Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
21 juni 2022.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beklag tegen een beslag op een auto, gelegd onder de moeder van de klager, in het kader van een verdenking van rijden zonder rijbewijs. De klager heeft een klaagschrift ingediend, waarop de rechtbank Gelderland op 9 augustus 2021 heeft beslist. De klager en zijn raadsman zijn niet verschenen tijdens de openbare raadkamerbehandeling, die plaatsvond in het kader van de COVID-19 maatregelen. De Hoge Raad heeft in cassatie de vraag behandeld of de behandeling van het klaagschrift in het openbaar heeft plaatsgevonden en of de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de klager en zijn raadsman behoorlijk zijn opgeroepen voor de raadkamerbehandeling. De Hoge Raad heeft de klachten van de klager beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep van de klager verworpen op 21 juni 2022.