Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
27 januari 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft Fietspoint Weesp B.V. cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 31 augustus 2021 werd gewezen. De zaak betreft een huurcontract voor een bedrijfsruimte, specifiek een fietsstalling, waarbij Fietspoint Weesp de huurovereenkomst wilde aanvechten. De kantonrechter had eerder bepaald dat de huurovereenkomst op 31 maart 2020 eindigde, en het hof bevestigde deze beslissing. Fietspoint Weesp stelde dat zij onvoldoende tijd had om zich voor te bereiden op de ontruiming van het gehuurde, nu het hof-arrest onherroepelijk werd na de verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de klachten van Fietspoint Weesp beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet konden leiden tot vernietiging van het hof-arrest. De Hoge Raad heeft echter besloten dat de huurovereenkomst eindigt op 27 april 2023, waardoor Fietspoint Weesp drie maanden de tijd heeft om het gehuurde te ontruimen. De Hoge Raad heeft de kosten van het geding in cassatie aan Fietspoint Weesp opgelegd, begroot op € 845,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien niet binnen veertien dagen voldaan wordt.