ECLI:NL:CRVB:2023:326

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
22 februari 2023
Publicatiedatum
22 februari 2023
Zaaknummer
22/1021 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag nabestaandenuitkering wegens gebrek aan verzekering op overlijdensdatum

Op 22 februari 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellante, die een nabestaandenuitkering had aangevraagd op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW) na het overlijden van haar echtgenoot. De echtgenoot, geboren in 1943, had in Nederland gewoond en gewerkt, maar was naar Marokko teruggekeerd en overleed daar in 2020. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft de aanvraag afgewezen, omdat de echtgenoot op de dag van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. Dit besluit werd door de rechtbank Amsterdam bevestigd in een eerdere uitspraak op 23 februari 2022.

De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep van appellante behandeld, waarbij zij op 11 januari 2023 niet verschenen was. De Raad heeft de feiten en de eerdere oordelen van de rechtbank besproken en geconcludeerd dat de echtgenoot van appellante op de dag van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW, omdat hij niet in Nederland woonde of werkte. De Raad heeft ook opgemerkt dat het recht op een ouderdomspensioen niet automatisch betekent dat er recht is op een nabestaandenuitkering. Bovendien heeft appellante geen bewijs geleverd dat haar echtgenoot vrijwillig verzekerd was voor de ANW op het moment van overlijden.

De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en het hoger beroep van appellante afgewezen. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Uitspraak

22.1021 ANW

Datum uitspraak: 22 februari 2023
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 23 februari 2022, 21/4567 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (Marokko) (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 januari 2023. Partijen zijn niet verschenen.

OVERWEGINGEN

Feiten
1.1.
Appellante woont in Marokko. De echtgenoot van appellante, geboren in 1943, heeft in Nederland gewoond en gewerkt en is naar Marokko teruggekeerd. Hij is daar op [sterfdatum] 2020 overleden. De echtgenoot van appellante ontving een ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet. Na zijn overlijden heeft appellante een nabestaandenuitkering aangevraagd op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW).
Besluitvorming Svb
1.2.
Met een besluit van 29 april 2021 heeft de Svb de aanvraag afgewezen, omdat de echtgenoot van appellante op de dag van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. Het door appellante tegen deze beslissing gemaakte bezwaar is bij besluit van 22 juli 2021 (bestreden besluit) door de Svb ongegrond verklaard.
Wat heeft de rechtbank geoordeeld?
2. Bij de aangevallen uitspraak is het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft daarvoor geoordeeld dat de echtgenoot van appellante op de dag van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. De echtgenoot van appellante woonde of werkte namelijk op of tot de datum van zijn overlijden niet in Nederland. Dat de echtgenoot tot aan zijn overlijden recht had op een ouderdomspensioen, betekent niet dat hij op dat moment verzekerd was voor de ANW. Evenmin heeft appellante aanspraak op een nabestaandenuitkering op grond van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko. Dat appellante ziek is, geen activiteiten kan verrichten en geen inkomsten heeft, heeft niet tot gevolg dat zij recht zou hebben op een nabestaandenuitkering. De Svb heeft dan ook terecht beslist dat appellante geen recht heeft op een nabestaandenuitkering.
Standpunt in hoger beroep
3. Appellante heeft herhaald dat haar echtgenoot verzekerd was op de dag van zijn overlijden en zij recht heeft op een nabestaandenuitkering. Appellante is ziek en heeft geen inkomen.
Het oordeel van de Raad
4.1.
De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak voldoende besproken en gemotiveerd waarom appellante geen recht heeft op een nabestaandenuitkering. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en verwijst daarnaar. Hieraan wordt nog toegevoegd dat niet gesteld en ook niet is gebleken dat de echtgenoot van appellante op de dag van zijn overlijden vrijwillig verzekerd was voor de ANW.
Conclusie
4.2.
Dit betekent dat appellante geen gelijk heeft en het hoger beroep niet slaagt. De aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
5. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door M. Wolfrat, in tegenwoordigheid van Y.S.S. Fatni als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 22 februari 2023.
(getekend) M. Wolfrat
(getekend) Y.S.S. Fatni
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de datum van verzending beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, 2500 EH Den Haag) ter zake van schending of verkeerde toepassing van bepalingen over het begrip verzekerde.