In deze zaak heeft het Graafschap College, een stichting voor beroepsonderwijs en volwasseneneducatie, cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 22 december 2020. Het hof had eerder geoordeeld over de zorgplicht van onderwijsinstellingen bij het vinden van stageplaatsen voor studenten. De Hoge Raad heeft de klachten van het Graafschap College over het hofarrest beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft het beroep van het Graafschap College verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder zijn begroot op nihil. De uitspraak is gedaan op 3 juni 2022, waarbij de raadsheren C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, F.R. Salomons en F.J.P. Lock betrokken waren. De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekte tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van het Graafschap College schriftelijk heeft gereageerd. De zaak is verder toegelicht door de advocaat en M.E.A. Möhring.