ECLI:NL:HR:2022:897

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 juni 2022
Publicatiedatum
17 juni 2022
Zaaknummer
21/03654
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslag op auto onder moeder van klager t.z.v. verdenking van rijden zonder rijbewijs

In deze zaak gaat het om een beklag tegen een beslag op een auto, gelegd onder de moeder van de klager, in het kader van een verdenking van rijden zonder rijbewijs. De klager heeft een klaagschrift ingediend, waarop de rechtbank Gelderland op 9 augustus 2021 heeft beslist. De klager en zijn raadsman zijn niet verschenen tijdens de openbare raadkamerbehandeling, die plaatsvond in het kader van de COVID-19 maatregelen. De Hoge Raad heeft in cassatie de vraag behandeld of de behandeling van het klaagschrift in het openbaar heeft plaatsgevonden en of de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de klager en zijn raadsman behoorlijk zijn opgeroepen voor de raadkamerbehandeling. De Hoge Raad heeft de klachten van de klager beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep van de klager verworpen op 21 juni 2022.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer21/03654 B
Datum21 juni 2022
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Gelderland van 9 augustus 2021, nummer RK 21/8617, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klager] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2001,
hierna: de klager.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft C.H.W. Janssen, advocaat te Arnhem, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en M. Kuijer, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
21 juni 2022.