In deze zaak heeft [verzoeker] cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof. De Hoge Raad heeft de klachten over deze beschikking beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging. De zaak betreft een geschil over leeftijdsdiscriminatie in het kader van een sociaal plan, waarbij de vraag aan de orde is of de aftopping van de ontslaguitkering passend en noodzakelijk is. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken, waaronder die van 24 januari 2020, waarin vergelijkbare kwesties zijn behandeld. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het incidentele beroep, dat afhankelijk was van de uitkomst van het principale beroep, geen verdere behandeling behoeft. De Hoge Raad heeft het principale beroep verworpen en [verzoeker] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 2.873,07 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris.