ECLI:NL:HR:2023:1326

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 september 2023
Publicatiedatum
26 september 2023
Zaaknummer
23/00043
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Artikel 80a RO-zaken
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep in belastingzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 september 2023 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X] tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 22 november 2022, met nummer 21/00305. Dit beroep volgde op een verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van het Hof Amsterdam van 15 december 2021. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het Hof niet gegrond zijn. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen om een advies uit te brengen over de zaak, maar de Hoge Raad heeft uiteindelijk besloten dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Daarom heeft de Hoge Raad gebruikgemaakt van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals voorzien in artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Daarnaast heeft de Hoge Raad in zijn beslissing aangegeven dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. Dit betekent dat de kosten die zijn gemaakt in het kader van deze procedure niet door een van de partijen hoeven te worden vergoed. De uitspraak is gedaan door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer23/00043
Datum29 september 2023
ARREST
in de zaak van
[X]
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 22 november 2022, nr. 21/00305, op het verzet van belanghebbende tegen een uitspraak van het Hof Amsterdam van 15 december 2021.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 29 september 2023.