot de beslissing gekomen was, dat hij ons de woning niet kon aanwijzen. Voor zijn gevoel was dit de enige plaats op aarde waar alleen hij en zijn moeder vanaf wisten. Ook de andere deelnemers van de overval op Schiphol had hij deze plaats nooit laten zien. Als wij wilden, konden wij deze woning nog steeds gebruiken voor het bewaren van de buit doch alleen hij zou weten waar dit was. Hij was bereid desnoods iedere week ons de buit te laten zien en we konden deze dan ook wegen. Hij had van het verleden geleerd en wilde absoluut niet dat het hem nog eens zou overkomen een deel van de buit kwijt te raken. Wij, A-3754 en A-3755, gaven aan hierdoor verrast te zijn en er even over na te moeten denken.
Daarop zijn wij korte tijd in het [betrokkene 24] -hotel geweest, alwaar wij koffie gedronken hebben. Hierbij spraken wij onder andere over Colombia, het weer en vertelde [betrokkene 14] nogmaals kort welk percentage wij konden verwachten als een diamant bijvoorbeeld een waarde had van 100.000 euro. In eerste instantie zouden wij dan 50.000 euro overhouden (de man in de beurs in Antwerpen zou er ongeveer 10.000 aan verdienen), waarvan wij nog een eventueel te onderhandelen percentage van tussen de 10 en 15 % van 50.000 euro dienden af te staan aan de eerder bedoelde “oude man”. Hoe groter de waarde van onze buit zou zijn, des te betere onderhandelingspositie wij bij de “oude man” zouden hebben.
Vervolgens zijn wij omstreeks 20.00 uur gegaan naar het restaurant Momo, gevestigd aan de Hobbemastraat 1 in Amsterdam.
Nadat wij plaats hadden genomen aan een tafel in het restaurant, vond er tussen ons drieën een gesprek plaats, waarvan wij de inhoud zoveel als mogelijk chronologisch en in dezelfde woorden, dan wel woorden van gelijke strekking, zullen weergeven.
[betrokkene 14] vertelde dat hij tezamen met [betrokkene 23] een nieuwe auto gekocht had in Medellín. Iemand had voor de Toyota 45 miljoen peso’s geboden. Dit bod hadden zij aanvaard en vervolgens hadden zij een nieuwe Kia Sportage gekocht, die 90 miljoen peso had gekost. De helft hadden zij betaald met de 45 miljoen peso van de verkoop en voor de andere helft waren zij een financiering aangegaan. Voor de financiering betaalden zij nu maandelijks iets meer dan 1 miljoen peso. [betrokkene 23] en hij betaalde ieder de helft hiervan. Na een korte tijd over diverse onderwerpen van sociale aard te hebben gesproken, vertelde ik, A-3755, [betrokkene 14] dat wij behoorlijk geschrokken waren van de publicaties met betrekking tot de diamantroof op Schiphol in de Panorama in december 2016 (nummer 49) en in het boek “Handen omhoog! Dit is een overval.” [betrokkene 14] vertelde niet te begrijpen wat wij hiermee bedoelden, daar hij op dat moment in Medellín was geweest en niets gelezen of gehoord had.
Daarop overhandigde ik, A-3755, [betrokkene 14] het boek, dat in opdracht van ons begeleidingsteam door A-3754 was gekocht. [betrokkene 14] vroeg ons of wij het verhaal met betrekking tot de diamantroof gelezen hadden en nadat wij dit bevestigd hadden of het klopte. Wij antwoordden dat wij dat natuurlijk niet wisten, daar wij er niet bij waren geweest. Tevens liet ik A-3754 hem een foto zien, op mijn mobiele telefoon, van de voorkant van de betreffende Panorama waarin een artikel over de diamantroof wordt aangekondigd. Direct begon [betrokkene 14] in het boek te bladeren en kwam terecht bij het verhaal over de diamantroof op Schiphol. Wij hoorden [betrokkene 14] direct zeggen dat het nummer van de wagen niet klopte (naderhand zagen wij dat [betrokkene 14] hiermee bedoelde de zinsnede: Het busje, met nummer 34 en een duidelijk KLM-logo erop, is vervolgens een uur lang buiten beeld op bladzijde 254). Ook hoorden wij hem zeggen dat [betrokkene 12] “ [betrokkene 12] ” er inderdaad ook bij was geweest.
Ik, A-3754, hoorde en zag dat op het moment dat [betrokkene 14] de initialen [initialen] met zijn vinger aanwees (bladzijde 257 zinsnede: met de arrestatie van de 41-jarige Amsterdammer [initialen] ), zei: “Deze initialen kloppen ook”.
Op mijn opmerking dat ik, A-3755, gelezen had dat men ook vermoedde dat er twee neven bij de diamantroof betrokken waren geweest, hoorde wij [betrokkene 14] zeggen: “Een was erbij. Ik ken ze, ben met hen in Suriname geweest.”
Hierna stopte [betrokkene 14] met het lezen en legde hij het boek op de tafel bij hem.
Wij hoorden hem vervolgens zeggen dat je “ [betrokkene 12] ” niet tegen wilde komen. Het was een ontzettend grote vent die behoorlijk indruk maakte en ook slim was. Als [betrokkene 14] contact het hem wilde hebben, liep hij altijd even bij “ [betrokkene 12] ” langs en deed hij een briefje in de bus. Bellen was absoluut geen optie. “ [betrokkene 12] ” kwam volgens [betrokkene 14] altijd echt op tijd, niet te laat en niet te vroeg. Heel gedisciplineerd. Hij was volgens [betrokkene 14] echt degene die alles bedacht. Volgens [betrokkene 14] had “ [betrokkene 12] ” een maat die alles recht lulde en dat op zo'n manier deed dat iedereen hem dan geloofde.
Daarop gaven wij, A-3754 en A-3755, aan het wel een top-idee was geweest dat “ [betrokkene 12] en zijn vriend” zich hadden laten insluiten bij een bank om vervolgens de kluisjes leeg te halen. [betrokkene 14] reageerde hierop door te zeggen dat die twee mannen, die echt maten waren, ook wel eens persoonlijke meningsverschillen hadden, doch dat zij “zakelijk gezien” altijd weer samen konden werken en een klus deden. Toen ik, A-3755, daarop aanhaalde dat het duidelijk was dat er sprake was van een hechte groep omdat “ [betrokkene 12] en zijn vriend” zich hadden laten insluiten bij de bankroof, uiteindelijk toch gepakt worden, een tijd gezeten hadden en toch daarna weer samen met [betrokkene 14] en enkele anderen de diamantroof op Schiphol deden, hoorde wij [betrokkene 14] zeggen: “Ja dat klopt, ze waren erbij.”
[betrokkene 14] vervolgde met te zeggen dat “ [betrokkene 12] ” tegen hem gezegd had dat deze maat iemand een wapen op zijn kop kon zetten, zonder ook maar te knipperen met zijn ogen.
[betrokkene 14] merkte vervolgens (hof: op) dat alles wat hij tot nu toe tegen ons verteld (hof: had) over de diamantroof op Schiphol, geen grootspraak van hem was geweest. Het bewijs hiervan stond immers in een boek, dat volgens hem geschreven was op grond van feiten van eerder gedane onderzoeken naar de diamantroof op Schiphol.
[betrokkene 14] vertelde ook dat, ondanks dat het professionele gasten waren, er toch ook enkele dingen fout gegaan waren. Een voorbeeld hiervan was het niet meenemen van een deel van de buit. Zij waren er niet voldoende op voorbereid geweest om de ruit van het busje stuk te kunnen slaan. Een ander voorbeeld was dat enkele van die gasten wel eens liepen op te scheppen over de daden als zij wat teveel gedronken hadden.
Ook vertelde [betrokkene 14] dat “het werk” dat deze gasten deden, voor henzelf gewoon het uitoefenen van hun beroep was. “Dit is hun beroep, zij kunnen niets anders”, hoorden wij [betrokkene 14] zeggen. Daarnaast zou het volgens hem hen ook om “de kick” gaan. Een dag hadden ze heel veel geld en de andere dag waren ze het weer kwijt. Waar het geld dan gebleven was, kon [betrokkene 14] alleen maar naar gissen.
Op de vraag van A-3754, hoe die gasten nu bij hem terecht gekomen waren, hoorden wij dat [betrokkene 14] vertelde dat dit via een oude schoolvriend van hem gebeurd was. “ [betrokkene 12] ” had aan deze oude schoolvriend gevraagd of hij iemand kende die op Schiphol werkte en eventueel wat voor hen kon betekenen. Die oude schoolvriend had [betrokkene 14] toen gevraagd en [betrokkene 14] was in gesprek gegaan met “ [betrokkene 12] ”. Aanvankelijk had [betrokkene 14] alleen maar geluisterd, maar omdat het plan dat “ [betrokkene 12] ” voor ogen had, volgens [betrokkene 14] absoluut niet kon, had [betrokkene 14] een voorstel gedaan hoe het wel kon. [betrokkene 14] voegde er aan toe: “Uiteindelijk hebben ze gedaan wat wij voorstelden.
Zelf heb ik maandenlang observaties uitgevoerd op Schiphol om te zien hoe het een en ander ging met betrekking tot onder andere de aankomst van het vliegtuig, de procedures met het in- en uitladen van het vliegtuig en het de gehele gang van zaken van het busje waarin de diamanten vervoerd zouden worden.''
Nadat ik, A-3755, tegen [betrokkene 14] gezegd had dat ik hem in het vervolg “de man van 74 miljoen zou noemen”, hoorden wij hem zeggen dat niemand precies wist hoeveel het nu echt geweest was. Wij hoorden hem wederom zeggen, dat er kettingen van de koning van Thailand bij gezeten hadden.
Nadat ik, A-3755, [betrokkene 14] gevraagd had waarom het de eerste keer misgegaan was, hoorden wij [betrokkene 14] zeggen dat de eerste keer uitsluitend een proef was geweest. Gelukkig was het niet goed gegaan anders was de opbrengst volgens [betrokkene 14] veel minder geweest. Volgens zijn zeggen waren ook zij verrast geweest door de omvang van de buit.
Omstreeks 23:10 uur, verlieten wij de tafel in het restaurant en namen wij plaats aan de bar. Toen ik, A-3755, [betrokkene 14] nogmaals bedankte voor het feit dat hij niet gewild had dat A-3754 zaken met “die grote gasten” van de diamantroof op Schiphol” ging doen, daar ik in het boek gelezen had dat een van die neven die doodgeschoten was ook lid was van […] , hoorde ik [betrokkene 14] zeggen: “ [betrokkene 16] , nee die was er niet bij, die ander”.
(...)
Diamantroof 25 februari 2005
Op 25 februari 2005 vond ter hoogte van platform B34, op het beveiligde en voor het publiek niet vrij toegankelijke deel van Schiphol (‘airside’), rond 10.00 uur een gewapende overval plaats op een waardetransportauto van KLM. In de waardetransportauto, die werd bemand door de getuigen [betrokkene 2] en [betrokkene 1] , lagen diamanten en sieraden ter waarde van ruim 72 miljoen USD. De waardetransportauto werd vergezeld door een volgauto van een beveiligingsbedrijf met daarin de getuige [betrokkene 3] . Op het moment dat de waardetransportauto vlak bij het vliegtuig werd geparkeerd kwam een blauwe KLM-auto hard aangereden. Hierin zaten de twee overvallers. Zij hebben vuurwapens op [betrokkene 2] , [betrokkene 1] en [betrokkene 3] gericht. Die moesten op de grond gaan liggen, hun portofoons en de sleutels van de waardetransportauto afstaan. De overvallers zijn vervolgens met de waardetransportauto en de waardevolle inhoud weggereden en hebben het Schipholterrein verlaten via hek 54.
De door de overvallers gebruikte KLM-auto, met nummer 43, is door hen tussen 8.30 en 9.00 uur gestolen. De overvallers droegen KLM-kleding. De overvallers hebben zich geruime tijd op ‘airside’ moeten ophouden, omdat het vliegtuig dat met de diamanten en sieraden naar Antwerpen zou vertrekken vertraagd was. Het vliegtuig had, zoals gebruikelijk van maandag tot en met vrijdag, om 8:50 uur moeten vertrekken.
Om 10:29 uur is de waardetransportauto teruggevonden onder het viaduct van de (busverbinding) Zuidtangent op industrieterrein De Hoek in Hoofddorp. Een deel van de buit is in de waardetransportauto achtergebleven. Er zijn door de daders diamanten en sieraden meegenomen ter waarde van ongeveer 43,5 miljoen USD.
Industrieterrein De Hoek
In de directe omgeving van de teruggevonden waardetransportauto is een schoenafdruk maat 48 aangetroffen. Op camerabeelden van de omgeving is op een aantal tijdstippen tussen 7:37 en 10:07 uur een rode bestelbus, gelijkend op een Renault Express, waargenomen.
De getuige [betrokkene 35] heeft op 25 februari 2009 tussen 10:00 en 10:15 uur drie mannen bij een witte KLM-bus bezig gezien. Een van de mannen was rond de 1,90 meter en droeg een oranjeveiligheidsvest. Er stond ook een bordeauxrode auto, een ouder en beetje hoekig model. De beschrijving van de ( [betrokkene 20] ) man en de auto komt overeen met hetgeen de getuigen [betrokkene 36] , [betrokkene 37] en [betrokkene 38] hebben verklaard over hetgeen zij op 25 februari 2005 hebben waargenomen. [betrokkene 36] en [betrokkene 38] hebben ook verklaard dat zij de ( [betrokkene 20] ) man hebben zien graven, volgens [betrokkene 38] alsof hij ‘geen doel’ had. [betrokkene 38] heeft bovendien verklaard dat hij die man en bestelauto twee keer eerder, op dezelfde plaats, heeft gezien. Ook toen stond de man te graven. Getuige [betrokkene 37] herkende de auto ook van een eerder moment, dat zou de 7e of de 10e (het hof begrijpt: februari 2005) geweest kunnen zijn, dat hij een man heeft zien graven. En ook de getuige [betrokkene 39] heeft ‘ongeveer een week voor afgelopen vrijdag 25 februari 2005’ rond 8.45 uur een man van ongeveer 1.90 meter, met een oranje/geel reflecterend vest, zien graven. Er stond toen ook een kleine bestelauto.
Diefstal KLM-auto 10 februari 2005
Op 10 februari 2005 is er omstreeks 8:00 uur een melding bij de KMar binnen gekomen van de vermoedelijke diefstal van een KLM-auto die geparkeerd stond bij Delta 7 (‘airside’). Omstreeks 8 30 uur is de auto gezien op het B-platform met daarin twee personen die KLM-bedrijfskleding droegen. De mannen werden door de getuige [betrokkene 40] , die samen met [betrokkene 41] en ‘ [betrokkene 42] ’ op zoek was naar de door hen geparkeerde auto, aangesproken. [betrokkene 40] – die op dat moment nog uitging van een vergissing – heeft gezegd dat de bestuurder achter hem aan moest rijden om de auto terug te brengen. De KLM-auto is aanvankelijk ook achter [betrokkene 40] en zijn collega’s aangereden, maar is plotseling gekeerd en met hoge snelheid door hek 54 (waarvan net de slagboom was geopend) het terrein afgereden. Volgens getuide [betrokkene 41] leek het alsof de bestuurder van de ‘kofferafhandeling’ was, maar daarvoor klopte het tenue niet.
Overeenkomsten tussen 10 en 25 februari 2005
Uit het voorgaande blijkt dat op beide data een KLM-auto is gestolen op het afgesloten deel van Schiphol. Rond hetzelfde tijdstip zijn beide auto’s gezien op het B-platform, rond welk tijdstip van maandag tot en met vrijdag om 8.50 uur een vlucht met waardevolle goederen, hoofdzakelijk diamanten naar Antwerpen vertrekt. Beide keren is via hek 54 het Schipholterrein verlaten. De rode bestelauto met de ( [betrokkene 20] ) gravende man is niet alleen op de 25ste waargenomen, maar ook korte tijd daarvoor. Ten slotte heeft onderzoek van de historische verkeersgegevens via de zendmast op het B-platform en de zendmast op industrieterrein De Hoek het volgende uitgewezen:
- op 10 februari rond het tijdstip van de diefstal belt de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 22] (omgeving B-platform) naar het telefoonnummer [telefoonnummer 23] (omgeving De Hoeksteen);
- op 25 februari rond het tijdstip van de overval is er contact tussen dezelfde telefoonnummers, maar nu bevindt het nummer eindigend op [telefoonnummer 23] zich in de omgeving van het B-platform en het nummer eindigend op [telefoonnummer 22] in de omgeving van het industrieterrein;
- na 25 februari zijn beide telefoonnummers niet meer gebruikt.
Waarneming [betrokkene 5] op 5 december 2004 bij hek 54
Op 5 december 2004 is [betrokkene 5] door de KMar gecontroleerd bij hek 54 (‘landside’). Hij vertelde dat hij vliegtuigen aan het kijken was, maar geen spotter was. Volgens de mutatie van de KMar maakte [betrokkene 5] een gespannen indruk en is er ter plaatse maar beperkt zicht op de vliegtuigen. Bovendien stond [betrokkene 5] er pas vier minuten voor de controle en is hij twee minuten later weer vertrokken. Volgens een mutatie van de Herkenningsdienst van de KMar was [betrokkene 5] 2,04 meter en had hij schoenmaat 48.
Aantreffen Renault Express op 8 maart 2005
De KMar is naar stadsdeelkantoor Oud-Zuid gegaan om een plattegrond te halen van de woning van [betrokkene 5] en zijn partner [betrokkene 6] . Laatstgenoemde was (naar moet worden aangenomen zonder dat de KMar daarvan op de hoogte was) werkzaam bij het stadsdeelkantoor. Uit de later door [betrokkene 6] afgelegde verklaring blijkt dat zij er daardoor achter is gekomen dat de KMar de plattegrond had opgevraagd en dacht dat er mogelijk, zoals eerder was gebeurd, een inval zou komen. Op 8 maart 2005 om 10:00 uur heeft [betrokkene 6] om die reden naar [betrokkene 5] gebeld en hem gevraagd naar huis te komen. [betrokkene 5] moest daarna het huis uit. Op diezelfde dag heeft [betrokkene 5] om 10:26 uur naar [verdachte] gebeld om af te spreken. [verdachte] en [betrokkene 5] hebben die dag acht keer telefonisch contact gehad. [verdachte] heeft ook drie keer contact gehad met [betrokkene 11] . Omstreeks 22:18 uur is op de Kanaaldijk in Diemen een in brand staande Renault Express aangetroffen.
In de Renault Express zijn papieren en bijbehorende cd-roms aangetroffen die afkomstig bleken uit de op 25 februari 2005 geroofde waardetransportauto.
Doorzoeking bij [verdachte]
Op 9 januari 2006 is [verdachte] aangehouden en is zijn woning doorzocht. In zijn woning is een jas aangetroffen; in een zak van deze jas is een bladzijde met diamantomschrijvingen en geldbedragen aangetroffen. Het hof gaat ervan uit deze jas aan [verdachte] toebehoort. De jas is immers in zijn woning aangetroffen en door [verdachte] is nooit bij de KMar of nadien ter terechtzitting bij de rechtbank of het hof verklaard dat deze jas aan een ander, en aan wie, toebehoort. Van vier specifieke beschrijvingen van diamanten op de lijst die bij [verdachte] is aangetroffen, kan op basis van verkregen informatie uit het rechtshulpverzoek aan België (samengevat: omschrijvingen van vier zeldzame, en ontvreemde, diamanten) en het verhoor van deskundige [betrokkene 21] , geconcludeerd worden dat het omschrijvingen zijn van op 25 februari 2005 gestolen diamanten.
OVC-gesprek 17 juni 2013
Op 17 juni 2013 zat [betrokkene 7] met een medeverdachte (in een ander strafrechtelijk onderzoek) in een auto waarin afluisterapparatuur was geplaatst. Er heeft een gesprek plaatsgevonden, waarbij vooral [betrokkene 7] aan het woord was. Gelet op de inhoud van dat gesprek, waarvan het verslag integraal is opgenomen in de bewijsmiddelen, gaat het over de diamantroof op Schiphol en meer in het bijzonder een daaraan voorafgaande poging. Dat het gesprek over Schiphol gaat leidt het hof onder andere af uit de gebruikte zinsneden, ‘op Schiphol’, ‘op het platform’ en ‘we hadden pakken ook aan man, we zagen er ehmm eh hmm als die koffertrekkers’. Verder sluit hetgeen door [betrokkene 7] is verteld naadloos aan bij hetgeen [betrokkene 40] en [betrokkene 41] , zoals hierboven benoemd, hebben verklaard over de gebeurtenissen op 10 februari 2005. Samengevat komt het er op neer dat [betrokkene 7] in een op het binnenterrein van Schiphol buitgemaakte auto zat, met ‘ [verdachte] ’ als bestuurder. Ze hadden wapens bij zich: een machinegeweer, een paar handgranaten en een pistool. Op het binnenterrein zijn [verdachte] en [betrokkene 7] aangesproken door een medewerker van Schiphol (‘bewaking’), die denkt dat zij gewoon personeel zijn, en zegt dat ze de auto (van ‘ [betrokkene 10] ’) hebben gepakt. Die auto moesten [verdachte] en [betrokkene 7] terugbrengen. Ze reden eerst de goede kant op, maar plotseling ‘maakten ze een rondje’ en zijn ze ‘toen die boom (het hof begrijpt: slagboom) in één keer open ging’ het terrein afgereden.
[betrokkene 7] heeft ook over een daarop volgende keer verteld. Hij zegt: “Maar de eerste keer ging ik er gewoon voor. Maar toen dat fout ging hè wouden ze een week later wouden ze weer. Toen zat in mijn hoofd nog hey fuck dat man”. En ook: “(...) achteraf wisten ze dat het twee weken eerder had moeten gebeuren”. Het hof leidt hieruit, mede in het licht van de nader te bespreken bewijsmiddelen, af dat dit over de geslaagde diamantroof op 25 februari 2005 gaat. [betrokkene 7] , die kennelijk niet meer durfde, zegt dan nog: “Die [betrokkene 11] heeft toen mijn plek gepakt en ehh, die heeft een mejoen gehad”.
[betrokkene 7] heeft overigens ook nooit ontkend dat het OVC-gesprek betrekking heeft op de diamantroof op Schiphol en de daaraan voorafgaande poging. Ter terechtzitting van de rechtbank (waarvan het proces-verbaal ter terechtzitting is gevoegd in de zaak tegen de verdachte) heeft [betrokkene 7] , aan de hand van een briefje, verklaard: “Ik heb het dossier toegestuurd gekregen van mijn advocaat in 2005. Ik wist dus van het manuscript van [betrokkene 5] . Over het OVC gesprek van 17 juni 2013 wil ik zeggen dat ik heb lopen opscheppen. Ik ben een Amsterdammer en zat gewoon te ouwehoeren. Soms sla ik op hol en dat gebeurde toen ook”. Volgens het hierop gebaseerde verweer van de raadsman is dan ook geen sprake van daderkennis maar kennis vanuit het dossier en/of het manuscript, en heeft [betrokkene 7] om stoer te doen voorgewend dat hij betrokken was bij de mislukte overval op 10 februari 2005.
Het moment van overleggen van deze verklaring en het gebrek aan enige toelichting en specificering door [betrokkene 7] van deze verklaring, doen reeds afbreuk aan de geloofwaardigheid ervan. Bovendien is bevreemdend dat als [betrokkene 7] slechts aan het opscheppen was of ‘stoer deed’, hij opgeeft over betrokkenheid bij de mislukte roof in plaats van de geslaagde roof, waaraan hij bovendien naar eigen zeggen niet meer durfde deel te nemen omdat hij nog met de mislukking ‘in zijn hoofd’ zat. Dit komt de geloofwaardigheid van de door [betrokkene 7] bij de rechtbank geschetste gang van zaken evenmin ten goede. Genoemde verklaring in eerste aanleg behelst zodoende niet meer dan een niet-onderbouwde mededeling, die strikt genomen niet eens inhoudt dat [betrokkene 7] op basis van kennis uit het Rock-dossier of het manuscript heeft verteld. Daar komt bij dat kennelijk uit de inhoud van die verklaring moet worden afgeleid dat [betrokkene 7] op grond van het Rock-dossier (“dus”) wist van het manuscript van [betrokkene 5] (dat over de diamantroof op Schiphol gaat). In zoverre kan de verklaring van [betrokkene 7] niet waar zijn, omdat het manuscript (meerdere versies) pas in 2017, in het onderzoek Eaton, is gevonden. Daar komt bij dat het hof twee delen, zoals digitaal toegevoegd aan het dossier, van het OVC-gesprek heeft beluisterd. [betrokkene 7] is daarin – zo stelt het hof op basis van zijn eigen waarneming vast – zeer beeldend en gedetailleerd in zijn beschrijving van hetgeen is voorgevallen en hij vertelt bovendien wat hij – op sommige momenten – dacht en voelde. Hij spreekt daarbij ook met een zekere bewondering voor de bestuurder [verdachte] , die kennelijk heel rustig bleef toen hij werd aangesproken, en op dat moment zelfs een telefoongesprek voorwendde met de KLM-medewerker bij wie de auto in gebruik zou zijn geweest (“ [betrokkene 10] ” in de bewoordingen van [betrokkene 7] ). In zoverre komt hetgeen [betrokkene 7] tegen zijn gesprekspartner vertelde zeer authentiek over, als een verslag van iemand die uit eigen wetenschap vertelt.
Op grond van het voorgaande is het hof van oordeel dat de (kennelijk zo bedoelde) verklaring van [betrokkene 7] in eerste aanleg dat hij slechts heeft verteld op basis van kennis uit het Rock-dossier en/of het manuscript ongeloofwaardig is. Het verweer van de raadsman dat het OVC-gesprek van 17 juni 2013 geen daderwetenschap inhoudt wordt daarom verworpen.
De door de raadsman benoemde ‘onjuistheden’ in het OVC-gesprek (een grote, gele jeep in plaats van een blauwe KLM-auto, vier in plaats van drie bewakers, bewakers – met strepen – in plaats van ‘gewone’ medewerkers, [betrokkene 10] in plaats van – naar het hof aanneemt – [betrokkene 42] , een KLM-auto zonder kenteken terwijl de auto wel in elk geval blijkens de goederenbijlage bij de aangifte, een kenteken had) zijn naar het oordeel van hof van zo’n ondergeschikte betekenis, dat die aan vorenstaande conclusie geen afbreuk doen. Terzijde merkt het hof op dat uit de verklaringen van [betrokkene 40] en [betrokkene 41] blijkt dat zij, op het moment dat [betrokkene 40] de inzittenden van de gestolen KLM-auto aansprak, wel met z’n vieren waren.
Bevestiging van de inhoud van het OVC-gesprek van 17 juni 2013
De inhoud van het OVC-gesprek vindt daarnaast bevestiging in andere bewijsmiddelen, meer in het bijzonder waar het gaat om de betrokkenheid van [betrokkene 5] , [verdachte] en [betrokkene 11] . In het OVC gesprek heeft [betrokkene 7] het over ‘ [betrokkene 12] ’ die het allemaal bij elkaar gebracht heeft, maar niet zelf het Schipholterrein op durfde. Het was eigenlijk ‘ [verdachte] ’ die alles gedaan heeft, de – zo leidt het hof uit het gesprek af – bestuurder die nadat hij werd aangesproken door [betrokkene 40] goed toneel speelde. In de woorden van [betrokkene 7] : “Hij ken improviseren jongen, die gozer is een acteur”. Die karakterschets (die overigens niet in het dossier Rock terug te vinden is) past zeer goed bij de beschrijving die [betrokkene 14] heeft gegeven van één van de daders: de maat van ‘ [betrokkene 12] ’ die alles recht lulde en dat op zo’n manier deed dat iedereen hem geloofde. Deze maat, met wie [betrokkene 14] kennelijk ‘ [verdachte] bedoelde, was volgens [betrokkene 14] ook bij een eerdere bankroof met [betrokkene 5] betrokken. Uit het onderzoek is gebleken dat [betrokkene 5] en [verdachte] betrokken zijn geweest bij overvallen in de periode van 1986 tot 1988 en hiervoor zijn aangehouden en veroordeeld.
In het WOD-traject heeft [betrokkene 14] ook nog verteld over de betrokkenheid van [betrokkene 12] , als iemand die ‘erbij was’ en bij [betrokkene 14] terecht kwam via een oude schoolvriend (naar het hof aanneemt: [betrokkene 13] die bevriend was met [betrokkene 14] en bij hem op de lagere school heeft gezeten), aan wie [betrokkene 12] had gevraagd of hij iemand op Schiphol kende die ‘iets kon betekenen’. Dat past goed bij de rol van [betrokkene 12] zoals [betrokkene 7] die heeft benoemd.
Dat [betrokkene 7] in het OVC-gesprek met ‘ [betrokkene 12] ’ doelt op [betrokkene 5] en met ‘ [verdachte] ’ op [verdachte] (wiens voornaam [verdachte] is) vindt mede bevestiging in hetgeen hierboven ten aanzien van [betrokkene 5] en [verdachte] is overwogen. In dit verband is bovendien van betekenis dat [betrokkene 7] op 19 april 2014 belt met [verdachte] en zegt: “je spreekt met [betrokkene 7] , de gabber van die [betrokkene 20] ”. Overigens heeft [betrokkene 7] nooit bestreden dat hij het in het OVC-gesprek heeft over [betrokkene 5] en [verdachte] .
De beschrijving die de getuige [betrokkene 43] heeft gegeven van één van de overvallers op 25 februari 2005 – de bestuurder – geeft het hof, anders dan door de raadsman is bepleit, geen aanleiding om te twijfelen aan de aanwezigheid van [verdachte] toen ter plekke. [betrokkene 43] spreekt bij de beschrijving van de bestuurder, die overigens volgens [betrokkene 43] een bontmuts droeg met de oorflappen naar beneden immers over een negroïde type’ en, iets later in zijn verklaring, een ‘negroïde type [...] niet een echt donkere persoon, wat lichter type’. Deze beschrijving sluit [verdachte] geenszins uit, mede gelet op zijn donkere voorkomen, zoals het hof ter terechtzitting zelf heeft waargenomen.
Uit de opmerking van [betrokkene 7] in het OVC-gesprek dat ‘ [betrokkene 11] zijn plek heeft gepakt’ en daarvoor een ‘mejoen’ heeft gehad, begrijpt het hof dat ‘ [betrokkene 11] ’ op 25 februari 2005 (naast [verdachte] ) één van de twee gewapende overvallers was. Met [betrokkene 11] wordt, zo stelt het hof op grond van de overige bewijsmiddelen vast, door [betrokkene 7] gedoeld op [betrokkene 11] . Zoals hierboven beschreven is er tussen hem en [verdachte] contact op de dag dat [betrokkene 5] op de hoogte raakt van een mogelijke inval door de politie, en de Renault Express brandend is gevonden. Verder heeft [betrokkene 14] in het WOD-traject, als hij wordt geconfronteerd met het vermoeden dat er twee neven bij de overval betrokken waren, gezegd: “één was erbij, ik ken ze, ben met hen in Suriname geweest”. [betrokkene 14] heeft later bij de KMar verklaard dat hij met [betrokkene 11] in Suriname is geweest, hetgeen overigens bevestiging vindt in hun beider paspoortgegevens. [betrokkene 11] is een neef van de in 2015 doodgeschoten [betrokkene 16] , die bij leven president was van motorclub […] Amsterdam. Bovendien is vastgesteld dat het nummer van [betrokkene 14] in 2005 in de telefoon van [betrokkene 11] stond. Als tijdens het WOD-traject door één van de WOD’ers wordt opgemerkt dat één van de neven die doodgeschoten was ook lid was van […] , zegt [betrokkene 14] : “ [betrokkene 16] , nee die was er niet bij, die ander”. Dat die ander [betrokkene 11] was vindt ten slotte bevestiging in hetgeen is gebleken ten aanzien van het hieronder nog te bespreken financiële conflict.
In het WOD-traject heeft [betrokkene 14] uiteindelijk ook de deelname van ‘de 41-jarige Amsterdammer [initialen] ’ bevestigd. De verdachte [betrokkene 7] was, ten tijde van zijn aanhouding in het onderzoek Rock op 8 november 2005, 41 jaar oud. Het hof gaat er dan ook – gelet op de overige inhoud van de bewijsmiddelen – vanuit dat [betrokkene 14] met zijn bevestiging doelde op [betrokkene 7] .
Dat [betrokkene 14] in het WOD-traject uit eigen wetenschap heeft verklaard over de diamantroof en de daarbij betrokken personen, vindt naar het oordeel van het hof bevestiging in de bewijsmiddelen die hierboven aan de orde zijn gekomen. Verder acht het hof in het bijzonder van belang dat tijdens een doorzoeking bij [betrokkene 14] thuis (in een AH-tas) een (heel klein) deel van de op 25 februari 2005 gestolen buit is aangetroffen. Dat [betrokkene 14] deze diamanten en bescheiden van iemand in het casino heeft ontvangen, zoals ook de al eerder genoemde schriftelijke verklaring van [betrokkene 14] bij de rechtbank staat maar in het geheel niet is onderbouwd, is naar het oordeel van het hof ongeloofwaardig. Dat geldt te meer nu in de locker van [betrokkene 14] bij de KLM een briefje met daarop de naam van [betrokkene 5] en diens adres in Spanje is aangetroffen. Verder geldt dit te meer nu bij [betrokkene 14] thuis ook een kopie van een deel van het dossier dat destijds aan de raadsvrouw van [betrokkene 5] was verstrekt, is aangetroffen. [betrokkene 14] heeft tijdens het WOD-traject bovendien verklaard dat hij via zijn ‘gabber’ eerder diamanten heeft verhandeld. Deze ‘gabber’ is geïdentificeerd als de verdachte [betrokkene 17] . Die heeft verklaard dat hij inderdaad diamanten voor [betrokkene 14] heeft laten verkopen in Antwerpen, waarvoor hij de verdachte [betrokkene 44] had ingeschakeld. [betrokkene 44] heeft dat in een verhoor in 2017 bevestigd en heeft erkend de diamantgerelateerde aantekeningen, die in de bij [betrokkene 14] gevonden AH-tas zijn aangetroffen, te hebben geschreven. Hij verklaart dat dit 10, 12 jaar geleden was.
Financieel conflict
De betrokkenheid van de genoemde verdachten vindt naar het oordeel van het hof ten slotte bevestiging in de onderlinge contacten die verband hielden met een financieel conflict. Het hof gaat ervan uit dat [betrokkene 7] niet deelnam aan deze contacten omdat hij slechts betrokken is geweest bij de poging en niet bij de uiteindelijke roof. De andere verdachten hebben in de periode van oktober 2013 tot en met februari 2015 veelvuldig telefonisch contact gehad en elkaar in wisselende samenstellingen ontmoet. Op 17 april 2014 wordt een ontmoeting waargenomen tussen [verdachte] , [betrokkene 14] , [betrokkene 19] , [betrokkene 5] en [betrokkene 13] . Dat sprake is van een financieel conflict, en meer in het bijzonder dat [betrokkene 14] , [betrokkene 19] en [betrokkene 13] geld tegoed hadden van [betrokkene 5] en/of [verdachte] volgt uit de inhoud van een aantal in de bewijsmiddelen opgenomen tap- en OVC-gesprekken. In het bijzonder wijst het hof op het OVC-gesprek tussen [betrokkene 13] en [betrokkene 11] op 19 september 2014. In dat gesprek, dat voor een groot deel integraal is opgenomen in de bewijsmiddelen, heeft [betrokkene 11] (aan het einde) gezegd dat hij ‘ergens’ hoopt dat hij nog geld krijgt. Daaraan voorafgaand heeft hij gezegd: “Toen ik uit de bajes kwam, zegt [verdachte] tegen me: Ik weet dat er een heleboel nog was. (...) ik heb het samen met hem in het plafond gezet (...) dus ik weet die hele koffer zit vol (...)”. En volgens [betrokkene 11] had ‘ [betrokkene 12] ’ tegen hem gezegd: “Ach er is, er is nog zoveel, je kleinkinderen kunnen er nog van leven”. Kennelijk ging het om veel geld, maar desondanks kwam dat geld niet over de brug en voelde [betrokkene 13] zich ‘besodemieterd’. Er moest van hem ‘wat gebeuren’, want ‘het is al 9 jaar geleden’. Het hof stelt vast dat het kennelijk gaat om een gebeurtenis, waar veel geld mee is verdiend, in 2005, het jaar waarin ook de diamantroof plaatsvond. Ten slotte wordt tussen [betrokkene 13] en [betrokkene 11] besproken wat beiden wel hebben ontvangen. Kort samengevat ‘zweert’ [betrokkene 11] dat hij ‘maar 1 miljoen’ heeft gepakt. Dit gegeven past zeer goed bij hetgeen [betrokkene 7] heeft gezegd in het OVC-gesprek als hij zegt dat ‘ [betrokkene 11] ’ zijn plek heeft gepakt en daarvoor een ‘mejoen’ (het hof begrijpt: een miljoen) heeft gehad. In zoverre ondersteunen ook deze bewijsmiddelen elkaar.”