Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof
5.Beslissing
17 oktober 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 oktober 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 23 juni 2021. De verdachte, geboren in 1972, had beroep ingesteld tegen de veroordeling voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en het weigeren van medewerking aan een ademonderzoek. De Hoge Raad diende zich te buigen over twee cassatiemiddelen. Het eerste middel betrof de vraag of de beslissing van het hof in het openbaar was uitgesproken, aangezien het proces-verbaal ontbrak. De Hoge Raad concludeerde dat er geen bewijs was dat de uitspraak openbaar was gedaan, en besloot zelf de beslissing van het hof op de openbare terechtzitting uit te spreken. Het tweede cassatiemiddel betrof een onvolkomenheid bij de beëdiging van enkele raadsheren van het hof. De Hoge Raad oordeelde dat, gelet op een eerder arrest, deze kwestie geen verdere bespreking vereiste. De advocaat-generaal had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad volgde deze conclusie. Tevens werd opgemerkt dat de redelijke termijn voor de behandeling van het cassatieberoep was overschreden, maar dat dit geen verdere rechtsgevolgen met zich meebracht. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de verdachte.