ECLI:NL:HR:2023:1392

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 oktober 2023
Publicatiedatum
5 oktober 2023
Zaaknummer
22/04277
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nationaliteitsrecht en de uitleg van geboorteakte in het kader van verzoek tot vaststelling Nederlanderschap

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 oktober 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 22/04277. De zaak betreft een verzoekster die een beroep heeft ingesteld tegen eerdere beschikkingen van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dit beroep is ingesteld naar aanleiding van een prejudiciële beslissing van de Hoge Raad van 25 februari 2022, waarin de uitleg van het begrip 'geboorteakte' in artikel 1:209 van het Burgerlijk Wetboek werd behandeld. De verzoekster heeft verzocht om vaststelling van haar Nederlanderschap op basis van artikel 17 van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN).

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/04277
Datum6 oktober 2023
BESCHIKKING
In de zaak van
[verzoekster] ,
wonende in [woonplaats] ,
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: verzoekster,
advocaat: M.E. Bruning,
tegen
1. DE STAAT DER NEDERLANDEN (Immigratie- en Naturalisatiedienst van het
Ministerie van Justitie en Veiligheid),
zetelende te Den Haag,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de Staat,
advocaat: S.M. Kingma,
2. OPENBAAR MINISTERIE VAN CURAÇAO,
zetelende te Willemstad, Curaçao,
3. MINISTER VAN JUSTITIE VAN CURAÇAO,
zetelende te Willemstad, Curaçao,
4. HOOFD BURGERLIJKE STAND EN BEVOLKINGSREGISTER
(Basisregistratie Persoonsgegevens) VAN CURAÇAO,
zetelende te Willemstad, Curaçao,
VERWEERDERS in cassatie,
hierna: het OM c.s.
niet verschenen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding tot dusver verwijst de Hoge Raad naar:
a. zijn prejudiciële beslissing in de zaak 21/01978 van 25 februari 2022 (ECLI:NL:HR:2022:332);
b. de beschikkingen in de zaak CUR2020H00143 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 26 maart 2021, 4 mei 2021 en 16 augustus 2022.
Verzoekster heeft tegen de beschikkingen van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De Staat heeft verzocht het beroep te verwerpen.
Het OM c.s. hebben geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van verzoekster heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikkingen van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikkingen. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren C.E. du Perron, als voorzitter, C.H. Sieburgh en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
6 oktober 2023.