ECLI:NL:HR:2023:1228
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 september 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende, [X] te [Z], Marokko, tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 22 februari 2023, nr. 22/1021 ANW. Het hoger beroep van belanghebbende was gericht tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (nr. 21/4567) betreffende een besluit van de Sociale Verzekeringsbank ingevolge de Algemene Nabestaandenwet. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep niet kunnen slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren, gebruikmakend van de mogelijkheid die artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie biedt. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De uitspraak is gedaan door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren P.A.G.M. Cools en A.E.H. van der Voort Maarschalk, en is openbaar uitgesproken op 15 september 2023.