2.1.1 Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
“1. zij in de periode van 1 januari 2016 tot en met 20 april 2016 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk heeft geteeld (in een pand aan [a-straat 1]) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2. zij op 21 april 2016 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 112 hennepplanten en 89 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.”
2.1.2 Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Een proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij d.d. 4 juli 2016 van de politie Eenheid Den Haag met nummer PL1500-2016112687-1 (p. 12 e.v.). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
Als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Op donderdag 21 april 2016 kwam een melding binnen dat er een brand zou woeden in de woning gelegen aan de [a-straat 1] te [plaats]. Dit betreft een tussenwoning.
Op het adres [a-straat 1] te [plaats] staan de volgende personen ingeschreven:
[verdachte] (geb. [geboortedatum] 1975),
[betrokkene 1] (geb. [geboortedatum] 1982),
[betrokkene 2] (geb. [geboortedatum] 2008),
[betrokkene 3] (geb. [geboortedatum] 2012).
In voornoemde woning werd op 21 april 2016 binnengetreden. In de woning bevond zich op de tweede etage (zolder) een hennepkwekerij. De overloop (ruimte C), de kweekruimte (ruimte A) en in de kweekruimte A bevond zich een kast (ruimte B). Uit een ruwe telling bleek dat er ongeveer 98 hennepplanten stonden in de kweekruimte. De grootte van de hennepplanten varieerde van 90 tot 100 cm hoog. Tevens werd er in de ruimte B restafval aangetroffen van hennep van vermoedelijk eerdere kweken. Tevens werd er in ruimte B een plastic doorzichtige doos aangetroffen met een grote hoeveelheid gedroogde henneptoppen. Deze doos met henneptoppen werd inbeslaggenomen en later bleek na weging op een gedigitaliseerde weegschaal dat het gewicht van de gedroogde henneptoppen 89 gram bedroeg.
Ik heb tijdens de ruiming 112 hennepplanten aangetroffen. De bovenstaande hennep is vermeld op lijst II behorende bij de Opiumwet en verboden in artikel 3 en strafbaar gesteld in artikel 11 van de Opiumwet.
Geconstateerd werd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij legaal werd afgenomen.
In de kweekruimte A bevond zich een op kalk gelijkende afzetting op het zeil en aan de onderzijde van de plantenpotten.
Het filterdoek van de koolstoffilters was vervuild. De vervuiling van het filterdoek treedt pas na langere tijd op en wordt veroorzaakt door kleine stofdeeltjes, voornamelijk afkomstig van het droge kweekmedium waarin hennepplanten worden gekweekt.
Ik zag niet alleen aan de eerder vermelde verpakkingsresten, stofvorming en hennepresten, dat er eerder geoogst moet zijn geweest. Ik zag ook gebruikerssporen aan de behuizing cq inrichting van de kwekerij.