Uitspraak
1.De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
2.De aanvraag tot herziening
3.Beoordeling van de aanvraag
4.Beslissing
21 juni 2022.
Hoge Raad
Op 21 juni 2022 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een herzieningsaanvraag van een eerder arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De aanvrager, vertegenwoordigd door advocaat R. Mahovic, was eerder veroordeeld voor medeplegen van afdreiging en poging tot afdreiging tot een gevangenisstraf van achttien maanden. De aanvraag tot herziening was gebaseerd op de stelling dat medeverdachten betrokken waren bij de poging tot afdreiging waarvoor alleen de aanvrager was veroordeeld. De Hoge Raad overwoog dat, zelfs als deze stelling feitelijk juist zou zijn, dit niet zou leiden tot een van de in artikel 457 lid 1, aanhef en onder c, van het Wetboek van Strafvordering genoemde beslissingen. De Hoge Raad verduidelijkte dat de aanvraag niet kon slagen omdat de betrokkenheid van medeverdachten niet automatisch leidt tot een lagere strafbepaling. De Hoge Raad concludeerde dat de aanvraag kennelijk ongegrond was en wees deze af.