Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
11 juli 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 juli 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 20 april 2022. De zaak betreft een beklag van de klaagster, die zich verzet tegen het beslag dat is gelegd op haar motorfiets door haar schoonzoon, die verdacht wordt van rijden zonder rijbewijs. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de rechtbank niet toereikend heeft gemotiveerd waarom het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter de verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen voertuig zal bevelen. De rechtbank had moeten overwegen of de klaagster redelijkerwijs kon vermoeden dat haar voertuig door haar schoonzoon zou worden gebruikt voor een strafbaar feit. De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel van de klaagster gegrond verklaard en de beschikking van de rechtbank vernietigd. De zaak is terugverwezen naar de rechtbank Noord-Nederland voor een nieuwe behandeling en beslissing. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de rechtbank bij beslissingen over beslaglegging en de verantwoordelijkheden van de eigenaar van het voertuig.