ECLI:NL:HR:2023:1207
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake naheffingsaanslag belasting personenauto’s en motorrijwielen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 september 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gedateerd 29 november 2022. De zaak betreft een beroep in cassatie van de belanghebbende, vertegenwoordigd door A.F.M.J. Verhoeven, tegen een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen, opgelegd door de belastingautoriteiten. De belanghebbende had eerder hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, die de naheffingsaanslag had bevestigd.
De Hoge Raad heeft de klachten van de belanghebbende over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. Het was niet nodig om de redenen voor dit oordeel verder te motiveren, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bepaald in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Daarnaast heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om de Staatssecretaris van Financiën te veroordelen in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad was dat het beroep in cassatie ongegrond werd verklaard, waarmee de eerdere uitspraken van het Gerechtshof en de Rechtbank in stand blijven.