Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van de middelen in het principale en in het incidentele beroep
3.Beslissing
1 september 2023.
Hoge Raad
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen, betreft het een cassatieprocedure in het kader van een huwelijksvermogensrechtelijke kwestie. De eiseres, wonende in Zwitserland, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. Dit arrest volgde op een kort geding dat was aangespannen door de eiseres tot opheffing van een maritaal beslag. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken, waaronder een vonnis van de voorzieningenrechter in Amsterdam en een arrest van het gerechtshof. De advocaat-generaal G. Snijders heeft geconcludeerd tot verwerping van zowel het principale als het incidentele cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de klachten van de partijen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de ontwikkeling van het recht. In de beslissing heeft de Hoge Raad het principale beroep verworpen en de eiseres veroordeeld in de kosten van het geding. Ook het incidentele beroep is verworpen, met een kostenveroordeling voor de verweerder. De uitspraak is gedaan op 1 september 2023 en openbaar gemaakt door raadsheer F.J.P. Lock.